Bijzonder nummer

Het grote democratische gat in de Europese Gemeenschap

J. Hontelez, B. van der Lek

Artikel waarin de positie van het Europees Parlement in Europa centraal staat. Er wordt besproken in hoeverre het Europees Parlement (voldoende) invloed heeft. Daartoe wordt allereerst ingegaan op de democratische veranderingen binnen de Europese Gemeenschap. Vervolgens komt het budgetrecht aan de orde zoals de nationale parlementen dit kennen. De samenwerkingsprocedure waarbij het Parlement en de Commissie betrokken wordt besproken. Verder komt de huidige praktijk aan de orde en de machtsmiddelen van het Europees Parlement.

Bijzonder nummer | Europa 1992
mei 1989
AA19890349

Het ijzeren geheugen van internet

A.W. Hins

Wil je weten wat er terecht gekomen is van een ex-klasgenoot? Een voor de hand liggende methode om daar achter te komen is het inschakelen van een zoekmachine op het internet. Binnen enkele seconden ontdek je dat hij vorig jaar als tweede is geëindigd bij een zeilwedstrijd op de Loosdrechtse Plassen. Of je vindt tal van brieven die hij heeft ondertekend als secretaris van een actiegroep tegen de bioindustrie. Voor het recht om ongehinderd inlichtingen en denkbeelden te ontvangen (art. 10 EVRM) is deze gemakkelijke toegang tot informatie natuurlijk gunstig. Er is echter ook een keerzijde.

Bijzonder nummer | Internet & recht | Verdieping | Studentartikel
juli 2008
AA20080558

Het incasso kort geding bij het Nederlands Arbitrage Instituut

G.W. van der Bend, M.A. Leijten

Het arbitragereglement van het Nederlands Arbitrage Instituut (NAI) voorziet sinds 1 januari 1998 in de mogelijkheid van een arbitraal kort geding. De praktijk wijst uit dat NAI arbiters geneigd zijn om in een kort geding waarin een geldvordering aan de orde is, de rechtspraak van de Hoge Raad die is gevormd onder artikel 289 Rv (oud), thans artikel 254 Rv, toe te passen. Wij vragen ons in dit artikel af in hoeverre dat gezien de huidige tekst en de toelichting op het NAI-reglement juist is, in het bijzonder in zaken waarin buitenlandse partijen betrokken zijn.

Bijzonder nummer | Buiten de rechter om
juli 2002
AA20020553

Het juiste gewicht in de schaal

C.E.H. Berger

Bijzonder nummer | Bewijs
juli 2010
AA20100499

Het juiste verstaan

Over de plaats van de hermeneutiek in een pluriforme rechtswetenschap

M.A. Loth

Is de hermeneutiek hopeloos achterhaald door de empirische en interdisciplinaire bestudering van het recht? Of is zij van blijvende betekenis voor de rechtswetenschap, en zo ja, welke is dan die betekenis? In deze bijdrage wordt betoogd dat de kern van de hermeneutiek – het regulatieve ideaal van het juiste verstaan – zowel van betekenis is voor de interpretatie van teksten, het begrijpen van menselijk gedrag, als voor het morele inzicht in wat de situatie vereist. Daarom blijft dat ideaal van betekenis voor een moderne pluriforme rechtswetenschap, dat zowel doctrinair, comparatief als empirisch onderzoek omvat.

Bijzonder nummer | Recht & taal
juli 2015
AA20150560

Het milieurecht in disharmonie?

Th.G. Drupsteen

Of er in het milieurecht sprake is van wetsharmonie en rechtsharmonie is moeilijk vast te stellen. Enerzijds staat dit jonge rechtsgebied voortdurend bloot aan invloeden van buiten. Anderzijds heeft het zelf nog niet een zodanig duidelijke systematiek ontwikkeld dat deze zouden leiden tot disharmonie.

