Strafrecht en criminologie

Resultaat 445–456 van de 1212 resultaten wordt getoond

If You Shoot My Dog, I’ma Kill Yo’ Cat

An Enquiry into the Principles of Hip-Hop Law

A. Ernst, S. Iseger, N. Riaz, J.M. Smits

Post thumbnail This article investigates how the law is perceived in hip-hop music. Lawyers solve concrete legal problems on basis of certain presuppositions about morality, legality and justice that are not always shared by non-lawyers. This is why a thriving part of academic scholarship deals with what we can learn about laymen’s perceptions of law from studying novels (law and literature) or other types of popular culture. This article offers an inventory and analysis of how the law is perceived in a representative sample of hip-hop lyrics from 5 US artists (Eminem, 50 Cent, Dr. Dre, Ludacris and Jay-Z) and 6 UK artists (Ms. Dynamite, Dizzee Rascal, Plan B, Tinie Tempah, Professor Green and N-Dubz).

Verdieping | Verdiepend artikel
februari 2013
AA20130099

Ik lijd, dus ik heb rechten. De juridische emancipatie van het slachtoffer

W.J. Veraart

Post thumbnail

In dit artikel verdedigt Wouter Veraart de these dat het Kantiaanse verhaal over emancipatie als verheffing, als een opwaartse strijd in de richting van autonomie en volwaardig burgerschap, in de afgelopen decennia steeds vaker plaats lijkt te maken voor een vertoog dat om juridische erkenning vraagt van het lijden van slachtoffers en dat er primair op is gericht om slachtoffers in hun hoedanigheid van slachtoffers in de rechtsorde toe te laten. 

Bijzonder nummer | Privatisering van het strafrecht | Overig
juli 2013
AA20130582

Implementatie van de Europese richtlijn minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten

J.J. Mesu

De EU-richtlijn tot vaststelling van minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten is geïmplementeerd in het Wetboek van Strafvordering en in het Besluit slachtoffers van strafbare feiten. In dit artikel wordt eerst in het kort de ontwikkeling geschetst van de positie van het slachtoffer in het Nederlandse strafprocesrecht, die voorafging aan de implementatie van de Europese richtlijn ten aanzien van slachtoffers. Vervolgens wordt ingegaan op de onderwerpen uit de richtlijn die zijn geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving en de keuzes die bij de implementatie zijn gemaakt. Er worden twee onderwerpen uitgelicht die vragen oproepen over de manier waarop richtlijnbepalingen het beste kunnen worden ingepast in de Nederlandse wetgeving. Deze onderwerpen zijn ten eerste de definities van slachtoffer en nabestaande en ten tweede de individuele beoordeling van slachtoffers en de hieraan verbonden bijzondere beschermingsmaatregelen. Tot slot worden actuele wetgevingstrajecten genoemd waarin de positie van het slachtoffer aan bod komt.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
oktober 2017
AA20170837

Implementation of an adapted criminal hearing for suspects with a mild intellectual disability: an analysis based on the ECHR framework

C. Yılmaz

In 2019, the Public Prosecution Service (OM) initiated a pilot programme with the objective of adapting criminal hearings for suspects with mild intellectual disabilities (MIDs) to ensure fair trials and mitigate the risk of adverse outcomes. It is of significant importance to safeguard the effective participation rights of the vulnerable suspects in order to comply with the ECHR. This study concludes that the implementation of these practices on a national scale would enhance access to justice and improve the fairness of trials for suspects with MIDs.

