Verdieping

De telefoontap is de voorstellen van de Commissie-Moons

J.A. Klein Kranenburg

Het afluisteren en opnemen van telefoongesprekken door justitie is een steeds vaker gehanteerd middel in de strijd tegen de toenemende criminaliteit. Gezien het ingrijpende karakter van de maatregel is een zorgvuldige wettelijke regeling van de telefoontap geboden. De Commissie-Moons heeft in het kader van de herziening van het gerechtelijk vooronderzoek voorstellen gedaan tot wijziging van de huidige regeling. Deze zullen van enkele kritische kanttekeningen worden voorzien.

Verdieping | Studentartikel
februari 1991
AA19910126

De tien tafelen van de Nederlandse wet. Dat zou toch mooi zijn?

Interview met prof.mr. A.S. Hartkamp

M.W. Hesselink, H. Wattendorff

Hoewel zijn voorkeur uitging naar de klassieke talen, studeerde Arthur Severijn Hartkamp (1945) rechten aan de Universiteit van Amsterdam van 1962 tot 1968. Na zijn studie werd Hartkamp wetenschappelijk medewerker bij de vakgroep rechtsgeschiedenis van diezelfde universiteit, waar hij in 1971 cum laude promoveerde bij prof.mr. J.A. Ankum. De titel van zijn proefschrift was: 'Der Zwang im römischen Privatrecht'. Van 1974 tot 1989 was Hartkamp werkzaam op de Stafafdeling Wetgeving NBW van het Ministerie van Justitie als naaste medewerker van regeringscommissaris Snijders. Naast zijn werk op de Stafafdeling had Hartkamp verschillende deel tijdfuncties elders. Zo doceerde hij in Leiden gedurende zes jaar het keuzevak NBW (1977-1983). Sinds 1982 is hij raadsheer-plaatsvervanger in het Gerechtshof te Amsterdam. Een andere nevenfunctie van Hartkamp was het redacteurschap van het NJB (1985-1989). Verder had hij voor Nederland zitting in internationale commissies als Unidroit en Uncitral (1981-heden respectievelijk 1978-1989). In 1986 werd Hartkamp benoemd tot Advocaat-Generaal bij de Hoge Raad, tot 1989 voor halve tijd gedetacheerd bij het Ministerie van Justitie. Sinds 1989 is hij A-G voor de volle werktijd.Hartkamp bewerkte de Asser-Rutten (Verbintenissenrecht) naar NBW. De Asser-Hartkamp bestaat uit drie delen. In een periode van vier jaar verschijnt er ieder jaar een nieuwe druk van één van de delen. In het vierde jaar heeft Hartkamp tijd voor andere publicaties. Sinds 1989 is Hartkamp redacteur van het WPNR. De redactie van het WPNR is een rustig gezelschap en niet vergelijkbaar met de NJB-redactie, aldus Hartkamp. Het hoogleraarschap werd zijn deel in 1991. Hij werd benoemd tot deeltijd-hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Utrecht, met als leeropdracht privaatrecht, in het bijzonder burgerlijk recht. Er zijn overigens niet veel universiteiten die hem daarvóór niet voor een hoogleraarschap hadden gepolst. Eén van de weinige typisch juridische beroepen die Hartkamp nooit heeft uitgeoefend, is dat van advocaat. Doordat zijn vader advocaat was, maakte hij dit beroep als kind van te dichtbij mee om het nog aantrekkelijk te vinden, zo zegt hij zelf. Wij spraken met Hartkamp onder meer over zijn verschillende functies, over het NBW en over de Asser-Hartkamp.

Verdieping | Interview
december 1991
AA19911109

De toegevoegde waarde van de Wet extern klachtrecht

R. Ortlep

Dit artikel geeft een omschrijving van de Wet extern klachtrecht en waarom die belangrijk is voor consumenten.