Bijzonder nummer | Rechtsharmonie - Wetsharmonie
mei 1996
AA19960371

Het Nederlandse toelatingsbeleid voor asielzoekers

A.P. Taselaar

Bijzonder nummer | Vreemdelingenrecht | Verdieping | Studentartikel
mei 2000
AA20000376

Het OM in een spagaat

J.M. Reijntjes

De meest in het oog springende taak van het Nederlandse OM is de vervol-ging van strafbare feiten. De officier treedt dan op als openbaar aanklager. Van hem wordt verwacht dat hij – ofschoon hij partij is in het geding – toch onpartijdig blijft en behalve wat tegen de verdachte pleit, ook alles wat voor hem spreekt onder de aandacht van de rechter brengt. Is dat realistisch? Minstens zo belangrijk is zijn optreden bij de opsporing van delicten. Daarbij wordt hij niet alleen geacht het oog te houden op de doelmatigheid, maar ook op de rechtmatigheid van het politieoptreden. Biedt dat een ernstig te nemen waarborg? Kan in redelijkheid van hem worden verwacht dat hij fouten aan het licht brengt, waarvoor hij mede verantwoordelijk is? Er wordt dikwijls aan getwijfeld of van dit alles iets terecht komt. Maar is er een alternatief? En is het eigenlijk wel een probleem?

Bijzonder nummer | Krom~recht, over misstanden in het recht
juli 2005
AA20050597

Het onovertroffen Duitse privaatrecht

E.H. Hondius

Van alle stelsels van privaatrecht in Europa is dat van Duitsland het meest ontwikkeld. De constitutionalisering van het privaatrecht, het gebruik van open normen, de introductie van een algemeen deel – het zijn Duitse ontwikkelingen die Nederland en andere landen ten voorbeeld strekken. De hoge kwaliteit van het Duitse recht is voor een belangrijk deel te danken aan de doctrine, die hierbij voortbouwt op het habilitatiestelsel en op een reeks voortreffelijke juridische periodieken. Het is alleen de taal die aan een grotere uitstraling in de weg staat.

Bijzonder nummer | Duits recht
juli 2014
AA20140551

Het ontstaan van pseudo-herinneringen bij kinderen

Over de rol van plausibiliteit, valentie en kennis

H.P. Otgaar

Bijzonder nummer | Bewijs
juli 2010
AA20100513

Het overheidsbeleid ten aanzien van ouderen

J. Zwier

Hoewel in dit artikel het accent zal liggen op het ouderenbeleid, zoals dat is gevoerd door het huidige ministerie van WVC (1988) en het voormalige departement van CRM, blijven onderwerpen als inkomensbeleid en arbeidsmarktpositie niet onbesproken. Daarnaast besteed de auteur enige aandacht aan het beleid van de provincies en gemeenten, omdat vooral de laatste jaren door de voortgaande decentralisatie steeds meer onderdelen van het ouderenbeleid tot de verantwoordelijkheid van de lagere overheden zijn gaan behoren. Deze bijdrage is beperkt tot het beleid van na de oorlog, waarbij globaal de volgende periodes te onderscheiden zijn. De eerste 20 tot 25 jaar worden gekenmerkt door een beleid, dat vooral is gericht op de kwetsbaarsten onder de ouderen. Vanaf 1975 krijgt daarnaast de maatschappelijke integratie van ouderen veel aandacht. In de jaren tachtig tenslotte zien we dat de beheersbaarheid van de kosten steeds belangrijker wordt.

Bijzonder nummer | Ouderenrecht
oktober 1988
AA19880633

Het populisme en de democratie

M. van Rossem

Het onderstaand artikel gaat over de vraag of een te verre democratisering geen aantasting van de democratisering zelf is. Zo wordt er gekeken naar het resultaat van het charisma van mensen om gekozen te worden in het bestuur van een land.

Bijzonder nummer | De rechtsstaat Nederland
juli 2004
AA20040537