Shop

Resultaat 2737–2748 van de 12335 resultaten wordt getoond

Een wettelijk verbod op conversietherapie: symboolwetgeving of bittere noodzaak?

L. Postma, J. Verhagen

Post thumbnail

De zogenaamde ‘homogenezingstherapie’, ook wel conversietherapie, is een fenomeen dat de gemoederen bezighoudt. Van verschillende kanten uit de samenleving wordt voor een juridische aanpak voor het voorkomen en tegengaan van conversietherapie gepleit. Maar is een wettelijk verbod aangewezen? En is daar een afzonderlijke bepaling voor nodig? In deze bijdrage bezien de auteurs of het strafrecht en gezondheidsrecht reeds voldoende mogelijkheden bieden om conversietherapie aan te pakken.

Verdieping | Verdiepend artikel
februari 2022
AA20220098

UCERF 17 - Actuele ontwikkelingen in het familierecht

Een wettelijke regeling voor het levenstestament? De vraag opnieuw gesteld

H.N. Stelma-Roorda

Gelet op de sterk vergrijzende maatschappij is het geen overbodige luxe om aan levenstestamenten aandacht aan te besteden. Daarbij spelen spannende vragen een rol: hoever reikt de autonomie van een burger om over zijn toekomstige leven te beschikken? Hoe moet de door hem benoemde vertegenwoordiger zijn taken verrichten en hoe zit het met toezicht? Stelma-Roorda […]

Een who is who van de rechtsvergelijking

E.H. Hondius

Column van Hondius waarin deze rechtsvergelijking door Sir Basil Markesinis behandelt. Markesinis heeft onder meer een Engelstalig commentaar op het Duitse vermogensrecht geschreven. Hondius geeft een aantal quotes van hem waarin Markesinis de vloer aanveegt met collega rechtsvergelijkers van zowel het Europese vasteland als Engelse native speakers.

Opinie | Column
december 2009
AA20090809

Een wil die zich door een verklaring heeft geopenbaard

De erfenis van Friedrich Carl von Savigny

J.H. Nieuwenhuis

Friedrich Carl von Savigny (1779-1861) is de ontwerper van het Bolletje/Bolletje-model van de rechtshandeling: een op rechtsgevolg gerichte wil (‘Ik wil Bolletje’) die zich door een verklaring (‘Ik wil Bolletje’) heeft geopenbaard. Een opstel van Meijers uit 1921, De grondslag der aansprakelijkheid bij contractueele verplichtingen, bevat het bestek van de ‘wilsvertrouwensleer’ die ten grondslag ligt aan de artikelen 3:33 en 3:35 BW. Een andere visie verdient de voorkeur: ‘Ik wil Bolletje’ niet opgevat als wilsverklaring, maar als normatieve taaldaad.

Bijzonder nummer | Duits recht
juli 2014
AA20140545

Een wonderlijke aanbeveling

C.A.J.M. Kortmann

Nationale Ombudsman 25 april 2008, nr. 2008/05 Prof. mr. C.A.J.M. Kortmann annoteert een uitspraak van de Nationale Ombudsman waarin de Nationale Ombudsman oordeelt dat de uitlatingen van een gedeputeerde in een openbare vergadering voor een gewezen lid van Gedeputeerde staten grievend kan zijn maar waartegen een burger volgens de Nationale Ombudsman niet zo veel kan doen als gevolg van de immuniteit van het lid van het provinciebestuur.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2008
AA20080632

Eén zaak of meerdere zaken en de rol van verkeersopvatting

R.M. Wibier

Hoge Raad 13 november 2020, ECLI:NL:HR:2020:1785 (UTB Holding/Glencore)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 2021
AA20210279

