Shop

Resultaat 2449–2460 van de 12335 resultaten wordt getoond

UCERF 12 - Actuele ontwikkelingen in het familierecht

Dilemma’s rond wilsbekwaamheid bij kinderen in de klinische praktijk

I. Hein

Hoe wilsbekwaamheid vastgesteld moet worden en of deze wettelijke leeftijdsgrens goed gekozen is, is weinig onderzocht. In deze bijdrage wordt de klinische praktijk handvaten geboden om tot een beter onderbouwd oordeel te komen in individuele gevallen.

Dior-Evora – auteursrecht

H. Cohen Jehoram

Hoge Raad 20 oktober 1995, nr. 15735, ECLI:NL:HR:1995:ZC1845, NJ 1996, 682 (Dior/Evora) De uitdrukkelijke wettelijke beperkingen op het auteursrecht, waaraan in de regel een belangenafweging ten grondslag ligt, sluiten niet uit dat de grenzen van het auteursrecht ook in andere gevallen aan de hand van een vergelijkbare afweging van belangen nader moeten worden bepaald, in het bijzonder wanneer de behoefte aan de desbetreffende begrenzing door de wetgever niet is onderkend en zij past in het stelsel van de wet, zulks in het licht van de ontwikkeling van het auteursrecht als middel tot bescherming van commerciële belangen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 1997
AA19970640

Dior/Evora – merkenrecht

H. Cohen Jehoram

Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 4 november 1997, zaak C-337/95, ECLI:EU:C:1997:517, Jurispr. I-6013 (Dior/Evora) Het staan een wederverkoper van merkproducten niet alleen vrij om deze door te verkopen doch ook om het merk te gebruiken in reclame voor deze verdere verhandeling. De wederverkoper mag echter niet deloyaal handelen tegenover de gerechtvaardigde belangen van de merkhouder. Zijn op zichzelf geoorloofde reclame moet niet de waarde van het merk aantasten doordat deze de reputatie van het merk ernstig schaadt.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 1999
AA19990480

Directe leer en doorleveringsleer in de artt. 3.5.4 en 3.4.2.10

C. Loth-Illegems

In een drie-partijenverhouding A-B-C zijn twee manieren denkbaar waarop A, via B, bezit en eigendom kan verkrijgen van een roerende lichamelijke zaak waarvan C eigenaar is. In dit artikel worden de hoofdstukken 1 en 2 de zakenrechtelijke aspecten van respectievelijk art. 3.5.4 en art. 3.4.2.10 besproken. In hoofdstuk 3 komt de vraag aan de orde of art. 3.5.4 een rol speelt in het kader van de levering bij voorbaat van toekomstige goederen, een vraag die recentelijk onderwerp is geweest van een polemiek in WPNR en die de auteur ontkennend beantwoord.

mei 1986
AA19860341

Directeur-grootaandeelhouder is ondernemer voor de heffing van omzetbelasting

J.W. Zwemmer

Hoge Raad 26 april 2002, nr. 35 775, ECLI:NL:HR:2002:AD3572 De omstandigheid dat een directeur-grootaandeelhouder civielrechtelijk met zijn BV een arbeidsovereenkomst heeft, staat er niet aan in de weg dat hij voor de heffing van omzetbelasting als ondernemer moet worden aangemerkt.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 2002
AA20020917

Directors Fiduciary Duties Beyond the Nation State

A Response to Huijbregts

K.H.M. de Roo

Dit artikel is een reactie op het in december 2015 in Ars Aequi geplaatste artikel ‘Directors’ Fiduciary Duties in Public Benefit Corporations’ van S.J.M. Huijbregts.

Opinie | Reactie/nawoord
april 2016
AA20160263

Directors Fiduciary Duties in Public Benefit Corporations

S.J.M. Huijbregts

Post thumbnail

What are the fiduciary duty consequences for a PBC’s director in a share- and a stakeholder oriented jurisdiction? And what can the Netherlands learn from the U.S.’ experiences with this new type of partly social enterprises? This article elaborates on these particular corporate governance issues and advises on the implementation of the PBC in the Netherlands.

Verdieping | Studentartikel
december 2015
AA20150965

Direkt wonen; dat kost geld!

H. Borgers, J.M.M. van de Hel

In dit redactionele artikel wordt ingegaan op de jurische kanten van het bemiddelen bij woningen. Er is vaak sprake van een overeenkomst van opdracht waarbij de rechten voor de huurder niet helemaal duidelijk zijn.

Opinie | Redactioneel
september 1998
AA19980741

Direkt wonen: doet de praktijk wat de wet niet toestaat?

J.J. Dammingh

In hun bijdrage ‘Direkt wonen; dat kost geld!’ in de rubriek ‘Redactioneel’ in Ars Aequi van september jl. stellen H. Borgers en M. van de Hel dat woningzoekenden die via een tussenpersoon woonruimte te huur krijgen aangeboden, vaak ten onrechte een (te hoge) vergoeding aan die tussenpersoon moeten betalen. Deze stelling lijkt mij niet juist ten aanzien van de verhuur van onzelfstandige woonruimte. Zo zal de student die via een bemiddelingsbureau een kamer of etage vindt, doorgaans wél terecht courtage aan dat bureau verschuldigd zijn. In het navolgende ga ik nader in op enkele door Borgers en Van de Hel in hun bijdrage geponeerde stellingen.

Opinie | Reactie/nawoord
december 1998
AA19980965

Direkteur van een penitentiaire inrichting: zetbaas of zelfstandig ondernemer

C.M. Boeij

De positie van een directeur van een penitentiaire inrichting is voor een belangrijk gedeelte geregeld in de Beginselenwet Gevangeniswezen, de Gevangenismaatregel en in het voor elke inrichting afzonderlijk samengestelde Huishoudelijk Reglement. Bij de vraag of een directeur beleidsvrijheid heeft of niet, is het goed te bezien met welke instanties hij in de praktijk te maken heeft.

april 1983
AA19830361

Disciplinair onderzoek naar politieambtenaren:

M. van der Steeg

In dit artikel wordt het proefschrift 'Politietuchtrecht. Een studie naar de juridische aspecten en de praktijk' (Alphen aan den Rijn: Kluwe 2004).

Literatuur | Proefschriftbijdrage
november 2005
AA20050962

Disclosed but not claimed is disclaimed

Th.C.J.A. van Engelen

Hoge Raad 5 februari 2016, nr. 14/01082, ECLI:NL:HR:2016:196 (Bayer/Sandoz)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2016
AA20160650

Resultaat 2449–2460 van de 12335 resultaten wordt getoond