Resultaat 73–84 van de 268 resultaten wordt getoond

Hebben rechtspersonen morele plichten en fundamentele rechten?

M. Bovens

De machtigste personen in de moderne westerse wereld zijn rechtspersonen. Zo zijn inmiddels meer dan de helft van de grootste honderd economieën ter wereld geen landen, maar ondernemingen. In deze bijdrage zal vanuit het perspectief van recht en ethiek naar deze ontwikkeling worden gekeken. Er zal worden onderzocht of op rechtspersonen morele plichten rusten. Ook komt aan de orde of rechtspersonen rechten hebben of zouden moeten hebben.

Overig | Rode draad | Recht en ethiek | Verdieping | Verdiepend artikel
juli 1998
AA19980651

Hercules aan het werk

Over de rol van rechtsbeginselen in het recht

A. Soeteman

In dit artikel wordt ingegaan op de werking van rechtsbeginselen voor het positieve recht. De auteur betoogt dat door de rechtsbeginselen het verschil tussen rechtspositivisme en natuurrecht verdwenen is. Er wordt in dit artikel in gegaan op de kenbaarheid en de reden van beginselen. In het artikel komt met name duidelijk naar voren wat de belangrijkste verschillen zijn tussen regels en beginselen.

Bijzonder nummer | Rechtsbeginselen
oktober 1991
AA19910744

Het belang van individuele mensenplichten

E.R. Boot

Post thumbnail Naar aanleiding van de verscheidene mensenplichtenverklaringen die de afgelopen twee decennia verschenen zijn, onderzoekt dit artikel het belang van het concept ‘mensenplichten.’ Het doet dit door direct op twee van de belangrijkste punten van kritiek hierop in te gaan: het benadrukken van individuele mensenplichten zou ten koste gaan van mensenrechten, en een aparte mensenplichtenverklaring zou overbodig zijn, omdat bestaande mensenrechtendocumenten reeds afdoende aandacht aan individuele plichten zouden schenken.  Het artikel sluit af met enige bespiegelingen betreffende de juiste verhouding tussen recht en moraliteit en de adequate plaats van mensenplichten binnen deze relatie.

Verdieping | Verdiepend artikel
december 2012
AA20120903

Het belang van rechtsfilosofie-onderwijs

W.J. Veraart

Een uiteenzetting over het rechtsfilosofisch onderwijs, hoe is het nu en hoe zou het moeten zijn.

Perspectief | Perspectiefartikel
maart 2004
AA20040210

Het Daschner Dilemma

Dreigen met foltering om levens te redden

S. Garvelink

Post thumbnail Op 30 juni 2008 deed het Europese Hof voor de Rechten van de Mens uitspraak in de geruchtmakende zaak Gäfgen tegen Duitsland. Het ging daar onder meer om de vraag of levensbedreigende situaties aanleiding kunnen zijn om het taboe op foltering in de rechtsstaat te doorbreken. Dit artikel geeft een overzicht van de feitenen procedures en gaat in op de rechtsfilosofische achtergronden.

Verdieping | Studentartikel
januari 2009
AA20090022

Het juiste verstaan

Over de plaats van de hermeneutiek in een pluriforme rechtswetenschap

M.A. Loth

Is de hermeneutiek hopeloos achterhaald door de empirische en interdisciplinaire bestudering van het recht? Of is zij van blijvende betekenis voor de rechtswetenschap, en zo ja, welke is dan die betekenis? In deze bijdrage wordt betoogd dat de kern van de hermeneutiek – het regulatieve ideaal van het juiste verstaan – zowel van betekenis is voor de interpretatie van teksten, het begrijpen van menselijk gedrag, als voor het morele inzicht in wat de situatie vereist. Daarom blijft dat ideaal van betekenis voor een moderne pluriforme rechtswetenschap, dat zowel doctrinair, comparatief als empirisch onderzoek omvat.

Bijzonder nummer | Recht & taal
juli 2015
AA20150560

Het laatste avondmaal: Ronald Dworkin (1931-2013)

C.W. Maris

Post thumbnail Op 14 februari 2013 overleed Ronald Dworkin, de invloedrijkste rechtsfilosoof van de afgelopen decennia. Cees Maris schrijft in deze bijdrage over de opvattingen van Dworkin, het Juiste Antwoord, morele waarheid, zijn publicaties en deelname aan publieke discussies, maar ook over de kritiek die Dworkin opriep.

