Sociaal-economisch recht

Resultaat 1381–1392 van de 1593 resultaten wordt getoond

Over short selling

M. Peeters

Short selling heeft een ietwat dubieuze reputatie. ‘Aandelen verkopen die je niet hebt’, dat wekt al de suggestie dat er iets niet in de haak is. Verschillende toezichthouders en regelgevers leggen snel verbanden tussen short selling en marktmisbruik. ‘Short is moord’ was zelfs de kop boven een FD-column over maatregelen tegen short selling die de AFM in 2008 heeft genomen. De directe aanleiding tot deze beschouwing is de EU-verordening betreffende short selling die op korte termijn in alle lidstaten rechtstreeks van toepassing zal zijn. De bespreking van de Verordening en andere maatregelen pretendeert zeker niet uitputtend te zijn, maar concentreert zich op twee kernthema’s; transparantie over short selling en eventuele verbods- of andere beperkende maatregelen.

Verdieping | Verdiepend artikel
maart 2012
AA20120189

Over toegepaste kunst en de kunst van prejudiciële vragen

Th.C.J.A. van Engelen

Hof van Justitie Europese Unie (HvJ EU) 24 oktober 2024, ECLI:EU:C:2024:914, IEPT20241024 (Kwantum v Vitra) (rechters: T. von Danwitz, A. Arabadjiev en I. Ziemele; conclusie A-G M. Szpunar)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 2025
AA20250053

Over Uber, arbeidsverhoudingen en ‘modern werkgeversgezag’

Y.E.M. Cremers, W.A.G. Hermans

Bij de kwalificatie van een overeenkomst als arbeidsovereenkomst ligt de nadruk steeds meer op de materiële gezagsverhouding tussen partijen. Welke bedoeling partijen hadden bij het aangaan van hun overeenkomst, speelt hierbij niet langer een rol. Naar aanleiding van het recente Uber-vonnis, waarin de rechtbank Amsterdam de term ‘modern werkgeversgezag’ introduceerde, plaatsen de auteurs vraagtekens bij de wenselijkheid van een vergaande relativering van de partijbedoeling.


Advertorial

Basisopleiding arbeidsrecht – OSR juridische opleidingen

Wil jij werknemers of werkgevers bijstaan of adviseren in arbeidsrechtelijke kwesties? Dan heb je een goede basiskennis nodig van het arbeidsrecht. Die vind je in de basisopleiding arbeidsrecht van OSR juridische opleidingen. Deze basisopleiding is erkend door de Raad voor Rechtsbijstand. Tijdens de vierdaagse opleiding komen alle elementaire onderdelen van het arbeidsrecht aan de orde: arbeidsverhoudingen, ziekte en re-integratie, diverse vormen van het ontslagrecht en de uitdagingen van de dagelijkse procespraktijk. Er valt namelijk veel winst te boeken door de juiste keuzes te maken, bijvoorbeeld bij het bepalen of je wel of niet de gang naar de rechter maakt. OSR juridische opleidingen organiseert de opleiding twee keer per jaar, in het voor- en najaar. In 2022 start de basisopleiding op 17 mei en op 2 november.
“De opleiding was voor mij zeer nuttig en leerzaam. Ik heb een brede kennis van het arbeidsrecht opgedaan middels de voorgeschreven lesstof en de lesdagen. De stof werd door alle docenten tijdens de lessen verduidelijkt door het geven van praktijkvoorbeelden.”
Deelnemer van de basisopleiding arbeidsrecht Ga voor meer informatie, locatie en data van alle bijeenkomsten naar de website.

Opinie | Redactioneel
maart 2022
AA20220171

Over wetgeving gesproken: ‘words matter!’

H. van Drongelen

Post thumbnail Bij vervaardigen van wetgeving staan vaak procedurele voorschriften rond het wetgevingsproces en de vormgeving ervan centraal. Bij wetgeving staan het verwezenlijken van het overheidsbeleid en de doelstelling(en) ervan steeds meer centraal. Maar wat als het gaat om de kwaliteit van wetgeving, dus de normstelling zelf? Een van de aspecten die daarbij speelt, is het taalgebruik. Uit deze bijdrage blijkt dat juist het taalgebruik in wetgeving en het belang daarvan onvoldoende wordt onderkend.

Verdieping | Verdiepend artikel
maart 2020
AA20200261

Passende arbeid als recht van de mens

Recht op arbeid en op werkloosheidsuitkering in internationaal en Nederlands recht

F.J.H.C. Smit

Hebben de economische, sociale en culturele rechten in het algemeen en het recht op arbeid in het bijzonder rechtskracht en zijn zij afdwingbaar? Voldoet reeds alle arbeid daartoe waar de werknemer in staat is als voorwerp van het recht op arbeid of moet dit recht worden uitlegd en toegepast als recht op passende arbeid? Kan de werkloze werknemer volgens internationaal en Nederlands recht worden verplicht tot het verrichten van elke arbeid waartoe hij of zij in staat is, danwel tot het verrichten van passende arbeid alleen? Wat is de minimumgrens van deze verplichting die een uitkering in geval van werkloosheid met zich meebrengt?

