Resultaat 97–108 van de 268 resultaten wordt getoond

Een mensenrechtenadvocaat aan het woord: strategisch procederen in goede en slechte (of uitermate zorgwekkende) tijden

Een interview met Channa Samkalden

W.Y. Hu, D. Pistora

Post thumbnail Mensenrechten zijn aan de orde van de dag. Er zijn vele manieren om een bijdrage te leveren aan dit maatschappelijk debat. Een daarvan is het inzetten van een juridische procedure om de naleving van mensenrechten door de Staat en/of ondernemingen ter discussie te stellen. Redacteuren van Ars Aequi gaan daarom in gesprek met Channa Samkalden, mensenrechtenadvocaat te Amsterdam, over strategisch procederen, mensenrechten en de maatschappelijke tendens.

Perspectief | Perspectiefartikel
juni 2023
AA20230478

Een toepassing van Informatie- en Communicatietechnologie in het vaardighedenonderwijs

C.C.W.M. Aretz, N.H.W. van der Meer, R.A.M. Quanjel-Schreurs, A.M.A.G. Starren-Weijenberg

Perspectief | Perspectiefartikel
juni 2000
AA20000437

Eerste bedrijf – Beukenoot en Crainquebille, slachtoffers van rechtspraak die het individu verwaarloost

J.C.M. Leijten

Post thumbnail Gedachten over recht en litteratuur in zeven bedrijven. De komende maanden verschijnt in Ars Aequi een serie van zeven artikelen van Jan Leijten over recht en literatuur. In dit eerste bedrijf schrijft hij over Marianne Philips’ De zaak Beukenoot en Crainquebille van Anatole France. In het meinummer verschijnt het tweede bedrijf, over Anthony Trollope.

Perspectief | Perspectiefartikel
april 2008
AA20080308

Eigen recht eerst?

Over nut en noodzaak van oud-vaderlands recht

J.M. Milo

Post thumbnail Kennis van oud-vaderlands recht is nuttig en noodzakelijk. Ons positieve recht is in wezen een tweestromenland, waarbij niet alleen Romeins recht, maar ook oud-vaderlands recht steeds aanwezig is achter een hedendaagse methodische en inhoudelijke façade van wettekst en arrest. Wie eigen recht echt wil kennen, kan niet heen om oud vaderlands recht.

Perspectief | Perspectiefartikel
juni 2020
AA20200626

ERASMUS en de OV-studentenkaart

H.S.J. Albers

Met ingang van 1 januari 1991 hebben alle studenten in Nederland die een basisbeurs ontvangen de beschikking gekregen over een OV-studentenkaart. Op vertoon van deze kaart kan de houder in geheel Nederland onbeperkt met het openbaar vervoer reizen. Op het eerste gezicht lijkt het alsof er niets aan de hand is. De studenten reizen, of ze het nu leuk vinden of niet, 'gratis' met het openbaar vervoer, en de minister van O&W bezuinigt met deze actie op de basisbeurzen. Toch kleven er aan deze regeling aspecten die op gespannen voet zouden kunnen staan met het Europese recht. De OV-studentenkaart is in het buitenland immers niet geldig. Wanneer nu een student besluit om een deel van zijn studie in het buitenland te volgen wordt, zodra hij de Nederlandse grens oversteekt, zijn studietoelage als het ware gekort met een bedrag gelijk aan de waarde van zijn OV-studentenkaart. Toen dit probleem in de Tweede Kamer van het Nederlandse Parlement aan de orde werd gesteld, weigerde de minister uitdrukkelijk een regeling te treffen voor de studerenden in het buitenland. De student wordt voor zijn verlies dus niet gecompenseerd. Ook in het Europees Parlement zijn vragen gesteld over deze kwestie. De Commissie werd gevraagd of zij van mening is dat de OV-kaartenregeling discriminerend is en of deze in strijd komt met het Gemeenschappelijk beleid om de mobiliteit van studenten te bevorderen zoals dat is neergelegd in het ERASMUS-besluit. In dit artikel zal onderzocht worden in hoeverre de huidige regeling voor de OV-studentenkaart, waarbij geen compensatie geboden wordt voor de waardevermindering van de studiebeurs bij studie en verblijf in het buitenland, inderdaad in strijd komt met het EG-recht. Hierbij zal met name gelet worden op de bepalingen van het ERASMUS-programma die zijn vervat in Besluit 87/32 van de Raad. Tenslotte zal kort besproken worden in hoeverre het mogelijk is om tegen de beslissing van de minister, indien die inderdaad in strijd mocht blijken te komen met het EG-recht, op te komen.

