Resultaat 3325–3336 van de 12969 resultaten wordt getoond
C.J.H. Jansen
In dit artikel behorende bij de Rode draad 'Canon van het Recht' wordt ingegaan op de geschiedenis van Themis en het Rechtsgeleerd Magazijn, die later zijn samengevoegd tot RM Themis. Dit blad is als het ware het oudste nog steeds bestaande juridische tijdschrift. Daarnaast is het een van de weinige juridische tijdschriften dat niet gespecialiseerd is.
Overig | Rode draad | Canon van het Rechtseptember 2009AA20090589
A.M. Hol, R. Janse, H.S. Taekema
Deze bundel bevat ruim 30 Rechtsfilosofische annotaties bij klassieke en minder bekende rechterlijke uitspraken.
9789069165752 - 20-08-2007
Rechtseenheid lijkt een eenvoudig begrip: uniforme uitkomsten voor dezelfde gevallen. De tendens naar billijke oplossingen voor het concrete geval roept onherroepelijk het verwijt op dat daarmee de rechtseenheid in gevaar komt. Maar is dat wel terecht? Aan de hand van enkele recente arresten uit het burgerlijk recht en het strafrecht laat de auteur zien dat de notie van rechtseenheid complexer is dan op het eerste gezicht lijkt. Soms is het juist de aanpassing van het recht aan gewijzigde omstandigheden die bijdraagt aan de realisering van dieper liggende beginselen of doeleinden. Ook de discussie over de uniforme rechtstoepassing bij discretionaire bevoegdheden als de straftoemeting laat zien dat eenheid van recht niet los van de feitelijke context kan worden gezien. Eenheid in veelvoud is daarom niet alleen het maximaal haalbare, maar ook het meest wenselijke resultaat in het recht.
Overig | Rode draad | Raad en daad | Verdieping | Verdiepend artikelseptember 2005AA20050676
J.H. Gerards
Rode draad | Rechtseenheidfebruari 2018AA20180151
S. Haket
Rode draad | Rechtseenheidmaart 2018AA20180245
G. de Groot
Rode draad | Rechtseenheidjuni 2018AA20180534
L.J.A. Damen
Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 21 september 2011, nr. 201010355/1/H2, LJN: BT2131, ECLI:NL:RVS:2011:BT2131, AB 2011/299 m.nt. Ortlep, JB 2011/236 m.nt. Schlössels, Gst. 2011, 7361.112 m.nt. Teunissen, TBR 2011/171 m.nt. Nijmeijer
Annotaties en wetgeving | Annotatiefebruari 2012AA20120130
I.C. van der Vlies
In dit artikel wordt beschreven hoe het Europese recht anders ingericht kan worden zodat de wetgeving van de Lid-staten en de EG beter op elkaar afgestemd kunnen worden.
Bijzonder nummer | Rechtsharmonie - Wetsharmoniemei 1996AA19960293
P.T.J. Wolters
Rechtseconomie heeft veel te bieden, ook voor rechtenstudenten die maling hebben aan interdisciplinariteit en slechts geïnteresseerd zijn in het positieve recht. Zij stelt hen in staat om het positieve recht scherper te analyseren, maar ook om beter te begrijpen waarom het recht zich op een bepaalde manier ontwikkelt.
Perspectief | Perspectiefartikelmaart 2020AA20200293
R.W. Holzhauer, R. Teijl
Artikel waarin in wordt gegaan op het vak rechtseconomie dat steeds meer opkomt aan Nederlandse juridische faculteiten. Aan de orde komen: het ontstaan van de rechtseconomie, de betekenis en inhoud van rechtseconomie, kritiek en misverstanden die bestaan over rechtseconomie, de wijze waarop rechtseconomie op de juridische faculteiten wordt aangeboden, onderzoek. Ook komt de samenwerking binnen Europa en Nederlandse juridische faculteiten aan de orde.
Perspectief | Perspectiefartikelapril 1989AA19890248
D.R. Doorenbos, J.F.L. Roording
De economics of crime reiken verder dan de grenzen van het strafrecht. De benadering is namelijk ook bruikbaar als het gaat om de vraag welke handhavingsmiddelen ter bestrijding van een bepaalde vorm van onrechtmatig gedrag uit het oogpunt van efficiëntie en effectiviteit het meest aangewezen zijn. Het inschakelen van strafrechtelijke middelen is dan een optie. In dit artikel stellen wij ons deze vraag voor een concrete gedraging, namelijk het misbruik van voorwetenschap bij de handel in ter beurze genoteerde effecten. Na een schets van het door ons gehanteerde model (paragraaf 2) wordt een en ander toegepast op misbruik van voorwetenschap (paragraaf 3). Aan het slot veroorloven wij ons enige kanttekeningen bij de rechtseconomische benadering van het strafrecht (paragraaf 4).
Bijzonder nummer | Rechtseconomieoktober 1990AA19900733
B. Hoogenboom
In deze bijdrage wordt de theorievorming over de veiligheidsindustrie besproken. Twee theorieën domineren: de Junior-Partner theorie en de Economische theorie. De eerste theorie benadrukt de complementaire positie van de veiligheidsindustrie: de overheid is gebaat bij aanvullend preventief toezicht door het bedrijfsleven. De Economische theorie daarentegen wijst op de 'loss prevention' functie van de veiligheidsindustrie die wezenlijk verschilt van de strafrechtelijke doeleinden van de overheid. In deze benadering staan begrippen als doelmatigheid, efficiency en effectiviteit centraal. 'Misdaadbestrijding' is een afgeleide van een 'hoger' doel: winstmaximalisatie. Deze doelstelling kan ten koste gaan van de positie van werknemers. Het wetboek van Strafvordering begrenst slechts het optreden van overheidsfunctionarissen, niet dat van particuliere beveiligers. In de eerste paragraaf wordt betoogd dat het criminaliteitsvraagstuk uitsluitend wordt benaderd vanuit rechtsstatelijk perspectief. In paragraaf drie en vier wordt de theorie rondom het veiligheidsvraagstuk behandeld.
Bijzonder nummer | Rechtseconomieoktober 1990AA19900721