Bijzonder nummer

Resultaat 169–180 van de 475 resultaten wordt getoond

Doorwerking van beslissingen van het Straatsburgse Hof in afgesloten strafzaken

P.H.P.H.M.C. van Kempen

De wetgever heeft vooralsnog geen speciale voorziening getroffen om beslissingen van het Europese Hof voor de rechten van de mens te kunnen laten doorwerken in strafzaken die zijn afgesloten met een einduitspraak die in kracht van gewijsde is gegaan. Niettemin lijken er enige mogelijkheden te bestaan om een zekere mate van doorwerking te bewerkstelligen.

Bijzonder nummer | De derde in het recht
mei 1997
AA19970354

Draagt de wet openbaarheid van bestuur bij aan de democratische rechtsstaat?

L.J.A. Damen

Kan de Wet openbaarheid van bestuur bijdragen aan een goede en democratische bestuursvoering? Kan openbaarheid van bestuur bijdragen aan een beter functionerende democratische rechtsstaat?

Bijzonder nummer | De rechtsstaat Nederland
juli 2004
AA20040526

Dwingend consumentenrecht en de overgang naar een circulaire economie: het mes snijdt aan twee kanten

C.M.D.S. Pavillon

Post thumbnail

De Europese Commissie ziet in een toename van de dwingendrechtelijke consumentenbescherming een manier om de in de Green Deal aangekondigde ‘groene transitie’ te bewerkstelligen. De relatie tussen dwingendrechtelijke bescherming en de overgang naar een circulaire economie is echter minder eenduidig dan de Commissie doet voorkomen. Dwingend consumentenrecht – denk aan het herroepingsrecht – staat de overgang naar een circulaire economie ook wel degelijk in de weg.

Bijzonder nummer | Recht & Natuur
juli 2022
AA20220576

Economische analyse van de Nederlandse aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad

E. van Schilfgaarde

In dit artikel wordt de Nederlandse aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad besproken in het licht van de economische analyse zoals die de afgelopen dertig jaar vooral in de Verenigde Staten is ontwikkeld. Centraal staat de grondslag voor aansprakelijkheid uit eigen onrechtmatige daad, in het bijzonder het ongevallenrecht. In de eerste paragraaf wordt een korte uitleg gegeven van het economische model voor aansprakelijkheidsrecht; in de tweede paragraaf wordt de Nederlandse zorgvuldigheidsnorm getoetst aan het economische model; in de derde paragraaf wordt de rol van het toerekeningsvereiste in het Nederlandse onrechtmatige daadrecht besproken en in de vierde paragraaf wordt de economische analyse toegepast op de toerekenbare onrechtmatige daad.

Bijzonder nummer | Rechtseconomie
oktober 1990
AA19900750

Economische analyse van het consumentenrecht

R. Van den Bergh

Het consumentenrecht wordt vaak beschreven als een geheel van rechtsregels dat de positie van de 'zwakke' consumenten tegenover de 'sterke' verkopers moet verstevigen. Deze zienswijze is geen geschikt uitgangspunt voor een consumentenbeleid. Als er een machtsonevenwicht bestaat, moeten de oorzaken daarvan worden verduidelijkt. De economische analyse kan daarbij helpen; ze kan tevens aangeven of de vooropgestelde doelstellingen van 'consumentenbescherming' door (een bepaald type van) regelgeving kunnen worden gerealiseerd.

Bijzonder nummer | Rechtseconomie
oktober 1990
AA19900787

Een andere visie op de verhouding tussen publiek- en privaatrecht

Van de 'gemene rechtsleer' naar de 'gemeenschappelijke rechtsleer'

F.J. van Ommeren

In dit artikel voor het Bijzonder Nummer ‘Zoeken naar hiërarchie’ legt Frank van Ommeren uit dat volgens hem het publiek- en privaatrecht twee gelijkwaardige rechtsgebieden zijn die strikt van elkaar moeten worden gescheiden. Er bestaat dan ook geen hiërarchische verhouding tussen beide rechtsgebieden. Dat neemt niet weg dat beide rechtsgebieden gemeenschappelijke functies en uitgangspunten kennen. Voor de coherentie van de Nederlandse rechtsorde is het van belang dat deze principes in beide rechtsgebieden worden benadrukt.