Perspectief | Perspectiefartikel
maart 1992
AA19920151

Ervaringen met het onderwijsrecht binnen het Landelijk Studenten Rechtsbureau

P.J. Neijt

Het onderwijsrecht laat zich kenmerken door een verscheidenheid aan beroepscolleges en procedures. Deze verscheidenheid heeft tot gevolg dat veel studenten niet de juiste weg weten te vinden. Dit stuk beschrijft de problemen op grond van ervaringen, opgedaan binnen het Landelijk Studenten Rechtsbureau en geeft aanbevelingen om de problemen op te lossen.

Perspectief | Perspectiefartikel
februari 2001
AA20010094

Estate planning? Een generalistisch specialisme

Van de Embryowet tot de Wet studiefinanciering 2000

F.W.J.M. Schols

Estate planning is een vakgebied, dat gezien kan worden als een generalistisch specialisme, waar diverse civielrechtelijke en fiscale rechtsgebieden bijeenkomen en geïntegreerd worden aangepakt rondom het overlijden van een natuurlijk persoon. Estate planning is gericht op het gestructureerd regelen van de overgang van het (familie)vermogen naar (meestal) de volgende generatie en het (tijdelijke) beheer van dat vermogen na overlijden. Estate planning kan gezien worden als het sluitstuk op de financiële planning van een persoon.

Perspectief | Perspectiefartikel
december 2007
AA20071002

Europees recht en de opleiding Nederlands recht; de Utrechtse variant

K.J.M. Mortelmans

Door de werking van het Europese recht worden nationale barrières - juridische en andere - geslecht en komen Europese regelingen tot stand. Op de Nederlandse arbeidsmarkt bestaat een groeiende vraag naar juristen met een gedegen kennis van het Europese recht. De Nederlandse juridische faculteiten spelen op deze ontwikkelingen in. In deze bijdrage wordt aandacht besteed aan de Utrechtse variant.

Perspectief | Perspectiefartikel
september 1995
AA19950678

Facult Internationale de Droit Comparé

S. Gijsen, C. Oudegeest

De auteurs hebben op aanbeveling van hun docent algemene rechtsvergelijking, mw. prof.dr. K.R.S.D. Boele-Woelki, een beurs toegekend gekregen om deel te nemen aan de eerste cyclus van de opleiding aan de Faculté Internationale de Droit Comparé. Zij volgden deze cyclus van 25 maart tot 13 april 1996 aan de universiteit van Straatsburg. In dit artikel volgt een beschrijving van de universiteit, de toekenning van een beurs, het opleidingsprogramma en het verblijf in Straatsburg.

Perspectief | Perspectiefartikel
oktober 1996
AA19960622

Functies in de juridische ondersteuning van de rechtbank s-Gravenhage

P. Keuning

Beschrijving van verschillende ondersteunende juridische functies in gerechten zoals griffier, buitengriffier.

Perspectief | Perspectiefartikel
april 2007
AA20070386

Gedragsdeskundige rapportages in strafzaken: een weerbarstige materie

C.M. van Esch

Onderzoek naar forensisch gedragsdeskundige rapportages in strafzaken leert dat gedragsdeskundigen bij de verslaglegging verschillende verplichtingen verzaken. Bovendien zijn veel rapporten weinig toegankelijk. Verrassend is daarom dat rechters zich weinig kritisch opstellen ten aanzien van de gedragsdeskundige adviezen. Zo nemen zij in tachtig procent van de zaken het advies van de gedragsdeskundige over de toerekeningsvatbaarheid over, terwijl de beschrijving van de relatie tussen stoornis en tenlastegelegde dat zelden rechtvaardigt. Dit artikel biedt gebruikers van Pro-Justitiarapportages (en ook gedragsdeskundigen) handvatten om te beoordelen in hoeverre forensisch psychiaters en psychologen ten aanzien van een aantal aspecten bij de verslaglegging voldoen aan hun verplichtingen.

Perspectief | Perspectiefartikel
november 2012
AA20120875

Gerechtsdeurwaarder: een juridisch vak met praktische kanten

J.M. Wisseborn

Post thumbnail ‘Na mijn afstuderen in 1989 aan de Rijksuniversiteit Utrecht ben ik gaan werken op een gerechtsdeurwaarderskantoor. Van de precieze aard van de werkzaamheden van een gerechtsdeurwaarder wist ik op dat moment niet veel meer dan iedere andere student. Een deurwaarder brengt dagvaardingen uit en legt beslagen, veel meer wist ik er niet van. Het vak blijkt in de praktijk veel verder te gaan dan dat. Naast de ambtelijke werkzaamheden verricht een gerechtsdeurwaarder ook een aantal niet ambtelijke werkzaamheden, hetgeen hem een aparte juridische beroepsbeoefenaar maakt.’In dit artikel vertelt John Wisseborn over zijn afwisselende werk als gerechtsdeurwaarder.

Perspectief | Perspectiefartikel
mei 2011
AA20110396

Resultaat 97–108 van de 268 resultaten wordt getoond