Literatuur | Proefschriftbijdrage
juni 1994
AA19940463

Passieve legitimatie uit cognossement

F.G.M. Smeele

Bespreking proefschrift. Hoofdvraag is wie er bij cognossementsvervoer tot vergoeding van ladingschade kan worden aangesproken, met andere woorden ‘whodunnit?’Auteur concludeert dat bij nader inzien de tegenstelling tussen debeginselen van partij-autonomie en derdenbescherming bij de passieve legitimatie maar eenschijnbare. Zeer wel kunnen deze uitgangspunten met elkaar in harmonie gebracht worden, namelijkwanneer aan het contractuele aspect in de verhouding tussen vervoerder en afzender en aan het waardepapierrechtelijke aspect tussen vervoerder en derde-houder beslissende betekenis wordt toegekend.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
november 1998
AA19980919

Payrolling: over duiding en verbinding

L.G. Verburg

Post thumbnail De auteur behandelt de vraag op welke feitelijke constellaties payrolling betrekking heeft. Vervolgens komt aan de orde of payrolling valt binnen de definitie van de uitzendovereenkomst in artikel 7:690 BW. Daarna volgt een beschouwing over de vraag wie de werkgever is van de gepayrollde werknemer: het payrollbedrijf of de inlener

Verdieping | Verdiepend artikel
december 2013
AA20130907

Pelham, Funke en Spiegel Online: beperkingen en grondrechten in het EU-auteursrecht

D.J.G. Visser

Hof van Justitie Europese Unie (HvJ EU) 29 juli 2019, ECLI:EU:C:2019:624, C-476/17 (Pelham), Hof van Justitie Europese Unie (HvJ EU) 29 juli 2019, ECLI:EU:C:2019:623, C-469/17 (Funke), Hof van Justitie Europese Unie (HvJ EU) 29 juli 2019, ECLI:EU:C:2019:625, C-516/17 (Spiegel Online)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 2019
AA20190887

Pensioenrecht 2023-2024

J.R.C. Tangelder

Post thumbnail De belangrijkste wet- en regelgeving op het gebied van het pensioenrecht speciaal geselecteerd voor gebruik in het onderwijs en de rechtspraktijk. Teksten zoals deze gelden op 1 juli 2023.

9789493199859 - 24-07-2023

Personenvennootschapsrecht, quo vadis?

A.S.J.M. Tervoort

Post thumbnail

De Hoge Raad heeft in 2015 drie baanbrekende arresten gewezen die betrekking hebben op het personenvennootschapsrecht: het recht betreffende de maatschap, de vennootschap onder firma en de commanditaire vennootschap. Daarmee komt de vraag op wie de alom noodzakelijk geachte modernisering van het personenvennootschapsrecht, dat nog dateert uit 1838, ter hand moet nemen: de wetgever of de Hoge Raad.

Verdieping | Verdiepend artikel
maart 2016
AA20160161

Philips/Remington

Ch.E.F.M. Gielen

Hof van Justitie Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 18 juni 2002, zaak nr. C-299/99, ECLI:EU:C:2002:377 (Philips/Remington) Verhouding tussen artikel 3(1)(a) Merkenrichtlijn enerzijds – tekens die geen merk kunnen vormen – en artikel 3(1)(b)-(d) anderzijds – merken die geen onderscheidend vermogen hebben en uitgesloten vormmerken. Merken die bestaan uit de vorm van producten zijn uitgesloten, wanneer de vorm noodzakelijk is om een technische uitkomst te verkrijgen, hetgeen het geval is wanneer wordt aangetoond dat de wezenlijke functionele kenmerken van die vorm uitsluitend aan de technische uitkomst zijn toe te schrijven. Het doet er hiervoor niet toe dat er andere vormen bestaan waarmee een zelfde technische uitkomst kan worden verkregen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 2003
AA20030043

Platformarbeid: bezorger van hoofdbrekens

J. Kloostra

Post thumbnail De manier waarop wordt gewerkt, verandert als gevolg van technologische ontwikkelingen. Met behulp van de techniek trachten platformen als Uber en Deliveroo de arbeidsrelatie zodanig in te richten dat platformwerkers zelfstandigen zijn. Platformarbeid roept kwalificatievragen op. Dit artikel signaleert twee knelpunten die zien op de juridische duiding van die arbeidsrelatie en de consequenties daarvan.

Opinie | Opiniërend artikel
april 2019
AA20190289

Resultaat 1381–1392 van de 1593 resultaten wordt getoond