Resultaat 997–1008 van de 1039 resultaten wordt getoond

Voetbaltransfers onder vuur van de Europese Commissie en de FIFA?

M. Boetekees, T. van Straveren

In 1967 bedroeg het transferbedrag voor de overgang van Theo Laseroms van Sparta naar Pittsbourg Phantoms ƒ 210.000,–,in 1988 bedroeg het transferbedrag voor de overgang van Ruud Gullit van PSV naar A.C.Milan ƒ 17.000.000,–en in 2000 zou Ruud van Nistelrooy voor ƒ 60.000.000,–à ƒ 70.000.000,–van PSV naar Manchester United zijn overgegaan ware hij niet geblesseerd geraakt.De Europese Commissie onder leiding van Commissaris Monti wil aan deze enorm inflatoire handel een einde maken, maar vindt daarbij de FIFA en UEFA op haar weg. In dit artikel zal ingegaan worden op de discussie tussen de FIFA en UEFA enerzijds en de Europese Commissie anderzijds en de gevolgen daarvan voor het Nederlandse transfersysteem.

Verdieping | Verdiepend artikel
april 2001
AA20010224

Voorbij de trias politica

Over de constitutionele betekenis van ‘public interest litigation’

R.A.J. van Gestel, M.A. Loth

Post thumbnail Zoals de Urgenda-zaak laat zien, roept ‘public interest litigation’ al snel de vraag op of de rechter niet op de stoel van de wetgever gaat zitten, waardoor democratische waarborgen doorkruist zouden worden. Wij menen dat die stelling soms ook omgedraaid kan worden en dat algemeenbelangacties die beslecht worden door de rechter juist als een uitdrukking van democratische legitimatie gezien kunnen worden, zolang de rechter de beleidsvrijheid van de Staat voldoende respecteert en zijn normstellende optreden objectiveert en rechtvaardigt.

Verdieping | Verdiepend artikel
september 2019
AA20190647

Voordeelstoerekening anno 2017

T. Hartlief

Post thumbnail

Voordeelstoerekening ex artikel 6:100 BW: een lastig leerstuk omdat de afbakening ten opzichte van schadebegroting niet eenvoudig is én vanwege rechtspraak van de Hoge Raad die vooral in het teken van restrictieve toepassing stond. In het in 2016 in de context van het mededingingsrecht gewezen arrest TenneT/ABB lijkt de Hoge Raad echter een andere weg ingeslagen. Maar welke precies? Tot welke verschuivingen aan het front van schadebegroting en voordeelstoerekening geeft het aanleiding?

Verdieping | Verdiepend artikel
juni 2017
AA20170473

Voorkomen en aantasten van zekerheidsverschaffing op basis van artikel 20 Algemene Bankvoorwaarden

J.L.M. Groenewegen

Bancaire kredietverlening gaat in de praktijk gepaard met zekerheidsverschaffing, waarbij de Algemene Bankvoorwaarden (verder: ABV) een belangrijke rol spelen. In dit verband rijst de vraag naar de consequenties hiervan voor de overige crediteuren van de desbetreffende kredietnemer. In dit artikel zullen enkele aspecten van zekerheidsverschaffing aan banken worden besproken, mede tegen de achtergrond van twee belangrijke arresten van de Hoge Raad over deze materie. De nadruk zal in het bijzonder liggen op de aantasting van verschafte zekerheden door middel van de Actio Pauliana ex artikel 42 en 47 Fw. De gebruikelijke restrictieve interpretatie van laatstgenoemd artikel wijst de auteur van de hand, waartegenover hij een alternatief stelt dat voortbouwt op de door de Hoge Raad uitgezette lijnen. In dit artikel zal allereerst worden ingegaan op de vraag onder welke omstandigheden de zekerheidsverlangens van een bank (nog) gerechtvaardigd zijn en in hoeverre de debiteur/ kredietnemer door middel van een kort geding zekerheidsverschaffing kan voorkomen, zonder onmiddellijke stopzetting van de kredietverlening te riskeren. Vervolgens komen de aantasting van reeds verstrekte zekerheden en de verweermogelijkheden van de bank hiertegen aan de orde. In tegenstelling tot de gewone crediteur buiten faillissement beschikt de faillissementscurator nog over een extra aantastingsmogelijkheid in artikel 47 Fw. Omdat zal blijken dat de 'normale' Actio Pauliana slechts in enkele uitzonderingsgevallen tot zekerheidsaantasting kan leiden, komt aan artikel 47 Fw een bijzondere betekenis toe, welke een uitgebreide bespreking rechtvaardigt.

Verdieping | Studentartikel
februari 1989
AA19890095

Voorlopige bewijsverrichtingen: wat kun en moet je ermee, nu en in de (nabije?) toekomst?

