Annotaties en wetgeving

Resultaat 433–444 van de 1624 resultaten wordt getoond

De verzelfstandiging van het Staatsdrukkerij- en Uitgeverijbedrijf

A.H.Th. de Boer

Artikel waarin wordt ingegaan op de wetgeving die heeft geleid tot de verzelfstandiging van het Staatsdrukkerij- en Uitgeverijbedrijf, die leidde tot het ontstaan van van SDU (NV). Ingegaan wordt op de gang van zaken van deze privatisering. De basis ervan in het regeerakkoord de verschillende wetten en wetsvoorstellen wordt besproken tot de uiteindelijke oprichting van een aparte naamloze vennootschap. Daarbij komt vervolgens de vermogensovergang, storting op aandelen en de overgang van het personeel aan de orde.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
maart 1989
AA19890195

De verzwegen doorlating

Y. Buruma

Hoge Raad 4 februari 1997, nr. 104502, ECLI:NL:HR:1997:ZD0632, NJ 1997, 308 m.nt. Sch. DD 97.149 In deze zaak gaat het om ontkenning van doorlating. De doorlating werd aan de kant van de recherche ontkent om op deze manier de rechterlijke toetsing te frustreren. In de noot wordt uitgebreid ingegaan op de problematiek rondom de doorlating en wordt verwezen naar veel jurisprudentie.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 1997
AA19970612

De Vleeschmeesters: over de opheffing van een Frans faillisement en de gevolgen daarvan in Nederland

P. Vlas

Hoge Raad 31 mei 1996, nr. 16007, ECLI:NL:HR:1996:ZC2091, RvdW 1996, 133 C (Coppoolse/De Vleeschmeesters) Geding waarin in een casus over een faillissement speelt of naar Nederlands internationaal privaatrecht een vordering tegen een debiteur kan worden ingesteld nadat er in een ander land dan Nederland als reeds een faillissementsprocedure is geweest en deze is afgesloten bij het ontbreken aan baten. De Hoge Raad oordeelt dat naar Nederlands IPR dit mogelijk is en dat er in Nederland een vordering kan worden ingesteld om hetgene dat nog niet voldaan is te verkrijgen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 1997
AA19970233

De voorwaardelijke bouwvergunning en andere verhalen

F.C.M.A. Michiels

Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 13 november 2002, ECLI:NL:RVS:2002:AF0301, AB 2003, 187 m.nt. TN, Gemeentestem 7187, 43 m.nt. JT, BR 2003, p. 128 m.nt. J.W. Weerkamp In deze uitspraak en de daaraan gekoppelde noot wordt ingegaan op de verlening van een bouwvergunning waaraan voorwaarden zijn verbonden en in hoeverre dit rechtsgeldig is om aan de verlening van een bouwvergunning voorwaarden te verbinden.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 2003
AA20030853

De voorzieningenrechter die de kat de bel aanbond

A.W. Jongbloed

Rechtbank Noord-Holland (voorzieningenrechter; zittingsplaats Alkmaar) 7 februari 2018, nr. C/15/269895 / KG RK 18-95, ECLI:NL:RBNHO:2018:910

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 2019
AA20190214

De VS en het internationale recht: onthouden van consulaire bijstand aan ter dood veroordeelde Duitsers

De waardering van het ondernemingsvermogen bij de start van de onderneming

J.W. Zwemmer

Hoge Raad 21 november 1990, nr. 26.197, ECLI:NL:HR:1990:ZC4447 Uitspraak van de Hoge Raad over de commerciële activiteiten van een stichting waarbij de Hoge Raad ten aanzien van de waardering voor de vennootschapsbelasting de volgende regel voorschrijft: Een redelijke wetstoepassing brengt mee dat een stichting die een onderneming gaat drijven en als gevolg daarvan belastingplichtig wordt voor de vennootschapsbelasting, de op dat moment aanwezige goodwill niet in de openingsbalans kan activeren en de bij het einde van de onderneming aanwezige goodwill evenmin in de eindbalans behoeft op te nemen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 1991
AA19910334

De werking en wenselijkheid van het concurrentiebeding in de arbeidsovereenkomst

A.J. Tekstra

Artikel 1637x BW geeft een regeling voor een tussen een werkgever en werknemer af te sluiten concurrentiebeding. Met dit beding wil de werkgever voorkomen dat de werknemer hem, na het einde van de arbeidsovereenkomst, gaat beconcurreren. Genoemd wetsartikel dient ertoe de werknemer te beschermen tegen een beding dat hem te veel in zijn (arbeids)vrijheid beperkt. De wetgever is echter met deze bescherming niet zo ver gegaan dat hij het concurrentiebeding in de arbeidsovereenkomst heeft verboden. Hieruit valt af te leiden dat door de wetgever ook rekening is gehouden met de belangen van de werkgever. In dit artikel komt allereerst de werking van artikel 1637x BW aan bod. Daarna zal worden ingegaan op de vraag of de door dit artikel gegeven regeling gehandhaafd dient te blijven.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
februari 1987
AA19870063

De werkloze uitzendkracht

G.J.J. Heerma van Voss

Centrale Raad van Beroep (CRvB) 2 februari 2005, ECLI:NL:CRVB:2005:AT0706, USZ 2005/147, nr. 03/859 WW, m.nt. G.C. Boot Wanneer een CAO niet rechtstreeks geldt, maar via de arbeidsovereenkomst wel van toepassing is verklaard, geldt dan ook de driekwart dwingend recht regeling.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 2005
AA20051047

De Wet auteurscontractenrecht

A.G.I. Terhorst

Op 1 juli 2015 trad de Wet auteurscontractenrecht in werking. De wet beoogt de contractuele positie van de maker ten opzichte van de exploitant van zijn werken te verbeteren. Dit krijgt vorm door een nieuw hoofdstuk in de Auteurswet over exploitatieovereenkomsten en door de herziening van de twee voor het auteurscontractenrecht relevante bepalingen van de Auteurswet (art. 2 Aw en art. 45d Aw). De maker heeft nu expliciet recht op een billijke vergoeding voor het verlenen van exploitatiebevoegdheden, kan beroep doen op een bestsellerbepaling en kan het auteursrecht herkrijgen als de exploitant nalaat te exploiteren (de non-ususbepaling). Dit artikel gaat in op de wijzigingen van de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
april 2016
AA20160293

De Wet bescherming erfgenamen tegen schulden

J.M.I. Vink

Op 1 september 2016 is de Wet bescherming erfgenamen tegen schulden in werking getreden. Deze wet bevat een tweetal wijzigingen in Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek waardoor het privévermogen van erfgenamen beter wordt beschermd tegen eventuele schulden van de erflater. De eerste wijziging is een verduidelijking en daarmee tevens een beperking van het aantal gedragingen dat leidt tot het zuiver aanvaarden van een nalatenschap met als gevolg dat erfgenamen met hun eigen vermogen aansprakelijk worden voor de schulden van de nalatenschap. Daarnaast is een uitzonderingsclausule opgenomen voor erfgenamen die een nalatenschap zuiver hebben aanvaard en vervolgens worden geconfronteerd met een onverwachte schuld van de erflater. Erfgenamen kunnen dan een beroep doen op de uitzonderingsclausule, zodat zij niet langer met hun eigen vermogen hoeven in te staan voor deze schuld. In dit artikel wordt nader ingegaan op deze twee wijzigingen in het erfrecht.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
november 2016
AA20160882

De Wet bescherming persoonsgegevens

A.L.C. Roos

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
november 2000
AA20000778

Resultaat 433–444 van de 1624 resultaten wordt getoond