Strafrecht en criminologie

Resultaat 181–192 van de 1212 resultaten wordt getoond

De notaris in appel (Digitaal boek)

H.F. van den Haak

Post thumbnail Mag niet ontbreken op notariskantoren en bij tuchtcolleges. Notarieel tuchtrechtuitspraken verzameld en geanalyseerd door de specialist op dit gebied. Wat mag, wat mag niet en waarom?

9789069167039 - 26-11-2009

De Officier van Justitie als rechterlijke autoriteit?

R. de Bruijn

Het Europese Hof- en de Europese Commissie voor de Rechten van de mens hebben een aantal voorwaarden geformuleerd waaraan een rechterlijke autoriteit moet voldoen. In dit artikel wordt bekeken in hoeverre de Nederlandse Officier van Justitie (OvJ) als rechterlijke autoriteit is aan te merken. Hiertoe worden de posities en het optreden van de OvJ aan de in de Europese jurisprudentie ontwikkelde voorwaarden getoetst. Ook worden enkele suggesties voor de toekomst gedaan.

Verdieping | Studentartikel
december 1989
AA19890973

De onafhankelijkheid van de internationale strafrechter

G.K. Sluiter

Post thumbnail Ik beperk mij tot een korte verkennende analyse van een aantal problemen ten aanzien van de onafhankelijkheid van de internationale strafrechtspraak. Deze problemen betreffen niet alleen het gebrek aan onafhankelijkheid, maar ook een te grote onafhankelijkheid, als mogelijke bedreiging voor een effectieve en eerlijke internationale strafrechtspleging. Deze analyse kan alleen verkennend zijn, omdat een evenwichtige toetsingsmaatstaf niet kan worden gegeven. Ik beperk mij tot drie kwesties: de relatie tot de Veiligheidsraad (paragraaf 3), de wetgevende activiteiten van de internationale strafrechter (paragraaf 4), en het afleggen van verantwoording (paragraaf 5). Enige inleidende opmerkingen wijd ik aan de positie van de internationale strafrechtspraak in de internationale rechtsorde (paragraaf 2).

Verdieping | Studentartikel
april 2008
AA20080272

De onbevoegde officier van justitie (De Staat & Van Hilten-M.)

S.C.J.J. Kortmann

Hoge Raad 11 oktober 1991, nr. 14302, ECLI:NL:HR:1991:ZC0360, RvdW 1991, 218, AB 1992, 62, nt. FHvdB (De Staat & Van Hilten/M.) Arrest van de Hoge Raad en bijbehorende noot over de aansprakelijkheid van de Staat voor het onrechtmatig handelen van een officier van justitie én diens persoonlijke aansprakelijkheid. De rechtbank overwoog, dat nu de officier van justitie een beperking heeft bevolen die het vrij verkeer tussen verdachte en raadsman belemmert, welke beperking alleen door de R-C bevolen kan worden, de officier van justitie naast de Staat persoonlijk aansprakelijk is. De Hoge Raad oordeelt dat het handelen van de officier van justitie als een onrechtmatige daad van de Staat heeft te gelden en daarmee laat zij het oordeel van de rechtbank in stand. Wat betreft het oordeel van de rechtbank dat de officier van justitie persoonlijk aansprakelijk is voor het overschrijden van diens bevoegdheden, laat de Hoge Raad het oordeel van de rechtbank niet in stand. De Hoge Raad overweegt dat voor persoonlijke aansprakelijkheid van een officier van justitie slechts plaats ia als de officier een persoonlijk verwijt van het onrechtmatig handelen kan worden gemaakt. In het onderhavige geval is dat volgens de Hoge Raad niet het geval nu de stand van de literatuur en jurisprudentie ten aanzien van de overschreden bevoegdheid niet duidelijk is uitgekristalliseerd. In de noot wordt dieper ingegaan op de civielrechtelijke aspecten van de uitspraak zoals de aansprakelijkheid voor fouten van werknemers.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 1992
AA19920792

De ondergang van het verlofstelsel in strafzaken

J.S. Nan

Post thumbnail Sinds 2007 kunnen kleine strafzaken in hoger beroep aan de poort worden afgedaan via een beslissing van de voorzitter van het hof. Sprake is van een verlofstelsel. Als – kort gezegd – naar het oordeel van de voorzitter een behandeling van de zaak niet in het belang van een goede rechtsbedeling is, wordt het hoger beroep buiten behandeling gelaten (art. 410a Sv). De achterliggende gedachte was dat zo capaciteit bespaard kon worden. De praktijk bleek echter weerbarstig en het verlofstelsel zal een stille dood sterven.