C.J.M. Klaassen

Post thumbnail Het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering voorziet in zogenoemde ‘voorlopige bewijsmaatregelen’. Wat is eigenlijk het nut en wat zijn de mogelijkheden hiervan? Deze bijdrage besteedt aandacht aan deze kwestie in de context van enerzijds recente rechtspraak en anderzijds ontwikkelingen rond de modernisering van het bewijsrecht.

Verdieping | Verdiepend artikel
februari 2019
AA20190097

Voorrangsregels inzake agentuurovereenkomsten

P. van Ginneken

Agentuurovereenkomsten betreffen in een zeer groot aantal gevallen contracten tussen een handelsagent van Nederlandse of vreemde en een principaal van vreemde nationaliteit. Deze contracten worden bovendien dikwijls in het buitenland gesloten. De kans dat partijen buitenlands recht op hun overeenkomst van toepassing verklaren, is daarom aanzienlijk. Aan de werking van een door de principaal gedirigeerde rechtskeuze worden evenwel weinig beperkingen gesteld. Het is maar de vraag of voor de agent enige bescherming te verkrijgen is via het leerstuk van de voorrangsregels.

Verdieping | Studentartikel
juni 1995
AA19950460

Vreemdelingenbeleid en kinderrechten

E. Kruijen, S. Meuwese

Terwijl we discussiëren of Nederlandse biologische grootouders evenveel recht hebben op omgangmet de (klein)kinderen als de sociale ouders, vragen we wel van juridische ouders met een niet-Nederlandse nationaliteit de ‘feitelijke gezinsband’ te bewijzen. Daar waar we Nederlandse jongerenop drift, weggelopen en dakloos, onmiddellijk in de crisisopvang plaatsen, stoppen we minderjarigevluchtelingen die in Nederland terechtkomen in de terugkeervariant. En hoewel we eenaantal jaren geleden de onwettigheid van kinderen hebben afgeschaft, noemen we kinderen zondergeldige verblijfsstatus ‘illegale’ kinderen. Het lijkt wel of de balans tussen familierecht envreemdelingenrecht zoek is: we meten duidelijk met twee maten, een voor Nederlanders en eenvoor vreemdelingen.

Verdieping | Verdiepend artikel
september 2002
AA20020610

Vrijheid van meningsuiting vs. discriminatieverboden

J.W. Nieuwboer

Al een poosje staat de botsing tussen de vrijheid van meningsuiting (art. 7 van de Grondwet, ingevoerd in 1983) en de discriminatieverboden, verwoord in niet alleen artikel 1 van de Grondwet, maar ook in het strafrecht, in de belangstelling. Aan de orde zal komen dat Janmaat in het verleden gestraft is voor uitspraken waarmee hij geacht werd te discrimineren, terwijl Fortuyn en Balkenende in een recent verleden zich zonder sanctie afzetten tegen allochtonen. Hierop en op de strafrechtelijke verboden wordt in dit artikel ingegaan, waarbij deze bijdrage zich beperkt tot discriminatie op grond van ras.

Verdieping | Verdiepend artikel
december 2002
AA20020868

Vrouwen en vluchtelingenrecht

T.P. Spijkerboer

Bijzonder nummer | Vreemdelingenrecht | Verdieping | Studentartikel
mei 2000
AA20000399

Waait er na het kinderopvang­toeslagenschandaal een frisse wind door de bestuursrechtspraak?

L.J.A. Damen

Post thumbnail Eind 2019 was er de Wende: de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State ‘ging om’ in het Kinderopvangtoeslagenschandaal. Eind 2020 verscheen het – terecht vernietigende – rapport Ongekend onrecht van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag. Eind 2021 verschenen zelfreflectierapporten van de rechtbanken en de Afdeling. Waait er nu een frisse PKW (Post-Kinder­opvangtoeslagenschandaal-Wind) door de bestuursrechtspraak?

Verdieping | Verdiepend artikel
september 2022
AA20220627

Waar gaat het met de kabinetsformatie heen? Een reprise

M. Farkas

In Nederland wordt al bijna dertig jaar gediscussieerd en gerapporteerd over de kabinetsformatie. Nog recentelijk is een rapport verschenen waarin 'nieuwe' voorstellen worden gedaan ten aanzien van de kabinetsformatie, het rapport van de Commissie-De Koning. Eén van de adviezen van deze commissie is om — na verkiezingen — géén informateur meer te benoemen. Een terecht advies, want in de loop van de jaren tachtig is de informateur steeds meer zijn stempel gaan drukken op het formatieproces, terwijl de politieke verantwoording voor zijn arbeid zowel gebrekkig als paradoxaal te noemen is.

Verdieping | Studentartikel
juli 1993
AA19930533

Resultaat 997–1008 van de 1039 resultaten wordt getoond