Eendaadse samenloop en voortgezette handeling

J.M. ten Voorde

Hoge Raad 20 juni 2017, nr. 15/03725, ECLI:NL:HR:2017:1111; Hoge Raad 20 juni 2017, nr. 15/04324, ECLI:NL:HR:2017:1112; Hoge Raad 20 juni 2017, nr. 15/05968, ECLI:NL:HR:2017:1113; Hoge Raad 20 juni 2017, nr. 16/02956, ECLI:NL:HR:2017:1114; Hoge Raad 20 juni 2017, nr. 16/01173, ECLI:NL:HR:2017:1115

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 2018
AA20180067

Eendracht maakt macht (Digitaal boek)

Een onderzoek naar ‘acting in concert’ in het kader van het verplicht openbaar bod

J.H.L. Beckers

Post thumbnail Met de implementatie van de dertiende Europese vennootschapsrichtlijn is in Nederland het verplicht bod geïntroduceerd. Dit cahier biedt inzicht in de complexe materie van acting in concert.

9789069168937 - 16-03-2009

Eenheid en verscheidenheid in het Nederlandse ondernemingsrecht.

Bespreking van Asser/Maeijer/Van Solinge & Nieuwe Weme 2-II* 2009

M.J.G.C. Raaijmakers

‘Graag voldoe ik aan het verzoek van de redactie om in dit blad de nieuwe Asser 2-II*, bewerkt door de Nijmeegse hoogleraren Gerard van Solinge en Marco Nieuwe Weme, met een korte bespreking onder de aandacht van de lezers te brengen. Eenvoudig is dat niet voor een handboek dat 1082 pagina’s telt en waarvan zowel de eigen opzet als de verhouding tot andere delen van de Asser-serie belangrijk is gewijzigd. Ik beperk mij tot enkele kanttekeningen bij die algemene opzet en de verwerking van belangrijke veranderingen in ons ondernemingsrecht, vooral de flex-BV.’

Literatuur | Boekbespreking
april 2011
AA20110318

Eenheid in gelaagdheid

Over formele en materiële rechtseenheid in een meergelaagde rechtsorde

M.A. Loth

Post thumbnail

In dit artikel wordt aan de hand van het Urgenda-vonnis onderzocht hoe de rechter eenheid construeert in een meergelaagde rechtsorde, en hoe het streven naar rechtseenheid rechtstheoretisch kan worden begrepen. Daarbij stuit de auteur op twee noties van rechtseenheid – formele en materiële rechtseenheid – die verwant zijn aan vertrouwde standpunten: het rechtspositivisme en het anti-positivisme. Zo blijkt een aloude controverse uit de rechtstheorie in onze meergelaagde rechtsorde haar actualiteit te behouden.

Rode draad | Rechtseenheid
april 2018
AA20180335

Eenheid in verscheidenheid? Tenuitvoerlegging van een Zwitserse arbitrale uitspraak voorzien van een Nederlands exequatur in Curaçao?

A.W. Jongbloed

Hoge Raad 8 december 2017, nr. 16/06072, ECLI:​NL:​HR:​2017:​3104 (Sonera Holding B.V./Çukurova Holding A.S.)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 2018
AA20180309

Eenheid van recht is buitengewoon belangrijk

Interview met prof.mr. M. Scheltema, hoogleraar Bestuursrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen en regeringscommissaris voor de Algemene wet bestuursrecht

M.A. Leijten, G.T.M.J. Raaijmakers

Michiel Scheltema werd geboren in juni 1939 te 's Gravenhage. Hij studeerde Nederlands recht aan de Rijksuniversiteit Leiden van 1957 tot 1964. Na die studie studeerde hij een jaar aan de Harvard Law School. Van 1965 tot 1972 was hij wetgevingsambtenaar op het ministerie van Justitie, waar hij wegging toen hij hoogleraar bestuursrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen werd. Begin jaren tachtig was hij staatssecretaris van Justitie. Sinds 1983 is hij naast hoogleraar regeringscommissaris voor de Algemene wet bestuursrecht.

Verdieping | Interview
november 1993
AA19930804

Resultaat 2737–2748 van de 12335 resultaten wordt getoond