Verdieping | Verdiepend artikel
december 2024
AA20241013

In het strafrecht zit een spelmoment

Interview met prof.mr. J. Remmelink, Procureur-Generaal bij de Hoge Raad

O. van Klinken, M. Veldt

Jan Remmelink werd in 1922 in Zelhem, in de Gelderse Achterhoek, geboren. In 1946 behaalde hij zijn doctoraal aan de universiteit van Utrecht en begon hij in een aanvangsfunctie bij het Openbaar Ministerie te Dordrecht. Remmelink promoveerde in 1951 bij Pompe, de befaamde leider van de Utrechtse School, op het proefschrift 'Onbevoegde uitoefening van beroepen in het Nederlandse Strafrecht'. In 1956 volgde zijn benoeming tot substituut-OvJ, ook in Dordrecht.In 1963 werd Remmelink benoemd tot hoogleraar Straf- en Strafprocesrecht aan de RU Groningen. Hij volgde daar Röling op, die zich geheel aan het volkenrecht en de polemologie ging wijden. In 1968 aanvaardde hij de positie van Advocaat-Generaal bij de Hoge Raad. De liefde voor het professoraat bleef echter en in 1970 volgde hij Gerard Mulder op als hoogleraar Strafrecht aan de VU. In 1988 volgde zijn benoeming tot Procureur-Generaal bij de Hoge Raad. Het jaar daarop wordt hij aan de VU emeritus. Zijn afscheidscollege was gewijd aan 'Tijd en plaats in het strafrecht'.Remmelink heeft zich in de loop der jaren met vele onderwerpen beziggehouden. Zijn voorkeur gaat echter duidelijk uit naar het materiële strafrecht. Dit blijkt onder andere uit zijn bewerkingen van Noyon/Langemeijer alsmede Hazewinkel-Suringa. Voorts hadden ook verkeersrecht, uitleveringsrecht en oorlogsstrafrecht (hij concludeerde in de Menten-zaak) zijn belangstelling. Nadat hij al eerder in een preadvies over gewetensbezwaren voor de NJV had doen blijken van zijn Lutherse geloofsovertuiging, schreef hij in 1989 voor de Calvinistische juristenvereniging een studie over Luther en het strafrecht.Remmelink, die voorts hoofdredacteur is van de Nederlandse Jurisprudentie en lid van de Koninklijke Akademie van Wetenschappen, was enkele malen voorzitter van een commissie die de regering moest adviseren, met name over de positie van de bedreigde getuige en over de medische praktijk inzake de euthanasie. In 1991 hield hij de zogenaamde David de Wied-lecture gewijd aan strafrechtelijke aspecten van begin en einde van het menselijk leven. Dit jaar bereikt Remmelink de pensioengerechtigde leeftijd van 70 jaar. Op de dag waarop het spraakmakende `Borgers-arrest´ werd gewezen spraken wij met hem over zijn functie, het strafrecht en het functioneren van ons justitiële apparaat.

Verdieping | Interview
maart 1992
AA19920144

In the name of the Father

Een indringende confrontatie met de scherpe kanten van het strafproces

J. uit Beijerse

Post thumbnail Aan de hand van de film 'In name of the Father', waarin ten onrechte een jongeman wordt veroordeeld voor bomaanslagen gepleegd door de IRA, wordt ingegaan op het belang van rechtswaarborgen rondom het strafproces zoals het verbod op het uitoefenen van pressie tijdens het verhoor. Daarbij wordt de link gelegd met de Zaanse verhoormethode en de Schiedammer Parkmoord.

Blauwe pagina's | Recht en Cultuur
juni 2009
AA20090362

Inbedding van Europese procesrechtelijke normen in de Nederlandse rechtsorde (Digitaal boek)

M.V. Polak

Post thumbnail Dit boek is gewijd aan de inbedding van supranationale procesrechtelijke normen in de Nederlandse rechtsorde. Hoe gaan wetgever, rechter en bestuur in Nederland te werk bij hun pogingen Europese regelgeving en rechtspraak in te bedden in ons bestuurs-, straf- en burgerlijk procesrecht en welke lessen kunnen wij daaruit trekken?

9789069167145 - 23-08-2010

Incest en verjaring, waar blijft de wetgever?

P. van der Grinten, H. Moons

In dit redactionele artikel wordt ingegaan op de verjaring bij incest. De redacteuren bepleiten een andere manier van verjaring waarbij de verjaringstermijn pas begint te lopen bij het meerderjarig worden van het incestslachtoffer.

Opinie | Redactioneel
september 1991
AA19910602

Inderdaad, haaks op de WTL

Nawoord op bovenstaande reactie

M. van Dijk, A.C. Hendriks

In deze reactie op de reactie van Vink gaan de auteurs in op het artikel van Vink over hulp bij zelfdoding en stippen daarbij het zelfbeschikkingsrecht aan.

Opinie | Reactie/nawoord
oktober 2007
AA20070762

Infiltratie of informatie?

M. Bosch

Volkert van der G. doet er sinds 6 mei het zwijgen toe. Dat is zijn goed recht. Hebben justitie en politie dan helemaal niets om er achter te komen wat hem heeft bewogen? Sinds 1 februari 2000 kent het Wetboek van strafvordering een aantal undercovermethoden. In deze bijdrage komen twee van deze methoden aan bod: het inzetten van een infiltrant en het inzetten van een informant. Deze kan ongemerkt de verdachte benaderen en hem uithoren. Welke van deze twee methoden komt bij uitstek in aanmerking en past het justitie en politie eigenlijk wel op dergelijke misleidende manieren aan hun informatie te komen?

Verdieping | Verdiepend artikel
september 2002
AA20020604

Informatie over het recht op rechtsbijstand voor niet-aangehouden verdachten

J.W. Ouwerkerk

Hoge Raad 20 maart 2018, nr. 16/03113, ECLI:NL:HR:2018:368

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 2018
AA20180519

Initiatief voor nog meer noodweer

A.J. Machielse

Post thumbnail Opiniërend artikel over een wetsvoorstel waarbij het wettelijk vermoeden wordt voorgesteld dat indien er sprake is van huisvredebreuk de belaagde persoon wordt vermoed uit noodweer te hebben gehandeld indien hij zich verdedigt tegen de aanrander.

Opinie | Opiniërend artikel
februari 2008
AA20080118

Resultaat 445–456 van de 1212 resultaten wordt getoond