Strafrecht en criminologie

Het verschoningsrecht van de advocaat – actuele ontwikkelingen

D.J.B. de Wolff

Post thumbnail In dit artikel staat het verschoningsrecht van advocaten centraal. Nadat ratio en reikwijdte ervan zijn besproken, wordt ingegaan op enkele actuele thema’s: het verschoningsrecht van (buitenlandse) in-house-advocaten die in Nederland werken, het verschoningsrecht bij interne feitenonderzoeken en de schending door het Openbaar Ministerie van de vertrouwelijkheid van de communicatie tussen cliënt en advocaat in de geruchtmakende Box-zaak. Ten slotte wordt vooruitgeblikt op het voorstel tot modernisering van het Wetboek van Strafvordering en de wijze waarop het verschoningsrecht daarin zal worden verankerd.

Verdieping | Verdiepend artikel
oktober 2022
AA20220767

Het verwerken van gegevens in het kader van de opsporing

R. Sietsma

Gegevensverwerking is van essentieel belang voor de (justitile) politietaak. Maatschappelijke en technologische ontwikkelingen nopen de wetgever tot het vinden van een balans tussen het effectief waarborgen van de veiligheid van de burger enerzijds en de bescherming van de privacy van diezelfde burger anderzijds. Dit vraagt om duidelijkheid omtrent de juridische en maatschappelijke mogelijkheden en onmogelijkheden van de verwerking van gegevens in het kader van de opsporingstaak. Wat is de behoefte, wat is er mogelijk en waar liggen de grenzen aan het verwerken van privacygevoelige informatie?

Literatuur | Proefschriftbijdrage
juni 2007
AA20070534

Het voortbouwend appèl in Strafvordering 2001

Enkele opmerkingen over het hoger beroep in het onderzoeksproject strafvordering 2001 en in het bestuursrecht

E.M. Witjens

In dit artikel wordt ingegaan op de werkzaamheden en bevindingen van het onderzoeksproject strafvordering 2001 over een nieuwe vorm van hoger beroep. Ook wordt er ingegaan op hoger beroep in het bestuursrecht.

Verdieping | Studentartikel
oktober 2003
AA20030730

Het vorderen en kennisnemen van gegevens bij een aanbieder van een communicatiedienst en eerbiediging van het professioneel verschoningsrecht

J.S. Nan

Hoge Raad 12 maart 2024, ECLI:NL:HR:2024:375 Op het moment dat het redelijke vermoeden rijst dat de op vordering van de officier van justitie door de aanbieder van een communicatiedienst verstrekte gegevens (mede) geprivilegieerde gegevens betreft, moet de rechter-commissaris worden ingeschakeld.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2024
AA20240775

Het vrijwillige levenseinde en strafrecht

De opmars van stervenswensen zonder grenzen

L.M.W. Peters

Post thumbnail Euthanasie betekent vrij vertaald uit het oud-Grieks ‘goede dood’, maar de invulling van het goede blijft een terugkerende discussie. Het wettelijke vertrekpunt inzake vrijwillige levensbeëindiging is sinds 1886 helder in Nederland: levensbeëindiging op verzoek (euthanasie) en hulp bij zelfdoding zijn strafbaar. Alleen ten aanzien van artsen wordt een uitzondering gemaakt, mits zij handelen conform een zorg- en meldplicht. Voorstanders van een autonoom levenseinde – dat wil zeggen: zelf bepalen dát en hóe je uit het leven wilt stappen – vinden deze benadering echter te beperkt en agenderen daarom een ruimer euthanasiebeleid. De Coöperatie Laatste Wil (CLW) fungeert in dat kader als pleitbezorger. In deze bijdrage worden de uitgangspunten van het huidige en voorgestelde nieuwe euthanasiebeleid onderzocht, alvorens de strafbaarheid van de activiteiten van CLW aan de orde komt.

Verdieping | Verdiepend artikel
juni 2025
AA20250437

Het weekendarrangement en het onderzoeksbelang

T. Kooijmans

Hoge Raad 13 december 2011, nr. 10/02816, ECLI:NL:HR:2011:BT2173, LJN: BT2173, RvdW 2012, 16 Als gaandeweg het weekend in het kader van het ‘weekendarrangement’ alle onderzoekshandelingen – behoudens het uitreiken van de dagvaarding – zijn afgewikkeld die in de optiek van de politie en de (hulp)officier van justitie moesten worden verricht, mag de inverzekeringstelling dan nog voortduren tot maandagochtend teneinde de verdachte eerst dan de dagvaarding uit te reiken en heen te zenden? Die vraag is in de lagere rechtspraak een aantal malen aan de orde gesteld  en is inmiddels ook aan de Hoge Raad voorgelegd. In deze annotatie worden de belangrijkste overwegingen uit de uitspraak van de Hoge Raad weergegeven en wordt nader ingegaan op het instrumentarium dat de rechter ter beschikking staat bij zijn controle op de rechtmatigheid van de inverzekeringstelling.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 2012
AA20120225

Het Wetboek van Strafrecht

N. Rozemond

In deel 15 van 'Canon van het recht' wordt de totstandkoming van het Wetboek van Strafrecht besproken alsook de onveranderlijkheid van bepaalde morele regels die nog steeds aan het thans geldende wetboek ten grondslag liggen.

Overig | Rode draad | Canon van het Recht
oktober 2009
AA20090681

Het Wetboek van Strafrecht Honderd Jaar

G.E. Mulder

mei 1981
AA19810221-2

Het wetsvoorstel ‘Wet tijdelijk huisverbod’: … en nu nog maar de puntjes op de i

S.S.D. Nizamoeddin

In het wetsvoorstel 'Wet tijdelijk huisverbod' wordt een bestuursrechtelijke mogelijkheid gecreerd om mogelijke thuisgeweldplegers uit huis te plaatsen voordat zich daadwerkelijk strafbare feiten hebben voorgedaan.

Opinie | Opiniërend artikel
februari 2007
AA20070145

Het wetsvoorstel uitbreiding taakstrafverbod: effectief of symbolisch?

M.D. Reijneveld, P.M. Sijtsma

In dit redactioneel wordt het wetsvoorstel tot uitbreiding van het taakstrafverbod besproken, ook wel het taakstrafverbod bij geweld tegen hulpverleners genoemd. Hoewel het volgens de auteurs toe te juichen is dat met dit wetsvoorstel het statement wordt gemaakt dat geweld tegen hulpverleners onaanvaardbaar is, stellen zij dat het wetsvoorstel niet noodzakelijkerwijs zal leiden tot hogere straffen, terwijl de rechterlijke straftoemetingsvrijheid wel wordt beperkt.

Opinie | Redactioneel
maart 2020
AA20200227

Het Wildersvonnis vanuit strafrechtelijk perspectief

N. Rozemond

Rechtbank Amsterdam 23 juni 2011, nr. 13/425046-09, ECLI:NL:BRAMS:2011:BQ9001, LJN: BQ9001 (Wilders)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 2012
AA20120286

Het zijn ook maar mensen

Advocaten, fiscalisten en notarissen hebben (in tegenstelling tot rechters) geen extra verantwoordelijkheid zich ‘correct’ te gedragen. Als adviseurs behartigen zij de belangen van één partij. Dat brengt met zich, dat zij zich weliswaar moeten houden aan de (straf)wet en de tuchtregels, maar dat hun verantwoordelijkheid niet verder gaat dan dat. Zolang zij zich aan voornoemde regels houden, mogen zij morele regels overschrijden, zeker als dit in het belang is van hun cliënt.

Opinie | Redactioneel
oktober 2014
AA20140695