Resultaat 1–12 van de 267 resultaten wordt getoond

‘Die Zeit in Gedanken erfaßt’

Hegel en Thorbecke over het recht, de staat en de geschiedenis

L. van den Berge

Als geen andere staatsman geldt Johan Rudolf Thorbecke (1798-1872) als een ‘filosoof in de politiek’. Over de wijsgerige achtergronden van zijn politieke optreden is dan ook veel gepubliceerd. De verhouding tussen het denken van Thorbecke met dat van Hegel is daarbij sterk onderbelicht. Dat komt waarschijnlijk onder andere doordat Thorbecke zich in enkele dagboekaantekeningen sterk tegen Hegel en zijn volgelingen verzette. Veel biografisch georiënteerde onderzoekers lieten de verhouding tussen de ideeën van Hegel en die van Thorbecke daarom ongeëxploreerd. Maar of Thorbecke zich nu tegen Hegel afzette of niet: dat hun beider visies op het recht, de staat en de geschiedenis behalve enkele verschillen vooral ook opmerkelijke gelijkenissen vertonen is evident. Een nadere bestudering hiervan vergroot ons inzicht in de wijze waarop Thorbecke een conservatief-liberaal rechtsfilosofisch kader schiep waarbinnen het recht en de staat zonder revolutionair geweld konden worden vernieuwd.

Bijzonder nummer | Duits recht
juli 2014
AA20140525

‘Eichmann is geen Mephisto!’

T.J.M. Mertens

Post thumbnail In haar verslag van de rechtszaak tegen de oorlogsmisdadiger Adolf Eichmann stelt Hannah Arendt dat het kwaad in onze moderne wereld vaak voortkomt uit de weigering zelf na te denken. In Eichmann zag Arendt bijvoorbeeld geen monsterlijk roofdier, maar een ‘miezerig mannetje’, dat de morele verantwoordelijk voor zijn misdaden probeerde af te schuiven op anderen. Over deze controversiële opvatting van Arendt is al heel veel gezegd en geschreven. Nu is over Arendt ook een speelfilm verschenen, waarin haar verslag van het Eichmann-proces centraal staat.

Opinie | Amuse
juni 2013
AA20130428

‘Inter armes silent leges?’

Over de moeizame verhouding van het recht tot oorlog

T.J.M. Mertens, L. Peperkamp

Ìn deze rechtsfilosofische bijdrage aan het bijzonder nummer 2009 'Oorlog en Recht' wordt ingegaan op wat oorlog eigenlijk is en wat de bijdrage van het recht bij oorlogsvoering en vrede kan zijn. Daarbij wordt eerst ingegaan op de verschillen tussen de rechtvaardige en onrechtvaardige oorlog. Hierbij komt eerst het pacifisme (afwijzen van iedere vorm van geweld op morele gronden), realisme (geweld zit nou eenmaal in de mens). Bij beide vormen van het benaderen van oorlog speelt moraal geen rol. De auteurs betogen dat er wel degelijk sprake is van morele maatstaven bij het beoordelen van een oorlog, namelijk of deze gerechtvaardigd of niet gerechtvaardigd is. Daarbij moet voldaan zijn aan de criteria om een oorlog te beginnen (ius ad bellum) en de criteria op welke wijze deze dient te worden gevoerd (ius in bello). Vervolgens wordt er ingegaan op de uitwerking van deze criteria in de Gaza-oorlog in Israël. Daarna komt het debat hierover in Nederland aan de orde waarbij de begrippen zelfverdediging, proportionaliteit en non-combattantenimmuniteit aan de orde komen.

Bijzonder nummer | Oorlog & recht
juli 2009
AA20090458

‘No man shall be permitted to take advantage of his own wrong’

H.T.M. Kloosterhuis, C.E. Smith

In deze 'Vijf minuten rechtsfilosofie' schenken Carel Smith en Harm Kloosterhuis aandacht aan het Engelse beginsel '‘No man shall be permitted to take advantage of his own wrong’.

Perspectief | Column
december 2019
AA20191023

(On)waarschijnlijke verhalen: strafrechtelijk bewijs, kansrekening en scenario’s

H. Jellema

Filosofen, psychologen en wiskundigen hebben de afgelopen decennia theorieën van rationeel strafrechtelijk bewijs ontwikkeld. De twee belangrijkste hiervan zijn de Bayesiaanse aanpak en verklaringsbenaderingen, zoals de scenariotheorie. Deze benaderingen worden vaak beschouwd als rivalen. Recent bepleitte ik echter in mijn proefschrift (Im)probable Stories dat beide perspectieven nodig zijn voor een goede theorie van rationeel bewijs en dat we, door de theorieën te combineren, verschillende vraagstukken rondom strafrechtelijk bewijs kunnen beantwoorden. Dit artikel bespreekt een aantal inzichten uit dit proefschrift.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
november 2023
AA20230902

16 Juristen en hun filosofische inspiratie

C.J.H. Jansen, J.M. Smits, L.C. Winkel

Post thumbnail Intellectuele biografieën van zestien belangrijke Nederlandse juristen geven een beeld van de doorwerking van rechtstheorie en rechtsfilosofie in het privaatrecht, strafrecht en staatsrecht van de twintigste eeuw.

