Verdiepend artikel
Resultaat 397–408 van de 632 resultaten wordt getoond
Mulder q.q.-CLBN (Connection) tien jaren laterAnnotatie
Annotatie
R.D. Vriesendorp
Hoge Raad 17 februari 1995, nr. 15743, ECLI:NL:HR:1995:ZC1641, NJ 1996, 471; Ars Aequi 1995, p. 604-611 (AA19950604) (Mulder/CLBN) Inning van verpande vorderingen door pandgever/curator.
Overig | Rode draad | Raad en daad | Verdieping | Verdiepend artikel
september 2005
AA20050744
Resultaat 397–408 van de 632 resultaten wordt getoond





Eind vorig jaar heeft de Hoge Raad een tweetal arresten gewezen inzake de zogeheten Mr. Big-methode. Onderzocht wordt wat de uitspraken betekenen voor de toekomstige inzet van deze methode en hoeveel ruimte het door de Hoge Raad geschetste kader nog biedt voor andersoortige, op artikel 126j Sv gestoelde undercoveroperaties waarin opsporingsambtenaren actief interfereren in het leven van verdachten.
Het voorstel inzake de Wet aanpassing bestuursprocesrecht beoogt met maatregelen als het relativiteitsvereiste en incidenteel hoger beroep een ‘slagvaardiger’ bestuursprocesrecht te creëren. De taak van de bestuursrechter tot handhaving van het objectieve recht (rechtmatigheidscontrole) verdwijnt hierdoor meer naar de achtergrond. Een overzicht op hoofdlijnen en een eerste oordeel.
Een belangrijk kenmerk van de SE-VO is dat zij vooral is gericht op grote ondernemingen. Dat past goed bij de tijdgeest waarin het SE-project werd gestart. De laatste jaren richt de Europese wetgever zich echter in toenemende mate op het midden- en kleinbedrijf . Een logische gedachte is dan ook om een met de SE vergelijkbare rechtsvorm in het leven te roepen, maar dan gericht op kleine en middelgrote ondernemingen. Die gedachte is ook gevolgd door de Commissie. Op 25 juni 2008 heeft zij een voorstel voor een verordening betreffende het statuut voor een Europese besloten vennootschap (SPE) openbaar gemaakt. In deze bijdrage zal het voorstel van de Commissie uit 2008 nader worden onderzocht.