Annotaties en wetgeving

Resultaat 181–192 van de 1624 resultaten wordt getoond

Ceci n’est pas une pipe

L.J.A. Damen

Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 16 januari 2004, ECLI:NL:RVS:2004:AO1836, nr. 200306088/1, NA 2004, 29, JV 2004, 84 m.nt. Olivier In deze casus draait het om de vraag of een zogenaamde 14/1-brief altijd een aanvraag is.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 2004
AA20040292

Céline-Céline

Ch.E.F.M. Gielen

Hof van Justitie Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 11 september 2007, zaaknr. C-17/06, ECLI:EU:C:2007:497 (Céline SARL tegen Céline SA) Uitleg van artikel 5 lid 1 onder a en artikel 6 lid 1 onder a Merkenrichtlijn. Het gebruik zonder toestemming van een aan een ouder merk gelijke maatschappelijke benaming of handelsnaam of van een aan een ouder merk gelijk bedrijfsembleem door een derde voor de verhandeling van dezelfde waren als waarvoor dat merk is ingeschreven, is een gebruik dat de houder van dit merk kan verbieden krachtens artikel 5 lid 1 sub a, van de Merkenrichtlijn, indien er sprake is van een gebruik voor waren dat afbreuk doet of kan doen aan de functies van het merk. Indien dit het geval is, kan artikel 6 lid 1 sub a, van die richtlijn aan een dergelijk verbod slechts in de weg staan, indien sprake is van een gebruik van de eigen maatschappelijke benaming of handelsnaam door de derde volgens de eerlijke gebruiken in nijverheid en handel.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 2008
AA20080224

Cento: ontbonden v.o.f.

G.T.M.J. Raaijmakers

Hoge Raad 8 september 2000, nr. C98/341HR, ECLI:NL:HR:2000:AA7043, NJ 2000, 604; JOR 2001, 19 (v.o.f. Cento Nederland i.o./Cento BV) Noot bij een arrest over een v.o.f. die in afwachting van haar omzetting tot een BV failleert en waarbij onduidelijk is welk gedeelte van het vermogen wel en niet tot de ontbonden v.o.f. behoort.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juli 2001
AA20010578

Centraal Beheer-Gritter

J. Hijma

Hoge Raad 18 januari 1991, nr. 14137, ECLI:NL:HR:1991:ZC0117, RvdW 1991, 37 (Centraal Beheer/Gritter) Arrest en annotatie over een zaak die leidde tot een revindictatievordering. De Hoge Raad oordeelt, met verwijzing naar de derdenbeschermingsregeling in art. 3:86 lid 3 BW, dat voor bescherming door dit artikel en art. 2014 lid 2 (oud) BW niet doorkruist wordt indien de eigenaar met onachtzaamheid handelt en op die grond bescherming ontbeert.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 1991
AA19911128

Cessie door een bank aan een niet-bank

W.H. van Boom

Hoge Raad 10 juli 2020, ECLI:NL:HR:2020:1274 (Promontoria)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 2022
AA20220043

Chabot-arrest

M.S. Groenhuijsen

Hoge Raad 21 juni 1994, nr. 96.972, ECLI:NL:HR:1994:AD2122 (Chabot) Hulp bij zelfdoding door psychiatrische patiënt. Vrije wilsbepaling. Behoedzaamheid bij onderzoek naar noodtoestand. Afdoening door de Hoge Raad. Arrest en bijbehorende noot in het kader van de rode draad 'Materieel strafrecht in beweging' over de strafbaarheid van hulp bij zelfdoding. In dit arrest formuleert de Hoge Raad een aantal regels waaraan een beroep op noodtoestand bij hulp bij zelfdoding moet voldoen. Er moet sprake zijn van uitzichtloos lijden van de patiënt, welk leiden overigens niet aan een somatische ziekte hoeft te liggen en van de oorzaak van het uitzichtloos leiden dient te worden geabstraheerd. Verder moet de keuze van de patiënt om niet meer verder te willen leven een vrije keuze zijn. Tenslotte moet de arts die beoordeeld of aan de eerste twee voorwaarden is voldaan een vakgenoot inroepen die bovengenoemde eisen controleert. In de noot bij dit arrest wordt dieper op de problematiek ingegaan mede in het licht van veranderende maatschappelijke inzichten en gevoelens die misschien tot andere regels rondom hulp bij zelfdoding en euthanasie nopen. Dieper wordt er ingegaan op de eisen die de Hoge Raad formuleert voor een geldig beroep op noodtoestand.

Annotaties en wetgeving | Annotatie | Overig | Rode draad | Materieel strafrecht in beweging
november 1994
AA19940738

Ciba Geicy-Oté c.s.

J.J. Brinkhof

Hoge Raad 13 januari 1995, nr. 15564, ECLI:NL:HR:1995:ZC1609, RvdW 1995, 30 (Ciba Geicy/Oté Optics c.s.) Arrest en noot over de beschermingsomvang van octrooien. Nadere beschouwing over de vraag hoe de Nederlandse rechter bij de uitleg van octrooien recht behoort te doen aan de strekking van artikel 30 lid 2 Rijksoctrooiwet, respectievelijk artikel 69 lid 1 Europees Octrooiverdrag en het daarbij behorende protocol.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 1995
AA19950511

CILFIT-arrest

H.G. Schermers

Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 6 oktober 1982 (prejudiciële beslissing), zaak 283/81, ECLI:EU:C:1982:335 (Srl CILFIT en Lanificio di Gavardo SpA/Ministerie van Volksgezondheid). Ook bekend als het CLIFIT-arrest. Uitleg van art. 177 EEG-Verdrag. Wanneer is een rechter verplicht prejudiciële vragen te stellen?

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 1983
AA19830320

Civiel hoger beroep in volle omvang

G.R. Rutgers

Hoge Raad 5 december 2003, nr. C03/124HR, ECLI:NL:HR:2003:AJ3242, RvdW 2003, 190, NJ 2004, 76 (Clickly.com BV en Vongolo BV/Johnson Spark Participatie BV.) De in dit arrest aan de orde komende vragen hebben betrekking over de omvang van de rechtsstrijd in appel.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 2004
AA20040282

Coffeeshops en omzetbelasting

J.W. Zwemmer

Hoge Raad 28 januari 1998, nr. 33 077, ECLI:NL:HR:1998:AA2388, BNB 1998/116 Arrest en noot bij een casus met de vraagt of voorbelasting ook geld voor de inkoop van drugs bij de uitoefening van een coffeeshop als ondernemer.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 1998
AA19980784

Collapse of law and order als verzachtende omstandigheden voor commandantenaansprakelijkheid inzake oorlogsmisdrijven

Commanditaire ondervennootschap tussen echtgenoten

J.W. Zwemmer

Hoge Raad 12 februari 1997, nr. 31 394, ECLI:NL:HR:1997:AA2098, BNB 1997/176 Arrest en noot over een commanditaire vennootschap tussen echtgenoten met de man als beherend vennoot en vrouw als commanditair vennoot. Het vermogen van de commanditaire vennootschap bestaat uit het tot de huwelijksgemeenschap behorende aandeel van de man in een maatschap van dierenartsen en enig buitenvennootschappelijk vermogen. De vrouw drijft met haar commanditaire deelname een onderneming als zij gerechtigd is tot een eventueel batig liquidatiesaldo.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 1998
AA19980196

Resultaat 181–192 van de 1624 resultaten wordt getoond