Resultaat 61–72 van de 396 resultaten wordt getoond
J.M.M. van de Hel, D. Kaandorp
In dit redactioneel bespreken de auteurs de botsing van twee fundamentele belangen, namelijk het recht op vrije nieuwsgaring en het opsporingsbelang. Auteurs zetten uiteen wat zij van doorslaggevend belang achten.
Opinie | Redactioneelapril 1999AA19990208
M. Nap
Als de regering en de Staten-Generaal van mening verschillen over lastige vragen rondom de Grondwet, kijken ze vaak naar de Raad van State. Waarom is dat eigenlijk zo, en doen ze daar verstandig aan? Dit artikel belicht de rol van de (Afdeling advisering van de) Raad van State als hoeder van de Grondwet, in het bijzonder bij de totstandkoming van wetgeving.
Rode draad | Grenzeloze Grondwettendecember 2022AA20220990
R. de Bock
Ruth de Bock schrijft in deze column voor het themanummer van ArsAequi over de rechter in de trias politica over het “power-scrutinising mechanism” dat de rechter voor burgers kan zijn.
Opinie | Columnoktober 2020AA20200900
P.P.T. Bovend'Eert
Opinie | Opiniërend artikelmei 2015AA20150366
W.J. Veraart
In deze bijdrage wordt de stelling verdedigd dat het na de Urgenda-uitspraak van de Hoge Raad niet meer goed mogelijk is de rechtsstaat te beschermen zonder acht te slaan op de klimatologische omstandigheden die ons momenteel beroeren. Betoogd wordt dat de Urgenda-uitspraak ons in dat opzicht heeft teruggevoerd naar Montesquieu en juist niet van zijn denken verwijderd, zoals sommige critici beweren.
Opinie | Opiniërend artikeloktober 2020AA20200928
N.S. Efthymiou
Deze Rode Draad-bijdrage gaat over de relevantie die de Nederlandse Grondwet heeft gehad voor de inrichting van de Nederlands-Indische overheidsorganisatie. Om een oordeel te geven over die relevantie wordt gekeken naar de totstandkoming in 1815 van het koloniale artikel van de Grondwet, en naar de gevolgen van de Grondwetsherzieningen van 1848 en 1922 voor dit Grondwetsartikel.
Rode draad | Grenzeloze Grondwettenmaart 2022AA20220216
R. van der Hulle
In deze bijdrage gaat Rob van der Hulle nader in op zijn proefschriftonderzoek, waarin hij de rol van de rechter in politieke geschillen onderzocht.
Literatuur | Proefschriftbijdragejuni 2021AA20210647
R.J.B. Schutgens, J.J.J. Sillen
Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM/ECHR) 10 juli 2012, ECLI:NL:XX:2012:BX7343, app.nr. 58369/10 (SGP t. Nederland)
Annotaties en wetgeving | Annotatiefebruari 2013AA20130129
J. Alsemgeest
Professor Willems concludeert in zijn artikel ‘Staat dient op te treden tegen “pedopartij ”’ dat ereen partijverbod moet komen op de Partij voor de Naastenliefde, Vrijheid en Diversiteit (PNVD).In deze reactie wil ik een aantal kritische kanttekeningen plaatsen bij zijn juridische argumenten.Ik zal daarbij ingaan op het verschil tussen democratie en rechtsstaat, het Refah Partisi arrest van het EHRM en het boek Over vrijheid van John Stuart Mill. Ik wil benadrukken dat ik geen voorstander ben van de PNVD. De inspiratie om dit artikel te schrijven werd mij vooral ingegeven door het verschil van mening tussen mij en professor Willems. Ik ga dan ook vooral in op de juridischeargumenten die professor Willems gebruikt. (zie ook: EHRM 13-2-2003 Case of Refah Partisi (the Welfare Party) and others vs. Turkey).
Opinie | Reactie/nawoordoktober 2007AA20070765
J.W. Sap
Sinds 1848 bepaalt de Grondwet dat de rechter niet aan de Grondwet toetst. De ‘wetten zijn onschendbaar’ luidt het adagium waarop in Nederland de staatsrechtelijke verhoudingen zijn gestoeld. Over de wenselijkheid van dit verbod wordt al sinds 1848 gediscussieerd. Het moge duidelijk zijn dat de meningen zijn verdeeld omtrent de wenselijkheid van een (eventueel) rechterlijk toetsingsrecht. Zo wordt betoogd dat een rechterlijk toetsingsrecht een onaanvaardbare inbreuk is op de soevereiniteit van de wetgever. Daar staat echter weer tegenover dat de wetgever ook nu gezien artikel 94 Grondwet niet altijd het laatste woord heeft ten aanzien van geldigheid van wetten. In een recent aanhangig gemaakt wetsvoorstel (TK 2001-2002, 28 331 nrs. 1-3) van Tweede Kamerlid Halsema wordt wederom de discussie omtrent het verbod van constitutionele toetsing door de rechter aangewakkerd. Sterker nog: het betreffende wetsvoorstel voorziet in de introductie van een beperkte bevoegdheid tot constitutionele toetsing door de rechter.
Overig | Rode draad | Constitutionele toetsingmaart 2003AA20030159
C.A.J.M. Kortmann
Centrale Raad van Beroep (CRvB) 3 mei 2002, ECLI:NL:CRVB:2002:AE4696, nr. 98/8248 MAW (alcoholverbod) In deze noot bespreekt Kortmann een arrest waarbij de vraag aan de orde kwam of een alcoholverbod dat steunt op art. 44 Gw verenigbaar is met art. 10 Gw.
Annotaties en wetgeving | Annotatiejanuari 2003AA20030034
P.H. Blok
In dit opiniërende artikel betoogt de auteur dat er bij de bescherming van de persoonlijke levenssfeer een apart artikel moet komen voor behoorlijk gegegevensbeheer en een apart artikel voor de persoonlijke levenssfeer.
Opinie | Opiniërend artikeljuni 2001AA20010435