Annotatie

Resultaat 1141–1152 van de 1267 resultaten wordt getoond

Van documenten die in tassen en fietsen verdwijnen

L.J.A. Damen

Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 6 mei 2004, ECLI:NL:RVS:2004:AO8867, nr. 200305541/1, AB 2004, 200 m.nt. Stolk, JB 2004, 242, NJB 2004, p. 1265, NA 2004, 146; 6 mei 2004, nr. 200305693/1, AB 2004, 201 m.nt. Stolk, JB 2004, 243, NJB 2004, p. 1263, NA 2004, 145 Dit arrest gaat over de verhouding tussen vrijheid van bestuur voor de overheid en de openbaarheid die ditzelfde bestuur moet nastreven aan de hand van de Wet openbaarheid van bestuur.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2004
AA20040636

Van Dooren q.q./ABN Amro

R.D. Vriesendorp

Hoge Raad 16 juni 2000, nr. C96/2308HR, ECLI:NL:HR:2000:AA6234, www.jwb.nl 2000, 98, RvdW 2000, 156C, NJ 2000, 578 (Van Dooren q.q./ABN Amro) Dit arrest lijkt een afronding te vormen van een ontwikkeling waarbij de Hoge Raad de reikwijdte van de faillissementspauliana, die van artikel 47 Fw in het bijzonder, sterk heeft ingeperkt. Een belangrijk middel om verdachte transacties aan de vooravond van een faillissement ten behoeve van de gezamenlijke schuldeisers te bestrijden lijkt langzamerhand aan de curator ontnomen te zijn. Hij zal in voorkomend geval zijn toevlucht moeten zoeken tot de onrechtmatige daadsvordering, met alle (bewijs) problemen van dien. In deze noot zal ik na een uiteenzetting van de casus en het procesverloop de belangrijkste overwegingen uit het arrest bespreken en enkele elementen daaruit nader beschouwen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 2001
AA20010159

Van Doren/Lifestyle

Ch.E.F.M. Gielen

Hof van Justitie Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 8 april 2002, zaaknr. C-244/00, ECLI:EU:C:2003:204 (Van Doren/Lifestyle) Hof van Justitie Uitleg van artikel 7 lid 1 Merkenrichtlijn; bewijslast bij beroep op uitputting van het merkrecht en de verhouding met artikel 28 en 30 EG-verdrag. De verplichting van degene die zich op uitputting beroept om te bewijzen dat uitputting zich voordoet, is in overeenstemming met artikel 28. Echter, wanneer de derde erin slaagt aan te tonen dat er een reëel gevaar bestaat dat de nationale markten worden afgeschermd, wanneer hij dit zelf moet bewijzen, met name, wanneer de merkhouder zijn waren binnen de Europese Economische Ruimte in de handel brengt door middel van een exclusief distributiesysteem, moet de merkhouder aantonen dat de waren aanvankelijk door hemzelf of met zijn toestemming buiten de Europese Economische Ruimte in de handel zijn gebracht. Indien dat bewijs wordt geleverd, is het vervolgens aan de derde om aan te tonen dat de merkhouder met het daarna in de handel brengen binnen de Europese Economische Ruimte heeft ingestemd.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 2004
AA20040185

Van Galen q.q./Circle Vastgoed

A.I.M. van Mierlo

Hoge Raad 18 juni 2004, nr. C02/229HR, ECLI:NL:HR:2004:AN8170, RvdW 2004, 87, JOR 2004, 221 (Van Galen q.q./Circle Vastgoed) De vraag die hier aan de orde kwam is of een ontruimingsverplichting als gevolg van opzegging van een huurovereenkomst door de curator een boedelschuld is.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 2004
AA20040782

Van Geest-Nederhof

J. Hijma

Hoge Raad 21 december 1990, nr. 14017, ECLI:NL:HR:1990:ZC0088, NJ 1991, 251 (Van Geest/Nederhof) Arrest en bijbehorende noot van de Hoge Raad over de regeling van verborgen gebreken, de verhouding van een mededelings- en onderzoeksplicht die speelt onder het oude recht. De Hoge Raad oordeelt dat een mededelingsplicht van de verkoper voor de onderzoeksplicht van de koper gaat. Ook oordeelt de Hoge Raad dat de oude regeling van verborgen gebreken niet derogeert aan een beroep op dwaling en verwijst daarmee tevens naar het NBW. In de noot wordt dieper op de verhouding tussen spreek- en onderzoeksplicht in gegaan.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 1991
AA19910661

