Annotaties en wetgeving

Twee arresten over ‘winstafroming’ ex artikel 6:104 BW

W.H. van Boom

Hoge Raad 18 juni 2010, nr. 08/04766, ECLI:NL:HR:2010:BM0893, LJN: BM0893 (Doerga/Stichting Ymere); Hoge Raad 18 juni 2010, nr. 08/04918, ECLI:NL:HR:2010:BL9662, LJN: BL9662 (Setel NV/AVR Holding NV) Verbintenissenrecht. Vordering woningcorporatie wegens illegale onderverhuur. Schadebegroting op bedrag van de winst (art. 6:104 BW). Art. 6:104 BW geeft geen vordering tot winstafdracht, maar verleent de rechter een discretionaire bevoegdheid om de gevorderde schadevergoeding te begroten op de door het onrechtmatig handelen of de wanprestatie genoten winst, of een deel daarvan. Enige schade moet aannemelijk zijn; concreet nadeel hoeft niet te worden aangetoond. Vanwege het niet-punitieve karakter van art. 6:104 BW past de rechter in zoverre terughoudendheid dat waar het behaalde voordeel de vermoedelijke omvang van de schade aanmerkelijk te boven gaat de schade in beginsel wordt begroot op een gedeelte van de winst. Voor toewijzing van de vordering tot winstafdracht gelden niet meer of andere vereisten dan ingevolge art. 6:162 of 6:74 BW voor toewijzing van schadevergoeding (vgl. HR 16 juni 2006, NJ 2006, 585). Het schade toebrengend handelen moet bijvoorbeeld op de voet van art. 6:162 lid 3 BW of art. 6:75 BW aan de aansprakelijke persoon kunnen worden toegerekend. Art. 6:104 BW eist geen bijzondere mate van verwijtbaarheid. De in art. 6:104 BW bedoelde winst hoeft geen betrekking te hebben op de winst die de benadeelde zelf had kunnen realiseren. In het algemeen kan niet de eis worden gesteld dat de op te leggen schadevergoeding in een reële verhouding staat tot de daadwerkelijk geleden schade.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 2011
AA20110118

Tweede euthanasie-arrest

C. Kelk

Hoge Raad 21 oktober 1986, nr. 79065, ECLI:NL:HR:1986:AC9531 1. De medische exceptie vindt geen steun in het recht; 2. Beroep op noodtoestand of overmacht ten onrechte verworpen, nu onbegrijpelijk is dat een toezegging om de patiënt te laten sterven en het treffen van voorbereidingen daartoe is opgevat als zich door eigen schuld brengen in zo'n overmachtssituatie; 3. Schending van het bepaalde bij art. 230 lid 2 en 3 Sv. Dientengevolge mocht van de verslagen der door de rechter-commissaris benoemde deskundigen, waarvan de juistheid door de verdachte was betwist, voor het bewijs geen gebruik worden gemaakt.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juli 1987
AA19870488

Tweede tranche Algemene wet bestuursrecht-Wet ontplooiing eerste fase herziening rechterlijke organisatie

H.G. Lubberdink

In dit artikel wordt de tweede tranche van de Awb besproken. De tweede tranche regelt met name de uniformering van het bestuursprocesrecht zoals bijvoorbeeld de regels voor beroep, bezwaar en appel. In dit artikel wordt hier dieper op ingegaan.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
maart 1994
AA19940152

Tweederangs Nederlanders?

