Sociaal-economisch recht

Resultaat 1417–1428 van de 1571 resultaten wordt getoond

Rechtsvraag (232) Intellectuele eigendom-Europees recht

W.A. Hoyng

Rechtsvraag op het gebied van het Europese intellectuele eigendomsrecht, meer in het bijzonder het merkrecht waarbij merkinbreuk bij een internationaal (gedeeltelijk) geregistreerd merk aan de orde is.

Perspectief | Rechtsvraag
april 1994
AA19940252

Rechtsvraag (241) Sociaal recht

J. Riphagen

Rechtsvraag op het gebied van het sociaal-verzekeringsrecht meer in het bijzonder arbeidsongschiktheid waarin het verschil van toegekende uitkering aan de orde komt terwijl de twee personen met klachten dezelfde mate van arbeidsongschiktheid hebben die ook dezelfde oorsprong heeft.

Perspectief | Rechtsvraag
maart 1995
AA19950229

Rechtsvraag (270) privaatrecht

Suykerland BV

L.H.A.J.M. Quant, M.V. Ulrici

Rechtsvraag die in het teken staat van de Rode draad 1998 'Recht & Ethiek' waarbij een rechtsfilosofische kwestie aan de orde is bij een ontslagzaak waarbij verschillende morele kwesties een rol spelen.

Overig | Perspectief | Rechtsvraag | Rode draad | Recht en ethiek
maart 1998
AA19980221

Rechtsvraag (273) privaatrecht

Een pand van stand

H.J. Snijders

Rechtvraag waarbij het pandrecht centraal staat.

Perspectief | Rechtsvraag
september 1998
AA19980789

Rechtsvraag (278) Verzekeringsrecht

S.Y.Th. Meijer

Aan de hand van een verzekeringsrechtelijke casus worden enkele vragen gesteld, welke door de lezer van Ars Aequi beantwoord dienen te worden waarna ze deze antwoorden op kunnen sturen.

Perspectief | Rechtsvraag
april 1999
AA19990307

Rechtsvraag (294) Intellectuele eigendom

M.S.C. Bakker

Rechtsvraag op het gebied van het intellectueel eigendomsrecht, in het bijzonder auteurs-, tekening- en modellenrecht.

Perspectief | Rechtsvraag
maart 2001
AA20010181

Refererend merkgebruik: is het Tanderil-arrest achterhaald na Hölterhoff-Freiesleben?

W. de Haan, W. Huizer, R. Span

Mag een arts op een recept de naam van een bekend merk vermelden, terwijl hij eigenlijk een minder bekend, maar veel goedkoper middel voorschrijft? En is het de apotheker vervolgens toegestaan om een goedkoper middel aan de patiënt te leveren, ondanks het feit dat op het recept het bekende merk staat vermeld? Deze vragen werden in 1984 negatief beantwoord door het Benelux Gerechtshof in het Tanderil-arrest. Eind 2002 wees het Europese Hof van Justitie (HvJEG) arrest in de zaak Hölterhoff/Freiesleben, een kwestie waar het eveneens over refererend merkgebruik ging. In de literatuur is inmiddels de vraag opgeworpen of dit arrest in een andere richting wijst dan de oude Benelux-jurisprudentie. Mede in het licht van een ander arrest van het HvJEG, inzake Arsenal/ Reed, wordt in deze bijdrage onderzocht wat nu de stand van zaken is met betrekking tot refererend merkgebruik.

Verdieping | Studentartikel
november 2003
AA20030814

Reïntegratie onmogelijk – toch loon doorbetalen?

J. Riphagen

Hoge Raad 17 januari 2003, nr. C01/168HR, ECLI:NL:HR:2003:AF0175, JAR 2003, 41 (Stal/UWV) Een werknemer van het GAK is na een ongeval arbeidsongeschikt geworden. Verschillende pogingen tot reïntegratie mislukken en ook het volgen van cursussen geeft onvoldoende garantie op een succesvolle herplaatsing. Onder deze omstandigheden achtte de rechtbank de werkgever niet verplicht tot herplaatsing. Toch wees de rechtbank de loonvordering van de werknemer toe, omdat het onderzoek dat duidelijk maakte dat reïntegratie in feite onmogelijk was, eerst in de loop van de procedure was afgerond.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
mei 2004
AA20040358

Reklame en overlast

E.H. Hondius

In dit artikel wordt door Hondius ingegaan op overlast door reclame en hoe deze door zelfregulering beteugeld wordt. Hondius geeft daarbij een aantal concrete voorbeelden van overlast zoals man-vrouwpatronen die niet beteugeld worden, roken en rassendiscriminatie.

Overig | Rode draad | Recht en reclame
september 1993
AA19930616

Rendement of restitutie? Clawbacks in rechtsvergelijkend perspectief

F. Ahlers, M.R. Tjon Akon

Onlangs oordeelde de Hoge Raad oordeelde dat een investeerder die ruim 1,1 miljoen euro had verdiend aan het Ponzi scheme van vastgoedbelegger René van den Berg, deze winst niet terug hoefde te betalen. Er is onduidelijkheid over deze betalingen. Heeft de investeerder die deze heeft ontvangen recht op deze gelden of dient restitutie plaats te vinden ten behoeve van de overige investeerders, wier inbreng is gereduceerd tot een faillissementsvordering? Deze kwestie wordt besproken vanuit een rechtsvergelijkend perspectief, waarin de oplossing van de Hoge Raad wordt vergeleken met het Amerikaanse faillissementsrecht.

Opinie | Redactioneel
maart 2012
AA20120165

Renteswaps en het ‘civiel effect’ van MiFID volgens het Europees Hof van Justitie

D. Busch

Hof van Justitie Europese Unie (HvJ EU) 30 mei 2013, ECLI:EU:C:2013:344, nr. C-604/11 (Genil 48 SL e.a./Bankinter SA e.a.)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2013
AA20130667

Resolution v AstraZeneca en Shionogi: met gezichtspunten zonder uitgangspunten wordt rechtszekerheid een wasen neus

Th.C.J.A. van Engelen

Hoge Raad 8 juni 2018, nr. 16/02891, ECLI:​NL:​HR:​2018:​854, IEPT20180608, NJ 2018/410, m.nt. Ch. Gielen, BIE 2018/20, m.nt. P.L. Reeskamp (Resolution/AstraZeneca en Shionogi)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 2019
AA20190492

Resultaat 1417–1428 van de 1571 resultaten wordt getoond