Bijzonder nummer | Zoeken naar hiërarchie | Overig
juli 2012
AA20120562

Een carrousel van conformeren

Over de toerismebepaling uit de Winkeltijdenwet

G. Boogaard

In het bestuursrecht zijn drie organen bevoegd om in laatste instantie recht te spreken over bestuursrechtelijke zaken. Daarnaast kan ook de civiele rechter zich over sommige bestuursrechtelijke zaken uitlaten. Van een hiërarchische verhouding tussen deze verschillende rechterlijke instanties is geen sprake. In dit artikel voor het Bijzonder Nummer ‘Zoeken naar hiërarchie’ laat Geerten Boogaard zien dat door het gebrek aan hiërarchie tussen deze instanties in de praktijk interessante juridische vraagstukken kunnen ontstaan. Aan de hand van de uitleg van de ‘toerismebepaling’ in de Winkeltijdensluitingswet door drie rechterlijke instanties bespreekt hij op welke manier de bevoegdheden van drie rechterlijke kolommen met elkaar in harmonie kunnen worden gebracht.

Bijzonder nummer | Zoeken naar hiërarchie | Overig
juli 2012
AA20120573

Een kameleon in de Kongo

Gecombineerd vervoer van zaken volgens Boek 8 BW

A. van Beelen

Artikel in het bijzonder deel van het bijzonder nummer 'Vervoersrecht' waarin het gecombineerd vervoer van zaken wordt besproken. In zo een geval wordt er door een opdrachtgever een overeenkomst gesloten met een vervoerder voor goederenvervoer waarbij meerdere vervoerstechnieken aan de orde komen. In het artikel komt aan de orde hoe zo een overeenkomst werkt en wie er bij betrokken kunnen zijn.

Bijzonder nummer | Vervoersrecht
mei 1993
AA19930367

Een klein stapje in de richting van echte ‘Europese’ juristen?

H.E.G.S. Schneider

In dit artikel wordt ingegaan op Europa na 1992 voor wat betreft het optreden als advocaat in de Europese Gemeenschap. Daarbij komen de volgende vragen aan de orde: Wie zal er in Europa als advocaat mogen optreden?; Hoe zal een advocaat zijn beroep kunnen uitoefenen?; en waar zal hij zijn beroep mogen uitoefenen? Daartoe wordt een richtlijn die deze vragen beantwoordt besproken. Daarna komen de consequenties van vrije vestigingsmogelijkheden van advocaten aan de orde.

Bijzonder nummer | Europa 1992
mei 1989
AA19890368

Een multidisciplinaire benadering van het ongehuwd samenleven

W.M. Schrama

In deze bijdrage staat mijn proefschriftonderzoek centraal naar de juridische implicaties van het ongehuwd samenleven in het Nederlandse en Duitse recht. Het grootste deel daarvan bestaat uit een rechtswetenschappelijke analyse van het ongehuwd samenleven in beide rechtsstelsels. Daarnaast is een literatuurstudie uitgevoerd naar sociaal-wetenschappelijk onderzoek naar het ongehuwd samenleven in Nederland en Duitsland. Het combineren van beide perspectieven op het ongehuwd samenleven geeft aanleiding tot enkele reflecties op multidisciplinair onderzoek. In het bijzonder wordt enerzijds ingegaan op de meerwaarde van een dergelijke benadering en anderzijds op de concrete knelpunten die zich bij dit onderzoek hebben voorgedaan. Het onder de aandacht brengen van deze benadering is zinvol, omdat multidisciplinair onderzoek veelbelovend lijkt en binnen het privaatrechtelijk onderzoek in toenemende mate belangstelling geniet, maar er tot op heden binnen dit rechtsgebied weinig theorievorming bestaat over de methodologische aspecten en de praktische uitvoering ervan.

Bijzonder nummer | Multidisciplinaire bestudering van de rechtswetenschap
november 2007
AA20070869

Een Neder-Duitse hybride

De verdeling van de bewijslast in de zin van bewijsrisico volgens artikel 150 Rv

W.D.H. Asser

Bewijsrisicoverdeling verlangt objectieve criteria. De hoofdregel van artikel 150 die verwijst naar de toepasselijke materiële rechtsregels, is Duits. De op de eisen van redelijkheid en billijkheid gebaseerde uitzondering is wel typisch Nederlands maar sluit met zijn basis in het ongeschreven objectieve recht aan bij de theoretische grondslag van de hoofdregel.

Bijzonder nummer | Duits recht
juli 2014
AA20140536

Een nieuw panopticon

Over het doel van tuchtrecht

J.E. Soeharno

Post thumbnail

De auteur bespreekt het doel van tuchtrecht, alsook drie actuele uitdagingen, tegen de bredere achtergrond van tucht. 

Bijzonder nummer | Tuchtrecht
juli 2016
AA20160494

Resultaat 169–180 van de 475 resultaten wordt getoond