Blauwe pagina's | Verdraaid recht
april 2024
AA20240284

De ontneming van wederrechtelijk voordeel in verhouding tot het EVRM

C. Philips

Is de Nederlandse regelgeving ter zake van de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel (art.36e Sr)strijdig met de onschuldpresumptie van artikel 6 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM),wanneer niet buiten redelijke twijfel kan worden vastgesteld dat de betrokkene het strafbaar feit ter zake waarvan de vordering is ingesteld heeft gepleegd,en evenmin kan worden vastgesteld dat hij vermogensbestanddelen bezit waarvan hij de herkomst niet kan verklaren? Op 1 maart 2007 deed het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM)een opmerkelijke uitspraak in de zaak Geerings versus Nederland, waarin geconcludeerd werd dat de in die zaak op artikel 36e lid 2 Sr gebaseerde ontnemingsmaatregel onverenigbaar is met artikel 6 lid 2 EVRM. Vegl: EHRM 1 maart 2007, LJN: BA1112

Verdieping | Verdiepend artikel
juli 2007
AA20070583

De ontwikkeling van het strafrecht in Nederland van 1795 tot heden (Digitaal boek)

A.G. Bosch

Post thumbnail De ontwikkeling van het materiële strafrecht en het strafrechtproces wordt geschetst tegen de achtergrond van twee eeuwen geschiedenis van Nederland.

9789069167558 - 11-08-2011

De onverjaarbaarheid van internationale misdrijven

R.A. Kok

Dit proefschrift behandelt het al dan niet onverjaarbaar zijn van de ernstigste internationale misdrijven.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
juli 2007
AA20070615

De opheffing van het Hoog Militair Gerechtshof (HMG)

Th.W. van den Bosch

De oproep van de redactie van Ars Aequi om een artikel te schrijven over de opheffing van het HMG is voor tweeërlei uitleg vatbaar. Zij kan van oordeel zijn dat het langzamerhand tijd wordt dat er een necrelogie van het HMG wordt geschreven. Weliswaar is de patiënt nog niet overleden, maar op hem wordt wel actieve euthanasie gepleegd door middel van het wetsontwerp betreffende de militaire strafrechtspraak (17804), dat onder andere beoogt het HMG te vervangen door een militaire kamer van het gerechtshof te Arnhem. Zij kan ook van oordeel zijn dat de voorgenomen opheffing van het HMG nog voor discussie vatbaar is. Op deze laatste veronderstelling wil de auteur het houden. Na iets verteld te hebben over de geschiedenis van het HMG, over de voordelen van zijn huidige samenstelling, over de bezwaren daartegen en over zijn voornaamste lotgevallen, zal de schrijver tot de conclusie komen dat de militaire justiciabelen nog niet zo slecht af zijn met het HMG en dat het eigenlijk jammer is als het zou verdwijnen. Ten slotte wordt een pleidooi gehouden voor een organisatie van de militaire strafrechtspraak waarbij deze in eerste instantie wordt uitgeoefend door een afzonderlijke militaire arrondissementsrechtbank en in hoger beroep door een afzonderlijk militair gerechtshof, het laatste wel geïntegreerd in het gerechtshof te Arnhem.

Opinie | Column
januari 1988
AA19880017

De oratie van prof. mr. A.A.G. Peters

C. Kelk

Overig | Rode draad | Canon van het Recht
mei 2010
AA20100352

De overheidsaansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door achteraf bezien ten onrechte toegepaste strafvorderlijke dwangmiddelen

J. Dekker

De civielrechtelijke aansprakelijkheid van de overheid voor schade door het achteraf bezien ten onrechte toepassen van dwangmiddelen tijdens opsporing en vervolging van strafbare feiten heeft zich gedurende enkele jaren sterk ontwikkeld. Op 29 april 1995 is hierin verandering gekomen. Recentelijk heeft deze ontwikkeling met twee uitspraken van de Hoge Raad een nieuw hoofdstuk gekregen. In het verlengde van beide arresten wordt een aantal problemen besproken, die het leerstuk van de (on)rechtmatige overheidsdaad meebrengt.

Verdieping | Studentartikel
oktober 1995
AA19950748

De paradox en het dilemma

Effecten van politie-optreden op de Zeedijk

M. Grapendaal

In dit artikel wordt de politie als afgeleide van het recht opgevoerd in een tamelijk vastomlijnd domein, namelijk de omgeving van de Zeedijk te Amsterdam. Het gebied rond de Zeedijk wordt over het alge¬meen gezien als het meest criminele stukje Ne¬derland. Niet alleen worden daar talrijke (klei¬ne) illegale drugstransacties afgesloten, maar ook behoort de gedachte dat beroving, geweld en diefstal aan de orde van de dag zijn, tot het collectieve bewustzijn. Hoe dit ook zij, warm Amsterdam lijkt bij uitstek een plek waar werk aan de winkel is voor de wetshandhavers. Met het oog op het onderwerp van deze Ars Aequi special zal in dit artikel onder andere aan de orde komen op welke manier de politie de drugsmarkt controleert, maar vooral of en in hoeverre zij erin slaagt de drugsgerelateerde vermogenscriminaliteit te beperken.

Bijzonder nummer | Rechtseconomie
oktober 1990
AA19900714

Resultaat 181–192 van de 1212 resultaten wordt getoond