Vermogensrecht

Resultaat 505–516 van de 591 resultaten wordt getoond

Sigarettenautomaat-arrest

Van der Veen/Arza

J. Drion

Hoge raad 16 mei 1952, NJ 1953/459

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 1952
AA19520172

Sinaasappels

Beantwoording rechtsvraag (345) Goederenrecht

L.P.W. van Vliet

In dit artikel wordt Rechtsvraag 345 uit het februarinummer 2015 beantwoord.

Perspectief | Rechtsvraag
september 2015
AA20150734

Sinaasappels

Rechtsvraag (345) Goederenrecht

L.P.W. van Vliet

Stuur je antwoord op deze rechtsvraag in vóór 1 april 2015. De beste studentinzender wordt beloond met een geldprijs van € 50 plus een keuze uit het Ars Aequi Libri-fonds. Andere serieuze inzenders mogen een keuze maken uit genoemd fonds. De inzenders wordt verzocht om aan te geven aan welke universiteit zij studeren, in welk jaar en welke studierichting zij volgen. De beantwoording van de rechtsvraag zal worden geplaatst in het septembernummer 2015.

Perspectief | Rechtsvraag
februari 2015
AA20150159

Sio

J. Drion

Hoge Raad 22 mei 1953, ECLI:NL:HR:1953:214, NJ 1954/189 m.nt. Prof. Mr. J. Drion (Sio/De Jong). Ook bekend als het Sio-arrest.

september 1953
AA19530173

Sociale onrust en het civiele aansprakelijkheidsrecht

R. Rijnhout

Post thumbnail

Door een inkrimpende economie en voortschrijdende inzichten over neveneffecten van technische ontwikkelingen, zoals de gevolgen van de gaswinning in Groningen en risicovolle financiële producten zoals renteswaps, krijgt het aansprakelijkheidsrecht een rol toegedicht in het wegnemen van sociale onrust. Maar heeft het aansprakelijkheidsrecht eigenlijk wel de juridische en niet-juridische tools om te zorgen voor (orde)herstel?

Opinie | Amuse
september 2015
AA20150646

Spaarbank Rivierenland-Mr. Gispen q.q.

S.C.J.J. Kortmann

Hoge Raad 14 oktober 1994, nr. 15587, ECLI:NL:HR:1994:ZC1488, NJ 1995, 447, m.nt. WMK (Spaarbank Rivierenland/Mr. Gispen q.q.) In dit arrest en de daarbij behorende noot komt aan de orde in hoeverre er voldaan is aan art. 3:239 BW waarin geëist wordt dat stille pandrechten voldoende omschreven zijn. De Hoge Raad oordeelt dat het verwijzen naar pandlijsten voldoende is. Een stil pandrecht komt tot stand op het moment dat het bij het registratiekantoor, de belastingdienst, wordt aangeboden.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 1996
AA19960115

Spelfouten

M. Spronck

In dit artikel wordt besproken in welke gevallen bij sport en spel er sprake kan zijn van een onrechtmatige daad. Er wordt daarbij ingegaan op de criteria voor onrechtmatige daad, eigen en medeschuld en risico-aanvaarding.

Verdieping | Studentartikel
oktober 1992
AA19920569

Sport en spel

E.H. Hondius

Onze columnist behandelt het arrest van de Hoge Raad waarin een groep vrienden gaat midgetgolfen en een meisje met haar enthousiaste uithaal een jongen in het oog raakt wat hij daardoor kwijtraakt. De vraag is nu of hij een schadevergoeding krijgt.

Opinie | Column
mei 2004
AA20040335

Sport en sponsoring: verenigings- en verbintenissenrechtelijke aspecten in n team?

S.G.M. Buys

Sportieve activiteiten worden op amateurniveau in Nederland veelal in verenigingsverband uitgeoefend. In deze bijdrage wordt nader ingegaan op de verenigingsstructuur. Daarbij komen onder andere aan de orde de aard van de lidmaatschapsverhouding en de besluitvorming in de algemene ledenvergadering. Vervolgens wordt de bevoegdheid beschreven van de vereniging om haar leden te binden c.q. verplichtingen op te leggen zowel in verenigingsverband als ten opzichte van derden, bijvoorbeeld een sportbond of een sponsor. Tevens komt het geschil tussen de Koninklijke Nederlandsche Schaatsenrijders Bond en schaatser Rintje Ritsma aan de orde, waarbij aandacht wordt besteed aan de vraag in hoeverre een vereniging trainers/coaches en leden verplichtingen kan opleggen.

Overig | Rode draad | Sport en recht
maart 1996
AA19960147

Staal Bankiers-Mr. Ambags q.q.

S.C.J.J. Kortmann

Hoge Raad 25 maart 1988, nr. 13171, ECLI:NL:HR:1988:AD0247, RvdW 1988, 69 (Staal Bankiers/Mr. Ambags q.q.) In dit arrest en de daarbij behorende noot staat centraal in hoeverre een toekomstige vordering door een cessie tot zekerheid overgaat op de cessionaris . Daarbij komt eerdere jurisprudentie aan de orde waarbij de vereisten voor de overdracht van toekomstige goederen wordt besproken (voldoende bepaalbaarheid, opschortende tijdsbepaling). Ook wordt de werking van het faillissement hierbij besproken. De cessie van een toekomstige vordering kan wegens het bepaalde in artikel 23 Fw (thans art. 35 lid 2 Fw) niet tegen de boedel worden ingeroepen, indien de cedent vóór het ontstaan van de vordering wordt failliet verklaard.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 1989
AA19890056

Staat-Shell (c.a.)

J. Hijma

Hoge Raad 30 september 1994, nr. 15308, ECLI:NL:HR:1994:ZC1460, RvdW 1994 (Staat/Shell) In deze zaak is aan de orde in hoeverre Shell onrechtmatig heeft gehandeld en in die zin aansprakelijk is om de kosten voor de sanering van een stuk vervuilde grond te dragen. Het gaat hierbij om bodemvervuiling die al lang geleden, in de jaren '50, is veroorzaakt en het onduidelijk is of de betreffende wet (art. 21 Interimwet bodemsanering) van toepassing is en of er in die überhaupt een zorgvuldigheidsnorm ten aanzien van het lozen van afval bestond.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 1995
AA19950273

Staat/Lavrijsen

L.J.A. Damen

Hoge Raad 30 maart 2001, nr. C00/083HR, ECLI:NL:HR:2001:AB0801, JB 2001, 107, m.n. R.J.N.S., Gst. (2001) 7143.3, m.n. HH (Staat/Lavrijsen) In deze noot bij dit belangrijke arrest wordt besproken in hoeverre de staat schade dient te vergoeden voor schade die is ontstaan als het gevolg rechtmatig gebruik van een dwangmiddel.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2001
AA20010657

Resultaat 505–516 van de 591 resultaten wordt getoond