Verdieping | Verdiepend artikel
maart 2004
AA20040169

De toekomst van het ondernemingsrecht: back to basics

M.J.G.C. Raaijmakers

een uiteenzetting hoe het huidige ondernemingsrecht zich verhoudt tot de sterk veranderende dagelijkse praktijk, met bijvoorbeeld private equity en hedge funds.

Verdieping | Verdiepend artikel
november 2006
AA20060792

De Toekomst van het Personen-, Familie- en Jeugdrecht

Verslag van het afscheidscollege van prof.mr. M. Rood-de Boer / studiedag 'aspecten van de jeugdhulpverlening in Noord-Brabant' (KUB)

E. Florijn, T.B. Trotman

Prof.mr. M. Rood-de Boer is sinds 1971 werkzaam geweest als buitengewoon hoogleraar personen-, familie- en jeugdrecht aan de Katholieke Universiteit Brabant (KUB) en aan de Rijksuniversiteit Utrecht (RUU). Op 28 oktober 1988 nam zij afscheid van de RUU, op 30 juni 1989 van de KUB. Ter gelegenheid van haar emeritaat gaf mevrouw Rood twee slotcolleges getiteld 'Toekomst van het Personen-, Familie- en Jeugdrecht.1 De vakgroep Jeugdrecht van de KUB organiseerde op 30 juni 1989 een studiedag die in het teken stond van het afscheid van mevrouw Rood: 'Aspecten van de jeugdhulpverlening in Noord-Brabant'. Dit verslag is gebaseerd op de slotcolleges van mevrouw Rood en op twee inleidingen die op de studiedag werden gehouden. Onder meer de visie van prof.mr. Rood-de Boer op de algemene beginselen van het personen en familierecht komt aan bod, evenals de rol van de kinderrechter en het fenomeen van de omgangsregeling.

Verdieping | Studentartikel
december 1989
AA19890984

De toekomst van VN-sancties

L.J. van den Herik

Post thumbnail

De animo voor VN-sancties is thans minder groot dan in de jaren 90 als gevolg van nieuwe geopolitieke realiteiten. In situaties die Syrië, Myanmar, Belarus en Venezuela betroffen zijn geen VN-sancties opgelegd, maar wel eenzijdige maatregelen genomen door de VS, de EU en door andere staten. Wat is, gezien deze ontwikkeling naar meer frequente inzet van (gecoördineerde) unilaterale sancties, de toekomst van VN-sancties en in het bijzonder van de institutionele architectuur van VN-sancties? Dit artikel beargumenteert dat VN-sanctiehervorming van groot belang is en blijft, ondanks de verschuiving naar unilaterale sancties. VN-sancties zouden een voorbeeld moeten stellen waar het gaat om eerlijke en duidelijke procedures, en humanitaire vrijstellingen.

Verdieping | Verdiepend artikel
februari 2022
AA20220111

De toepassing van de Werkloosheidswet bij afroepkontrakten

E. Bauw, N. Frenk

Eén van de opvallende verschijnselen waarmee de rechtspraktijk de laatste jaren (1988) wordt geconfronteerd, is het toenemende gebruik van op- of afroepcontracten. In de detailhandel, de horeca, de gezondheidszorg en de maatschappelijke dienstverlening is het werken op afroep sterk in populariteit toegenomen, althans aan de kant van de werkgever. Uit een recent onderzoek is namelijk gebleken dat er aan de kant van de afroepkracht bij de acceptatie van deze flexibele baan veelal sprake is van een negatieve keuze. Volgens cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek waren er in 1986 ongeveer 126.000 mensen als afroepkracht werkzaam, hetgeen neerkomt op drie procent van de werkende bevolking. Voorts is gebleken dat maar liefst 70% van de afroep krachten uit gehuwde vrouwen bestaat.

Verdieping | Studentartikel
juli 1988
AA19880427

De totstandkoming en uitleg van besluiten. Een vloeiende lijn tussen Boek 2, Haviltex en cao?

