Shop

Resultaat 1381–1392 van de 12335 resultaten wordt getoond

De betalingsregeling in de algemene voorwaarden van Nutsbedrijven

M.B.M. Loos

Algemene voorwaarden komen in alle soorten en maten voor. Tot de belangrijkste behoren de algemene voorwaarden van de openbare nutsbedrijven: voor bijna ieder huishouden bestaat wel een overeenkomst voor de levering van gas, water en electriciteit. Aangezien het hier gaat om de levering van primaire levensbehoeften, is een zorgvuldige regeling vereist. In de algemene voorwaarden is ook een regeling opgenomen voor de betaling van schulden aan het nutsbedrijf. Voldoet die regeling aan het geldende en toekomstige recht?

Verdieping | Studentartikel
april 1993
AA19930230

De betekenis van de Algemene wet bestuursrecht voor het bijzonder hoger onderwijs

B.P. Vermeulen

In dit artikel wordt een reactie gegeven op een in het februarinummer van Ars Aequi gepubliceerd artikel over de betekenins van de Awb voor het hoger onderwijs.

Opinie | Reactie/nawoord
april 2001
AA20010236

De betekenis van een woord is zijn gebruik in de taal

H.T.M. Kloosterhuis, C.E. Smith

In deze aflevering van Vijf minuten rechtsfilosofie schenken Carel Smith & Harm Kloosterhuis aandacht aan de letterlijke interpretatie van woorden in overeenkomsten. Ludwig Wittgenstein had daar zo zijn ideeën over.

Perspectief | Column
juni 2020
AA20200633

De betekenis van gelijkheid en rechtvaardigheid in de gezondheidszorg: de Zorgverzekeringswet rechtsfilosofisch bezien

M.A.J.M. Buijsen

In dit artikel wordt op rechtsfilosofische wijze gekeken naar de nieuwe Zorgverzekeringswet (Zvw) waarbij ingegaan wordt op solidariteit, gelijkheid & rechtvaardigheid, toegankelijkheid van gezondheidszorg en het (grond)recht op zorg.

Verdieping | Verdiepend artikel
september 2006
AA20060609

De betekenis van het Anglo-Amerikaanse zekerhedenrecht, in het bijzonder de floating charge en Article 9 Uniform Commercial Code: over bepaaldheid en publiciteit

T.H.D. Struycken

De floating charge van Engelse origine en het Amerikaanse regime van Article 9 Uniform Commercial Code geven te denken over twee aspecten van het Nederlandse zekerhedenrecht: bepaalbaarheid en publiciteit. Over de mate waarin de zekerheidsobjecten dienen te worden bepaald bij de vestiging van zekerheidsrechten in het Nederlandse recht, blijkt weinig met zekerheid te kunnen worden gezegd; het bekende Sio-arrest is een te zwakke basis voor de ‘heersende mening’ omtrent verpanding van roerende zaken. Verder steekt het stil pandrecht schril af bij het publiciteitsregime van het Anglo-Amerikaanse zekerhedenrecht. Er is reden te denken dat het publiciteitsloze pandrecht in strijd is met Europees mededingingsrecht. Bovendien sluit de juridische dogmatiek van het zekerhedenrecht slecht aan bij de realiteit van de kredietwereld.

Bijzonder nummer | Anglo-Amerikaans recht
mei 1998
AA19980417

De betekenis van het Internationale Kinderrechtenverdrag voor Nederland

E.M. Mijnarends

In het navolgende zullen een aantal 'karaktertrekken' van het IVKR aan de orde komen, alsmede de toegevoegde waarde van het IVKR op bestaande mensenrechtenverdragen, de toegevoegde waarde van een aantal jeugdstrafrechtbepalingen en de recente behandeling van de Nederlandse regeringsrapportage door het Kinderrechten Comité van het Nederlandse jeugdstrafrecht.

Overig | Rode draad | Minderjarigen in het recht
februari 2000
AA20000082

De betekenis van religie in het familierecht. Is de gelijkstelling van een religieus huwelijk met het burgerlijke huwelijk opportuun?

Is de gelijkstelling van een religieus huwelijk, zoals een Christelijk of Islamitisch huwelijk, met het burgerlijk huwelijk opportuun?

D. Beke

De bijdrage onderzoekt de wenselijkheid om in België en Nederland religieuze huwelijken dezelfde officiële status te verlenen als het burgerlijke huwelijk. De vraagstelling wordt uitgewerkt aan de hand van het voorbeeld van het islamitische huwelijk.

Bijzonder nummer | Recht & Religie
juli 2003
AA20030573

De betekenis van taal in het strafrecht

N. Rozemond

De taalkundige interpretatiemethode schrijft voor dat aan alle begrippen in een wettelijke strafbepaling betekenis wordt toegekend in verband met de gevallen waarin de bepaling wordt toegepast. Dat gebeurt echter niet altijd, zoals uit het Elektriciteit-arrest, het Runescape-arrest en het Belminuten-arrest blijkt. Deze arresten staan daarom op gespannen met het legaliteitsbeginsel.

Bijzonder nummer | Recht & taal
juli 2015
AA20150624

De beurs-NV van nul tot nu van VOC tot hedge fonds

J.M. de Jongh

Post thumbnail

Conflicten tussen aandeelhouders en bestuurders zijn van alle tijden. Zij doen zich niet alleen voor bij wanbeleid maar ook bij belangenconflicten. Matthijs de Jongh schreef een ontwikkelingsgeschiedenis van de kapitaalvennootschap aan de hand van de ingewikkelde verhouding tussen aandeelhouders en de vennootschap. In deze bijdrage belicht hij enkele hoofdlijnen uit zijn boek.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
oktober 2014
AA20140777

De bevoegdheid van de rechterlijke macht naar artikel 112 van de Grondwet

C.J. Borman

De grondwettelijke bepalingen inzake opdracht van berechting van geschillen aan de rechterlijke macht (art. 167 en 168 GW (oud)) hebben bij de herziening van 1983 twee vernieuwingen ondergaan. De aan de rechterlijke macht voorbehouden bevoegdheid is opnieuw omschreven, en het begrip rechterlijke macht is aan een herijking onderworpen. De beide vernieuwingen komen in dit artikel aan de orde.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
november 1984
AA19840608

De bevrijdende verjaring herzien

J.L. Smeehuijzen

Mij is gevraagd in deze bijdrage te reflecteren op mijn proefschrift getiteld De bevrijdende verjaring (2008). Ik zal drie aspecten belichten, te weten (i) de ‘methode’ van het onderzoek, (ii) de opkomst van de klachtplicht van artikel 6:89 BW en (iii) de mate waarin het proefschrift in praktijk en wetenschap weerklank heeft gevonden.

Literatuur | Voortschrijdend inzicht
mei 2020
AA20200508

De Bewijsfuik. Hoe en wanneer moet een oud-mijnwerker zijn silicose bewijzen?

L.J.A. Damen

Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 28 juni 1999, ECLI:NL:RVS:1999:AH6762, nrs. H01.98.1888/Q01 t/m H01.98.1898/Q01, JB 1999, 197, m.nt. R.J.N.S., AB 1999, 360, m.nt. MSV (mrs. Van der Does, Van der Weel, Van Wagtendonk). Bewijslastverdeling: wie moet wat bewijzen? Wat moet al in de bezwaarschriftfase bewezen worden? Nog herstel bij de rechter mogelijk? Na de argumentatieve fuik nu ook de bewijsfuik?

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 2000
AA20000061

Resultaat 1381–1392 van de 12335 resultaten wordt getoond