Perspectief | Ars Longa Vita Brevis
oktober 2013
AA20130786

Het morele bewustzijn van het menselijke kwaad

N. Rozemond

In zijn boek Het menselijke kwaad. Hannah Arendt, Adolf Eichmann en het oordelen over het kwaad onderzoekt Klaas Rozemond hoe het menselijke kwaad kan worden gedefinieerd. De filosofie van Hannah Arendt en de strafzaak tegen Adolf Eichmann spelen daarin een belangrijke rol. In dit artikel analyseert hij de status van het morele bewustzijn in het kwaad en het strafrecht.

Rode draad | Recht & Geest
januari 2021
AA20210073

Het paradoxale karakter van de menselijke maat: een filosofische doordenking

T.J. de Jong

Post thumbnail Naar aanleiding van het toeslagenschandaal is sprake van een toenemende belangstelling voor de menselijke maat. Daarbij wordt dit begrip vaak op een juridische en politieke wijze ingevuld. De vraag is of dit wel terecht is. In deze bijdrage wordt aan de hand van het denken van Emmanuel Levinas en Jacques Derrida een alternatieve opvatting van de menselijke maat gepresenteerd, die begint bij het gelaat van de Ander dat oproept tot verantwoordelijkheid.

Verdieping | Verdiepend artikel
september 2023
AA20230635

Het probleem van de rancuneuze aanbrenger

Lon L. Fuller, T.J.M. Mertens, R. van der Mijl

Zoals er binnen het positieve recht centrale casussen bestaan waarop telkens wordt teruggegrepen, zo zijn er ook binnen de rechtsfilosofie centrale teksten die hun belang behouden. Dat is zeker het geval bij teksten die een sterk narratief karakter hebben, zoals de hier gepresenteerde en opnieuw vertaalde tekst ‘The Problem of the Grudge Informer’ van de Amerikaanse jurist en rechtsfilosoof Lon Fuller. Deze tekst is eerder in vertaling verschenen in Ars Aequi in 1969; na het doornemen van die vertaling en het vergelijken ervan met het origineel leek het de vertalers geboden, mede met het oog op toegankelijkheid, om een nieuwe vertaling te verzorgen. 
 

Perspectief | Perspectiefartikel
mei 2018
AA20180425

Het recht als bescherming van bepaalde partijen: een rechtsfilosofische verkenning

Corrias L.D.A.

Post thumbnail Dit artikel biedt een rechtsfilosofische analyse van het recht als bescherming van bepaalde partijen. Naast een conceptuele verheldering, besteedt het stuk in het bijzonder aandacht aan de grenzen van rechtsbescherming door een bespreking van ‘stille claims’, ontrechting en koloniaal onrecht.

Rode draad | Beschermenswaardige partijen
januari 2020
AA20200093

Het strafrecht voorbij

M. Wladimiroff

Er wordt wel eens gezegd dat in oorlog en liefde alles geoorloofd zou zijn. Ethici onder ons zullen zich — afgezien van de vraag of liefde als een vorm van oorlogsvoering kan worden gezien — afvragen waarom in tijd van oorlog geoorloofd zou zijn wat in tijd van vrede ontoelaatbaar is. In deze bijdrage wordt de ontwikkeling van het internationale humanitaire recht als een middel tot beperking van ethisch onrecht besproken. In dit recht staat zowel de bescherming van het niet bij de strijd betrokken individu, als de individuele verantwoordelijkheid voor schendingen van dat recht, centraal. Het beoogt, ondanks of juist vanwege het met een gewapend conflict gepaard gaande onrecht, algemeen aanvaarde normen te handhaven. Aldus heeft zich een rechtssysteem ontwikkeld dat de universele geldigheid van humanitaire normen, als onaantastbaar rechtsgoed, geldend maakt. Het ideaal van universele gelding wordt echter beter gediend wanneer naast zwakke nationale handhaving ook effectieve internationale handhaving van deze humanitaire normen algemeen zou worden aanvaard.

Overig | Rode draad | Recht en ethiek | Verdieping | Verdiepend artikel
december 1998
AA19980942

Resultaat 73–84 van de 268 resultaten wordt getoond