Staatsrecht / constitutioneel recht

Resultaat 85–96 van de 419 resultaten wordt getoond

De trias als totaalvoetbal: Montesquieu en de spreiding der machten

L. van den Berge

Post thumbnail Over het werk van Charles de Montesquieu (1689-1755) bestaan veel misverstanden. Zo wordt zijn naam vaak in verband gebracht met strenge machtenscheiding en slaafse rechterlijke wetstoepassing. Maar in werkelijkheid schreef Montesquieu juist over een stelsel van macht en tegenmacht waarin de wetgever, het bestuur en de rechter weliswaar elk hun eigen plaats hebben, maar elkaar vooral ook aanvullen en corrigeren waar nodig. Precies aan die opvatting van de trias politica bestaat in de huidige tijd van rechtsstatelijk verval en opkomend populisme een sterke behoefte.

Rode draad | Dissenting opinions
februari 2024
AA20240175

De veranderende rol van de Nederlandse rechter

W. Sorgdrager

Post thumbnail Het machtsevenwicht van de trias politica is geen statisch gegeven. De machten verschuiven ten opzichte van elkaar. Lange tijd is de rechter gezien als de zwakste van deze staatsmachten, maar door de toegenomen mondigheid van de burger worden meer vragen aan de rechter voorgelegd. De rechter moet daarop responderen. In die respons speelt ook de toetsing aan het internationale recht een grote rol. Deze veranderende positie van de rechter kan nu niet meer als de ‘zwakste’ van de drie staatsmachten beschouwd worden. Dat schuurt wel eens.

Verdieping | Verdiepend artikel
oktober 2020
AA20200874

De Wet raadgevend referendum

H.M.B. Breunese

Op 1 juli 2015 is de Wet raadgevend referendum (Wrr) in werking getreden. Op grond van deze wet kunnen kiezers een verzoek indienen tot het houden van een referendum over wetten en over de stilzwijgende goedkeuring van verdragen. Het woord ‘raadgevend’ in de titel van de wet brengt niet alleen tot uitdrukking dat het initiatief voor het referendum uitgaat van de kiezer,  maar ook dat de uitslag niet bindend is, maar de status heeft van een (zwaarwegend) advies. Voor de introductie van een bindend referendum is een wijziging van de Grondwet nodig. In deze bijdrage gaat Henk-Martijn Breunese in op de discussie die voorafging aan de invoering van de wet, en op de inhoud van de wet zelf.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
september 2015
AA20150709

Decentralisatie en deconstitutionalisering: welke regels moet de Grondwet bevatten?

J.L.W. Broeksteeg

Over de vraag welke regels de Grondwet moet bevatten is in de aanloop naar de grondwetsherziening van 1983 veel discussie geweest. Terwijl de regering de bepalingen over de decentralisatie verregaand wilde deconstitutionaliseren, amendeerde de Tweede Kamer diverse regels ín de Grondwet. Na 1983 zijn juist deze regels weer gedeconstitutionaliseerd, deze keer zonder noemenswaardige weerstand van de Kamer. Deze bijdrage analyseert welke argumenten daarbij werden aangedragen door zowel de regering als door de Kamer.

Rode draad | Grenzeloze Grondwetten
juni 2022
AA20220496

De vele rollen van Kees Schuyt

Nawoord bij nevenstaande reactie

N.J.H. Huls

In dit nawoord gaat de oorspronkelijke auteur in op een reactie op diens oorspronkelijke artikel.

Opinie | Reactie/nawoord
juni 2009
AA20090411

De vrijheid van meningsuiting gedemonstreerd

A.J.Th. Woltjer

Het thema vrijheid van meningsuiting wordt in dit artikel uiteengezet aan de hand van een casus waarbij er een demonstratie is aangekondigd van mensen met een extreem-rechts gedachtegoed. De burgemeester van de plaats moet nu een afweging maken of deze demonstratie doorgang kan vinden of dat hij een manier heeft en wil hebben om dit te voorkomen.

