Annotaties en wetgeving

Resultaat 1237–1248 van de 1614 resultaten wordt getoond

Recht op beleidsregels en beleidsregels als recht

E.M.H. Hirsch Ballin

Hoge Raad 11 oktober 1985, ECLI:NL:HR:1985:AC2153, nr. 12.538 (mrs. Snijders, Royer, Van den Blink, Hermans, Boekman; A-G Mok), AB 1985, 84, m.nt. F.H.v.d.B., NJ 1986, 322, m.nt. M.S., (Stenekes/Staat). Ook wel bekend als Avanti. Centrale Raad van Beroep (CRvB) 30 mei 1985, ECLI:NL:CRVB:1985:AK2593, nr. AW 1983/B585 (mrs. Schipper, Boesjes, prof. Oostenbrink), TAR 1985/153

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juli 1986
AA19860493

Recht op Nederlands

P.W.C. Akkermans

Afdeling rechtspraak Raad van State (ARRvS) 20 juni 1990, nr. R03.88.0156, niet gepubliceerd (ABkort 11 augustus 1990, nr. 726) (L.C. Spithost te Bergum, gemeente Tietjerksteradeel/gedeputeerde staten van Friesland, vertegenwoordigd door mevrouw drs. J.A. de Vries, ambtenaar der provincie)  

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 1993
AA19930133

Recht op pleidooi

G.R. Rutgers

Hoge Raad 10 november 2000, nr. R99/060HR, ECLI:NL:HR:2000:AA8289, RvdW 2000, 220 (Pitt/Van Frederici) In het Antilliaanse burgerlijk procesrecht is een appellant niet verplicht in hoger beroep grieven aan te voeren. Het oordeel van het Antilliaanse Hof dat een appellant die geen grieven heeft ingediend of die wegens termijnoverschrijding geacht moet worden geen grieven te hebben ingediend, is in strijd met het in artikel 6 EVRM aan een procespartij in een burgerlijk geding gegeven recht op ‘fair hearing’.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 2001
AA20010260

Rechten en plichten van Europese instellingen

de actieve legitimatie van het Europees Parlement en de openbaarheid van het Commissiebestuur

A.P. Koburg, A.P. Krijnen, K.J.M. Mortelmans

Hof van Justitie Europese Gemeenschappen (HvJ EG), 27 september 1988, ECLI:EU:C:1988:461, zaak 302/87 (Europees Parlement tegen de Raad van de Europese Gemeenschappen). Ook bekend als Comitologie-arrest. Hof van Justitie Europese Gemeenschappen (HvJ EG), 22 mei 1990, ECLI:EU:C:1990:217, zaak C-70/88 (Europees Parlement tegen de Raad van de Europese Gemeenschappen). Ook bekend als Tsjernobyl-arrest. Hof van Justitie Europese Gemeenschappen (HvJ EG), 13 juli 1990, ECLI:EU:C:1990:315, verzoek om rechtshulp van de rechter-commissaris van de arrondissementsrechtbank te Groningen, belast met het gerechtelijk vooronderzoek in een strafzaak, zaak C-2/88, Imm (J.J. Zwartveld e.a.),. Ook bekend als Zwartveld-beschikking. In deze noot bij een een drietal uitspraken van 27 september 1988, 22 mei 1990 en 13 juli 1990 komen de verschillende rechten en plichten van Europese instellingen aan de orde. Zo wordt de bevoegdheid van het Europees Parlement om een vordering tot nietigverklaring in te stellen besproken. Vervolgens komt de plicht van de Europese Commissie tot informatieverschaffing aan bod waarbij veel rechtsoverwegingen van het HvJ EG worden behandeld. Tenslotte wordt er een beschikking besproken die gaat over het verzoek om rechtshulp door een nationale rechterlijke autoriteit. Deze annotatie is als volgt opgezet. Eerst worden de algemene lijnen geschetst van de procedure die gevolgd werd in de Tsjemobyl-en comitologie-arresten (nr. 2) en in de Zwartveld-beschikking (nr. 3). Daarna wordt uitvoerig ingegaan op de actieve legitimatie van het Europees Parlement (nrs. 4-14). In dit deel van de annotatie worden ook enkele parallellen getrokken met de Zwartveld-beschikking. In de drie uitspraken komen immers goed vergelijkbare constitutionele vragen aan de orde. Vervolgens wordt nader ingegaan op de problemen van openbaarheid van bestuur die in de Zwartveld-beschikking worden besproken (nrs. 15-16). Ten slotte worden, geïnspireerd door drie uitspraken van het Hof, enkele kritische opmerkingen gemaakt over de plaats van het Hof van Justitie in het Europese integratieproces (nr. 17).