C.A.J.M. Kortmann

Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 21 november 2006, LJN: AZ3202, ECLI:NL:RVS:2006:AZ3202, nrs. 200404446/1 en 200404450/1, AB 2007, 80, m.nt. P.J. Stolk. Ook wel bekend als Arubaanse kiezers II. Deze uitspraak bevat vele aspecten van constitutionele aard. Hier komen aan de orde, 1) Kiesrecht en nationaliteit, 2) Nationaal recht, gemeenschapsrecht en het EVRM, 3) De rechtsvormende taak van de rechter en 4) Rechtsherstel.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
mei 2007
AA20070456

Überseering: vestigingsvrijheid en erkenning van rechtspersonen en vennootschappen binnen de EU

M.J.G.C. Raaijmakers

Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 5 november 2002, ECLI:EU:C:2002:632, nr C-208/00, NJ 2003, 58, m.nt. P. Vlas; JOR 2003, 4 m.nt. G. van Solinge (Überseering) Verdragsrechtelijke vestigingsvrijheid binnen de Europese Unie verhindert dat een lidstaat op grond van zijn internationaal privaatrecht een buitenlandse rechtspersoon die haar werkelijke zetel binnen die lidstaat heeft beperkingen kan opleggen anders dan op grond van het algemeen belang.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
mei 2003
AA20030379

UEFA vs J.-M. Bosman

Het vrije verkeer van beroepssporters in de Europese Unie

H.A.G. Temmink

Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 15 december 1995, ECLI:EU:C:1995:463, zaak C-415/93 (VZW Koninklijke Belgische Voetbalbond tegen J.-M. Bosman; RC Liégeois SA tegen Bosman, Dunkerque, KBVB, UEFA; UEFA tegen J.-M. Bosman) Arrest en noot behorend bij de Rode draad 'Sport en recht' waarin het Bosman-arrest wordt besproken. In dit arrest van het Europese Hof van Justitie komt naar voren dat de beperkingen opgelegd door voetbalclubs bij transfers van profvoetballers in strijd is met het in het Europese recht gewaarborgde vrij verkeer van personen. Door een misverstand zijn in de noot de namen van 2 auteurs vermeld. De noot is echter uitsluitend geschreven door mr.drs. H.A.G. Temmink.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 1996
AA19960166

Uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers, nabestaanden en andere spreekgerechtigden in het strafproces

I.M. Abels

De Wet van 14 april 2016 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces en wijziging van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven ter uitbreiding van de mogelijkheid van uitkering aan nabestaanden is op 1 juli 2016 in werking getreden. De uitbreiding van het spreekrecht voor slachtoffers staat in deze bijdrage centraal.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
september 2016
AA20160665

Uitkopende meerderheidsaandeelhouder schiet in eigen voet

S.M. Bartman

Hoge Raad 6 november 2020, ECLI:NL:HR:2020:1745 (Sirowa)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 2021
AA20210168

Uitleg cessieverbod

W.H. van Boom

Hoge Raad 21 maart 2014, nr. 12/05258, ECLI:NL:HR:2014:682 (Coface Finanz/Intergamma)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 2014
AA20140927

Uitleg van aanbod contractsbeding

J.M. van Dunné

Hoge Raad 18 november 1983, nr. 12128, ECLI:NL:HR:1983:AG4691, NJ 1984, 272 (Kluft c.s./B en W Supermarkten); Hoge Raad 18 november 1983, nr. 12 121, ECLI:NL:HR:1983:AG4690, RvdW 1983, 197 (Van den Berg-Brouwer)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
mei 1986
AA19860379

Uitleg van een boetebeding en matiging van contractuele boete: de letter of de geest van het contract?

J.M. van Dunné

Hoge Raad 11 februari 2000, nr. C98/196HR, ECLI:NL:HR:2000:AA4779, NJ 2000, nr. 277, (Kok/Schoor (rattenbestrijding)) In deze noot bij dit arrest wordt ingegaan op de werking van het boetebeding en eventuele matiging op grond van de billijkheid.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 2001
AA20010251

Uitleg van exploten

H.B. Krans

Hoge Raad 14 december 2007, nr. C06/191HR, ECLI:NL:HR:2007:BB4765, LJN: BB4765, NJ 2008, 10 In de noot bij dit arrest wordt een uitlegvraag besproken die speelt in het burgerlijk procesrecht. In deze zaak was onduidelijk welke partij hoger beroep had ingesteld. De annotator gaat in op de bevoegdheid om een rechtsmiddel in te zetten, de wilsvertrouwensleer en de uitleg van exploten.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 2008
AA20080286