Verdieping | Verdiepend artikel
juni 2002
AA20020385

De Wet tijdelijk huisverbod

T.C. Borman, J.L.M. Janse

In dit artikel wordt ingegaan op op 1 januari 2009 in werking getreden 'Wet tijdelijk huisverbod' en een daarbij behorende AMvB. De wet ziet op de mogelijkheid om iemand die voor een ernstige dreiging van huiselijk geweld zorgt tijdelijk uit huis te plaatsen. In het artikel wordt ingegaan op de voorgeschiedenis van de wet. Vervolgens wordt er ingegaan op de criteria voor het opleggen van een huisverbod. Daarna komen de duur en strekking van het huisverbod aan de orde. Vervolgens wordt er ingegaan op de rol van de burgemeester als openbare orde verantwoordelijke en de rol van het strafrecht en het mandaat aan de hulpofficier van justitie. Daarna wordt er in twee paragrafen ingegaan op andere procedureregels, rechterlijke toetsing en rechtsbijstand. Daarop volgend komen hulpverlening, opvang, kindermishandeling en grondrechten aan de orde. Tenslotte wordt ingegaan op de evaluatiemogelijkheid die de wet biedt.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
januari 2009
AA20090060

Demystificatie van de motie

De Venetië-commissie over de rechtsstaat: vreemde ogen dwingen?

Y.E.M. Cremers, R.H.T. Jansen

Naar aanleiding van de toeslagenaffaire schreef de Venetië-commissie recent een rapport over de staat waarin de Nederlandse rechtsstaat verkeert. Het rapport bevat interessant juridisch leesvoer. De probleemanalyse is gedegen, maar veel aangedragen oplossingsrichtingen zijn in de Nederlandse literatuur al eens uitgedacht. Het is nu de hoogste tijd dat de staatsmachten bij zichzelf te rade gaan hoe zij hun taakvervulling zodanig kunnen verbeteren dat vergelijkbaar onrecht wordt voorkomen. De rechtspraak is al proactief begonnen met zelfreflectietrajecten – nu de regering en het parlement nog.

Opinie | Redactioneel
december 2021
AA20211059

De Wet persoonsregistraties

P.J. Hustinx

Op 1 juli 1989 treedt in werking de Wet van 28 december 1988, Stb. 665, houdende regels ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer in verband met persoonsregistraties, beter bekend als de Wet persoonsregistraties (WPR). In deze wet wordt de aanleg en het gebruik van bestanden met persoonsgegevens voor het eerst aan algemene regels gebonden. Met deze regeling heeft de wetgever een nieuw terrein betreden, waarop zich de komende jaren nog wel meer interessante ontwikkelingen zullen voordoen. Voor een goed begrip van de wet is enig inzicht in haar voorgeschiedenis en verdere achtergronden onontbeerlijk. Na een uiteenzetting daarvan zullen in dit artikel de hoofdlijnen van de wet de revue laten passeren.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
juli 1989
AA19890669

De wetgevingsjurist: croupier of poortwachter?

R.A.J. van Gestel

Post thumbnail Wetgevingsjuristen worden momenteel meer gedrukt in de rol van coproducenten van beleid dan in die van poortwachters die onrechtmatige wetgeving helpen tegenhouden. Wanneer we vinden dat wetgevingsjuristen een belangrijke rol hebben bij het bewaken van de effectiviteit en rechtsstatelijkheid van wetgeving verdient hun vermogen tot het bieden van tegenspraak versterking.

Blauwe pagina's | Recht en politiek
april 2020
AA20200316

Denemarken en de Europese Unie

C.A.J.M. Kortmann

Højesteret Deens hooggerechtshof 6 april 1998, SEW 1998, p. 398, m.nt. T. Koopmans Het Deense hooggerechtshof sluit toetsing van gemeenschapsrecht aan nationaal Deens recht niet uit. De annotator bespreekt de volgende onderwerpen: toetsingsbevoegdheid van de Deense rechter, Denemarken en het internationale recht (algemeen) en Denemarken en het gemeenschapsrecht.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 1999
AA19990121

Resultaat 85–96 van de 419 resultaten wordt getoond