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 1990
AA19900974

Rechterlijke (non)controle op ‘eyewitness (mis)identification’

Rechtmatigheid van Russisch optreden tegen Nederlands Greenpeace-schip

Rechtsbescherming in enkele recente onderwijswetten

P.J. van der Flier

In 1986 zijn enkele wetten in werking getreden die van belang zijn voor het hoger onderwijs. Het betreft de Wet op het wetenschappelijk onderwijs (WWO), de Wet op het hoger beroepsonderwijs (WHBO) en de Wet op de studiefinanciering (WSF). De WWO vervangt de oude Wet op het wetenschappelijk onderwijs en regelt tevens de universitaire bestuursorganisatie. De WHBO voorziet het hoger beroepsonderwijs van een eigen wettelijk kader, waar die vorm van onderwijs voorheen geregeld was in de Wet op het voortgezet onderwijs; uit de considerans bij de WHBO blijkt overigens dat de wetgever het wenselijk acht binnen afzienbare tijd te komen tot een samenhangend geheel van gedifferentieerde onderwijsvoorzieningen op het gebied van hoger onderwijs, dat wil zeggen het wetenschappelijk onderwijs, het hoger beroepsonderwijs en het onderwijs aan de Open Universiteit. De WSF tenslotte biedt binnen een kader het geheel aan regelingen op het gebied van de studiefinanciering, waar voordien sprake was van een veelheid van regelingen. In dit artikel wil de auteur de inhoud van deze wetten laten voor wat hij is en zich beperken tot een bespreking van een aantal aspecten van de rechtsbescherming die zij bieden.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
oktober 1987
AA19870620

Rechtsdwaling op basis van onjuiste justitiefolders?

J. de Hullu

Hoge Raad 23 mei 1995, nr. 99215, ECLI:NL:HR:1995:ZD0052 In dit arrest is het volgende aan de orde: Verdachte is op basis van folders van het Ministerie van Justitie uitgegaan van het legaal zijn van het wapen dat deze verdachte in bezit heeft. De Hoge Raad oordeelt dat informatie uit folders van de overheid met zich mee kan brengen dat er sprake is van afwezigheid van alle schuld. De Hoge Raad oordeelt dat het hof hier niet juist over heeft gemotiveerd en verwijst de zaak. In de noot wordt dieper ingegaan op de problematiek rondom rechtsdwaling.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 1995
AA19950805

Rechtseenheid door (informele) harmonisatie: altijd goed voor de burger?

L.J.A. Damen

Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 21 september 2011, nr. 201010355/1/H2, LJN: BT2131, ECLI:NL:RVS:2011:BT2131, AB 2011/299 m.nt. Ortlep, JB 2011/236 m.nt. Schlössels, Gst. 2011, 7361.112 m.nt. Teunissen, TBR 2011/171 m.nt. Nijmeijer

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 2012
AA20120130

Rechtskeuze op postdivortile alimentatie: een Hollandse verlegenheidsoplossing

P. Vlas

Hoge Raad 21 februari 1997, nr. 16.216, ECLI:NL:HR:1997:ZC2288, RvdW 1997, 56 C. Ook wel bekend als Iraanse echtscheiding. In dit uitvoerig gemotiveerde arrest is de rechtskeuze bij postdivortiële alimentatie aan de orde. In het arrest en de noot wordt hier dieper op ingegaan omdat het Haags Alimentatieverdrag hier over zwijgt.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 1997
AA19970820

Rechtsoordelen zonder rechtsbescherming

F.C.M.A. Michiels

Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 16 oktober 1997, ECLI:NL:RVS:1997:ZF2964, nr. E03.96.0663, AB 1997, 438 en 439 m.nt. GJ, M en R 1998, 22 m.nt. Freriks, JB 1997, 271 m.nt. RJGHS Schriftelijke mededeling omtrent aanvaardbaarheid van een melding als bedoeld in artikel 8.19 Wm en artikel 8.41 Wm wordt anders dan voorheen niet meer met een besluit gelijkgesteld. Vervallen van rechtsbescherming bij akkoordverklaring en afwijzing meldingen inzake oprichten en uitbreiden van inrichtingen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juli 1998
AA19980695

Rechtstreekse doorwerking van het EU Handvest van de grondrechten in privaatrechtelijke rechtsverhoudingen

A.S. Hartkamp

Hof van Justitie Europese Unie (HvJ EU) 6 november 2018, gevoegde zaken C-569/16 en C-570/16, ECLI:EU:C:2018:871 (Stadt Wuppertal/Maria Bauer en Volker Willmeroth/Martina Broßonn)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 2019
AA20190218

Resultaat 1237–1248 van de 1614 resultaten wordt getoond