Shop

De blinddoek van Vrouwe Justitia: rechterlijke onafhankelijkheid en onpartijdigheid in het licht van de vereisten van artikel 6 EVRM

M. Kuijer

Rechterlijke onafhankelijkheid en onpartijdigheid spelen ook in de Nederlandse discussie een belangrijke rol. Is de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een onpartijdig gerecht aangezien het zowel rechtspreekt als adviseert over wetsvoorstellen? Mag een advocaat optreden als rechter-plaatsvervanger, en zo ja, onder welke voorwaarden? Welke nevenfuncties mag een rechter hebben? Mag een politicus wel kritisch commentaar geven op rechterlijk handelen in een individuele (straf)-zaak? Bij de beantwoording van de vragen zal men veelal de Straatsburgse rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens moeten raadplegen. Dit proefschrift staat uitvoerig stil bij die Straatsburgse rechtspraak en de invloed van die Straatsburgse rechtsprak op de Nederlandse rechtsorde en praktijk.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
oktober 2004
AA20040745

De bloemetjes buiten zetten

Rechtsvraag (349) Goederenrecht

S. Steneker

Beantwoord deze rechtsvraag van Sander Steneker en maak kans op de hoofdprijs van € 200! Alle andere serieuze inzenders mogen een boek van Ars Aequi Libri uitkiezen.

Perspectief | Rechtsvraag
januari 2021
AA20210092

De bloemetjes buiten zetten

Beantwoording rechtsvraag (349) Goederenrecht

S. Steneker

In januari verscheen een goederenrechtelijke rechtsvraag van Sander Steneker in Ars Aequi. In deze bijdrage beantwoordt hij de vragen en maakt hij bekend wie de hoofdprijs van € 200 gewonnen heeft.

Perspectief | Rechtsvraag
september 2021
AA20210868

De bocht van de Herengracht

Rechtsvraag (338) internationaal privaatrecht/goederenrecht

S. van Dongen, H.L.E. Verhagen

Rechtsvraag op het gebied van het internationaal privaatrecht en het goederenrecht waarbij een realistische casus wordt behandeld. Aan de orde komen de totstandkoming van het zekerheidsrecht en het toepasselijk recht daarop en de verplaatsing van zaken voor het toepasselijke recht op zekerheidsrechten.

Perspectief | Rechtsvraag
oktober 2009
AA20090691

De Bocht van de Herengracht

Beantwoording rechtsvraag (338) internationaal privaatrecht/goederenrecht

S. van Dongen, H.L.E. Verhagen

In het oktobernummer 2009 van Ars Aequi stond de rechtsvraag ‘De bocht van de Herengracht’ op het gebied van internationaal privaatrecht/goederenrecht; in dit nummer staat de beantwoording van die vraag. Van de inzenders zijn er twee aangemerkt als serieuze inzenders, namelijk Arjan Snijder (RuG, derdejaars) en Hanneke Palm (UU, derdejaars); zij mogen een keuze uit het Ars Aequi Libri-fonds. Winnaar is Wouter van den Wildenberg (UvT, vierdejaars), hij wint €50,- en mag daarnaast een keuze maken uit genoemd fonds.

Perspectief | Rechtsvraag
maart 2010
AA20100215

De Boekhoudverordening 1998: een slangenkuil?

L. Bosch, C. Mak

Naar aanleiding van enkele frauduleuze zaken, waarbij gelden die voor derden bestemd verdwenen. Naar aanleiding daarvan wil de Orde van Advocaten de regels aanscherpen, echter de Belangenvereniging van Ondernemende Advocaten voorziet problemen. Vooral de geheimhoudingsplicht zou door deze maatregel in het gedrang kunnen komen.

Opinie | Redactioneel
oktober 1999
AA19990707

De Bont-Bannenberg q.q.

S.C.J.J. Kortmann, N.S.G.J. Vermunt

Hoge Raad 16 september 2005, nr. C04/128HR, ECLI:NL:HR:2005:AT7797, LJN: AT7797, RvdW 2005, 101; JA 2005/109, m.nt. F.M.J. Verstijlen; JOR 2006/52, m.nt. SCJJK; NJ 2006, 311, m.nt. PvS (De Bont/Bannenberg q.q.) De vraag is aan de orde in hoeverre een curator ontvankelijk is bij een onrechtmatige daadsvordering (voor benadeling van schuldeisers) indien deze slechts voor één of een kleine groep schuldeisers is ingesteld. De vraag is ook nog aan wie de opbrengst toekomt indien de curator voor de gezamenlijke schuldeisers in rechte optreedt.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 2006
AA20060732

De Brauwerij: de eerste stap naar een volwaardig professioneel bestaan

A.I.M. van Mierlo, R.W. Polak

Een omschrijving van de inhouse opleiding van het advocatenkantoor De Brauw, Blackstone, Westbroek, de zogenaamde Brauwerij.

Perspectief | Perspectiefartikel
februari 2006
AA20060145

De Brenner Pas: het vrije verkeer, het leefmilieu en de vrijheid van meningsuiting

K.J.M. Mortelmans

Hof van Justitie Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 12 juni 2003, zaak C-112/00, ECLI:EU:C:2003:333 (Eugen Schmidberger, Internationale Transporte und Planzüge t. Republik Österreich) In deze uitspraak van het HvJ EG wordt ingegaan op de verhouding tussen het vrij verkeer van goederen en de vrijheid van meningsuiting, bescherming van het milieu en de volksgezondheid. Ook wordt er ingegaan op de lidstaat-aansprakelijkheid bij schending van het gemeenschapsrecht.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 2003
AA20030875

De Britten eruit, de advocaten erin?

De gevolgen van de Brexit voor het vrij verkeer van Britse advocaten in de Europese Unie

J. van de Riet

Post thumbnail De Brexit heeft grote gevolgen voor alle sectoren van de Britse economie, waaronder de advocatuur. Deze bijdrage bespreekt de vrijverkeersrechten die Britse advocaten op dit moment genieten in de Europese Unie, waardoor zij grotendeels gelijkgesteld worden met advocaten uit de gastlidstaat en daar bovendien gemakkelijker kunnen integreren. Vervolgens wordt onderzocht welke gevolgen de Brexit heeft voor de werking van deze rechten en of er mogelijkheden zijn om even­tuele problemen te voorkomen.

Verdieping | Studentartikel
september 2020
AA20200766

De Bruijn’s voerbonen

J.L.P. Cahen

Hoge Raad 29 april 1988, nr. 13161, ECLI:NL:HR:1988:AD0300, RvdW 1988, 84 Arrest van de Hoge Raad met daarbij behorende noot over de bescherming van een verkrijger van een goed te goeder trouw tegen de beschikkingsonbevoegdheid van de vervreemder. Daarbij speelt ook nog de cessie van de vorderingen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 1988
AA19880862

De burger als opsporingsambtenaar?

M. Geerdink, R. Schrömbges

In dit redactioneel spreken de auteurs hun ongenoegen uit over het feit dat burgers zich gaan bezig houden met privé-opsporing. Volgens hen is het een kwalijke zaak, daar het een inbreuk kan maken op de grondrechten van burgers die op die manier ontmaskerd worden.

Opinie | Redactioneel
maart 1999
AA19990143