K.A.M. van Vught

Post thumbnail

Organen van rechtspersonen nemen besluiten. Welke vereisten gelden voor de totstandkoming daarvan? En hoe moeten besluiten – eenmaal tot stand gekomen – worden uitgelegd? Deze bijdrage bespreekt beide vragen naar geldend en wenselijk recht, mede aan de hand van rechtsvergelijking.

Verdieping | Verdiepend artikel
juni 2018
AA20180449

De trias politica in de gelaagde EU-rechtsorde

H.C.F.J.A. de Waele

Post thumbnail Nederland maakt deel uit van de gelaagde rechtsorde die Europese Unie heet. In hoeverre krijgt de trias politica daarbinnen nog een zuivere plaats, welke implicaties heeft een dergelijke gelaagdheid voor de machtenscheiding in Nederland, en welke rol speelt het Hof van Justitie precies? Dit artikel geeft antwoord op deze vragen, waarbij het aan de hand van actuele voorbeelden inzicht verschaft in hoe de nationale en supranationale actoren zich tot elkaar verhouden. Het intensief met elkaar verknoopt zijn maakt dat ongerijmdheden op het ene niveau soms tot knelpunten en verzet leiden op het andere. Zoals recente ontwikkelingen suggereren, kan wrijving tussen de verschillende publieke sferen zorgen voor prachtige glans, maar riskeert die tevens te leiden tot krassen op beider blazoen.

Verdieping | Verdiepend artikel
oktober 2020
AA20200891

De United Nations Compensation Commission

Een stap vooruit in het internationale staatsaansprakelijkheidsrecht?

L. van Zoelen

Inmiddels is het meer dan vijf jaar geleden dat de Golfoorlog na ingrijpen van de Verenigde Naties (VN) tot een einde kwam. De schade die in die oorlog werd toegebracht, is enorm. Minder bekend is dat de slachtoffers van de Golfoorlog — en hier betreft het zowel natuurlijke personen als nationale en internationale rechtspersonen — een schadevergoeding van Irak kunnen ontvangen via de United Nations Compensation Commission (UNCC). Deze Commissie is speciaal door de Veiligheidsraad (VR) opgericht om schadevergoedingen toe te kennen uit het United Nations Compensation Fund (UNCF). Opmerkelijk is dat deze Commissie die de claims beoordeelt tevens bevoegd is om, voorzover de VR daarin niet heeft voorzien, de aansprakelijkheid van Irak en de schadevergoedingsprocedure zelf nader te regelen. In welke mate verschillen de UNCC-regels en die van de VR van het traditionele staatsaansprakelijkheidsrecht en in hoeverre kan de inhoud ervan bijdragen aan een verbetering van het traditionele internationale aansprakelijkheidsrecht?

Verdieping | Studentartikel
december 1996
AA19960738

De universaliteit van de mensenrechten

G.A. van der Wal

In dit artikel als bijdrage bij de Rode draad 'Recht & Ethiek' komt de universaliteit van mensenrechten aan de orde. Besproken wordt in hoeverre mensenrechten in verschillende landen en culturen geldig kunnen zijn, wat hun karakter is en of zij wel de juiste maatstaf zijn voor een 'goede samenleving'.

Overig | Rode draad | Recht en ethiek | Verdieping | Studentartikel
april 1998
AA19980241

De veranderende rol van de Nederlandse rechter

W. Sorgdrager

Post thumbnail Het machtsevenwicht van de trias politica is geen statisch gegeven. De machten verschuiven ten opzichte van elkaar. Lange tijd is de rechter gezien als de zwakste van deze staatsmachten, maar door de toegenomen mondigheid van de burger worden meer vragen aan de rechter voorgelegd. De rechter moet daarop responderen. In die respons speelt ook de toetsing aan het internationale recht een grote rol. Deze veranderende positie van de rechter kan nu niet meer als de ‘zwakste’ van de drie staatsmachten beschouwd worden. Dat schuurt wel eens.

Verdieping | Verdiepend artikel
oktober 2020
AA20200874