Van Gorp q.q./Rabobank Breda

A.I.M. van Mierlo

Hoge Raad 23 april 1999, nr. 16782, C97/261, ECLI:NL:HR:1999:ZC2940, RvdW 1999, 73C (Van Gorp q.q./Rabobank Breda) Dit arrest behandeld de vraag of, in geval van een faillissement, de bank zich kan beroepen op verrekening wanneer aan de bank stil verpandde goederen worden verkocht, met instemming van de bank, door de pandgever. De Hoge Raad komt tot een ontkennende beantwoording.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 2000
AA20000055

Van Kempen en Begeer-Zilfa-DCW

P. van Schilfgaarde

Hoge Raad 25 september 1987, nr. 7092, ECLI:NL:HR:1987:AC9980, RvdW 1987, 168 (mrs. Snijders, Martens, Van den Blink, De Groot, Hermans; A-G Mok) (Van Kempen en Begeer/Zilfa/DCW) In deze uitspraak van de Hoge Raad en de daarbij behorende noot staat de afwikkeling van een faillissement van twee vennootschappen centraal die feitelijk zijn samengevoegd. De vraag hoe de scheiding dient plaats te vinden komt aan de orde, alsmede de vraag of dit überhaupt mogelijk is. In de noot wordt uitvoerig jurisprudentie en literatuur aangehaald.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 1988
AA19880107

Van Munster: een opmerkelijke uitspraak van het EG-hof inzake het vrij verkeer van werknemers met potentieel verstrekkende implicaties

T. Heukels

Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 5 oktober 1994, zaak C-165/91, ECLI:EU:C:1994:359 (Simon J. M. van Munster/Rijksdienst voor Pensioenen) In dit arrest van het HvJ EG komt de Europese dimensie rondom de gelijkberechtiging van mannen en vrouwen bij het toekennen van sociale zekerheidsrechten in de verschillende Lid-staten aan de orde.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 1995
AA19950296

Van Uden – Deco-Line

A.V.M. Struycken

Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 17 november 1998, C-391/95, ECLI:EU:C:1998:543, I-7091, NJ 1999, 339 m.nt. PV (Van Uden Maritime BV, Rotterdam, t. Kommanditgesellschaft in Firma Deco-Line, Hamburg)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juli 2000
AA20000575

Van Waning-Van der Vliet

M.J.G.C. Raaijmakers

Hoge Raad 3 april 1992, nr. 14577, ECLI:NL:HR:1992:ZC0564, NJ 1992, 411 m.nt. Maeijer (Van Waning/Van der Vliet) Arrest van de Hoge Raad waarin bepaald wordt dat betalingsonmacht van een bv kan bestaan uit de betalingsonwil van degene die volledige zeggenschap over de vennootschap heeft. Het niet-gebruik maken van een krediet faciliteit door de vennootschap op instignatie van de enig zeghebbende kan volgens de Hoge Raad een onrechtmatige daad opleveren van degene die volledig zeggenschap heeft tegen de schuldeiser. In de noot wordt hier dieper op ingegaan en worden de moeilijkheden rond deze zaak verder toegelicht.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 1993
AA19930201

Van woekerpolissen, rechtszekerheid en privaatrechtelijke gevolgen door een Luxemburgse bril

T.M.C. Arons, D. Busch

Hof van Justitie Europese Unie (HvJ EU) 29 april 2015, zaak C-51/13, ECLI:​EU:​C:​2015:​286 (Nationale-Nederlanden Levensverzekering Mij NV/Hubertus Wilhelmus van Leeuwen)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2015
AA20150696

Vangstquotering kabeljauw

Th.G. Drupsteen

Afdeling rechtspraak Raad van State 4 december 1991, ECLI:NL:RVS:1990:AN2115, nrs. R01.88.0547 en R01.88.0585 83-105, AB 1991, 597 m.nt. H.J. Simon en 687 m.nt. I. Sewandono. In deze uitspraak van de ARRvS komt aan de orde in hoeverre een regeling die een quotering oplegt aan de kabeljauwvangst in verschillende categorieën in strijd zou zijn met het evenredigheidsbeginsel, rechtszekerheidsbeginsel en vertrouwensbeginsel. In de noot wordt dieper op de uitspraak ingegaan.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 1992
AA19920178

Resultaat 1141–1152 van de 1267 resultaten wordt getoond