9789069165127 - 29-11-2004

16 Juristen en hun filosofische inspiratie (Digitaal boek)

C.J.H. Jansen, J.M. Smits, L.C. Winkel

Post thumbnail Intellectuele biografieën van zestien belangrijke Nederlandse juristen geven een beeld van de doorwerking van rechtstheorie en rechtsfilosofie in het privaatrecht, strafrecht en staatsrecht van de twintigste eeuw.

9789069165127 - 29-11-2004

Aan tafel met Mill, Berlin en Taylor

L. Stam

Post thumbnail

Nederlanders kampen met overgewicht. Wat kan en mag de overheid hiertegen doen? Bedreigen maatregelen als een vettaks of een verbod op snoepreclame onze vrijheid? Het schadebeginsel biedt steun bij het antwoord op deze vragen, maar helpt ons niet om gezonder te eten. Wellicht is de oplossing om zelfbeheersing als vorm van vrijheid te zien. Die zienswijze is echter niet zonder risico’s.

Overig | Rode draad | Voedsel & Recht
april 2014
AA20140304

Ars Longa Vita Brevis Prof.dr. Willem Witteveen

Een idealist met hart voor menselijkheid, rechtvaardigheid en schoonheid: Prof.dr. Willem Witteveen (Rotterdam 5 mei 1952 - Oekraïne 17 juli 2014)

M.G. IJzermans, J. Monster

Post thumbnail

Willem Witteveen overleed op 17 juli 2014 op 62-jarige leeftijd. Hij was hoogleraar Rechtstheorie en retorica aan de Tilburg University en senator namens de Partij van de Arbeid. Van 26 maart 1991 tot en met 15 juli 2009 was hij contacthoogleraar voor Ars Aequi aan de Tilburg University. In deze bijdrage herdenken zijn promovendi Maria Yzermans en Jobien Monster hun leermeester en zijn werk.

Perspectief | Ars Longa Vita Brevis
september 2014
AA20140664

Beantwoording rechtsvraag (270) privaatrecht

Suykerland BV

L.H.A.J.M. Quant, J.C.W. de Sauvage Nolting, M.V. Ulrici

Beantwoording van een rechtsfilosofische rechtsvraag gesteld in het kader van de Rode draad 'Recht & Ethiek' waarbij de rol en beroep van de advocaat aan de orde komen.

Overig | Perspectief | Rechtsvraag | Rode draad | Recht en ethiek
juli 1998
AA19980722

Beroepsethiek als wijsgerige ethiek

M.J. Becker

Post thumbnail

De opleidingen beroepsethiek voor juristen zijn gebaat bij behandeling van ethiek als wijsgerige discipline. Dat is een hele uitdaging omdat wijsbegeerte en recht verschillende disciplines zijn. De auteur werkt deze gedachtegang uit door beroepsethiek af te bakenen van juridiseren, moraliseren en sociaal­wetenschappelijke kennis. Ook de bespreking van casuïstiek wint aan kracht wanneer de wijsgerige dimensie van ethische problemen wordt onderkend.

Perspectief | Perspectiefartikel
februari 2022
AA20220154

Beroepsethiek bij rechters: politieke macht of onafhankelijkheid?

E.A. Huppes-Cluysenaer

Pas in de loop van 1990 is er aandacht ontstaan voor de beroepsethiek van rechters, zo schrijft Hooft Graafland in Trema.1 Daarvóór leek het niet nodig. Anders dan bij andere beroepsgroepen zijn bij rechters de belangrijkste aspecten van de beroepsuitoefening namelijk al in wettelijke regels vastgelegd. Daarbij kan gedacht worden aan de regels die de procesgang vormgeven en aan de regels die de onafhankelijke en neutrale positie van de rechter institutioneel waarborgen, zoals zijn benoeming voor het leven en de mogelijkheid van verschoning en wraking. Vanouds is er bij rechtsfilosofen wél aandacht voor het met de ethiek verbonden onderwerp van de methode van rechtsvinding.

februari 2010
AA20100133

Resultaat 1–12 van de 267 resultaten wordt getoond