Metajuridica

De filosofie van mensenrechten (Digitaal boek)

P.B. Cliteur

Post thumbnail EWen nieuwe benadering van het onderwerp. Er worden traditionele vragen behandeld als die naar de universaliteit van mensenrechten, maar ook relatief nieuwe.

9789069163437 - 15-12-1999

De Franse Conseil d’Etat en het ongeschreven volkenrecht

De gespleten opdracht van het recht

Autonomie en verbondenheid in het privaat-, straf- en staats- en bestuursrecht

L. van den Berge

Post thumbnail

De nabijheid van anderen is voor volwaardig menszijn onontbeerlijk, maar kan ons ook tot stikkens toe benauwen. Het moderne recht tracht ons lucht te geven door scheidingen aan te brengen tussen individuen onderling. Maar tegelijk zal het  moeten erkennen dat de mens een gemeenschapswezen is dat in afzondering van anderen niet volwaardig kan existeren. Hoe kan het recht aan die gespleten opdracht het best voldoen? Dit artikel bespreekt aan de hand van de bijdragen aan dit Bijzonder Nummer hoe de spanning tussen idealen van autonome vrijheid en gebondenheid het gehele recht in haar greep houdt.

Bijzonder nummer | Autonomie
juli 2017
AA20170654

De historische ontwikkeling van de verhouding tussen internationaal en nationaal recht

J.W.A. Fleuren

Joseph Fleuren bespreekt in dit artikel voor het Bijzonder Nummer ‘Zoeken naar hiërarchie’ de historische ontwikkeling van de hiërarchie tussen internationaal en nationaal recht. Hij stelt dat het individu van oudsher altijd gebonden is geweest aan normen van zowel internationaal als nationaal recht. Vanaf de negentiende en twintigste eeuw werd door het opkomende dualisme steeds vaker aangenomen dat internationaal recht alleen gericht is aan staten en niet rechtstreeks de burgers van die staten kan binden. Na de Tweede Wereldoorlog trad er een kentering op in het denken over hiërarchie. Sindsdien blijkt het internationale recht burgers soms weer rechtstreeks te kunnen binden.

Bijzonder nummer | Zoeken naar hiërarchie | Overig
juli 2012
AA20120510

De historische ontwikkeling van het leerstuk van nadeelcompensatie

E.L. de Jongh

Post thumbnail

In deze bijdrage bespreekt Lieske de Jongh de historische ontwikkeling van het leerstuk nadeelcompensatie in de negentiende eeuw aan de hand van een paar wettelijke regelingen uit die periode. Hierbij gaat zij vooral in op de reden (grond) waarom in die gevallen nadeelcompensatie werd toegekend. Is dit dezelfde grond als de grond die voor de Awb-regeling gaat gelden, of werd het recht op nadeelcompensatie in de negentiende eeuw ergens anders op gefundeerd? In deze bijdrage definieert zij nadeelcompensatie als de vergoeding die de overheid verschaft als zij schade veroorzaakt door rechtmatig te handelen.

Overig | Rode draad | Historische wortels van het recht
mei 2013
AA20130393

De historische oorsprong van artikel 5:2 BW

J.A. Ankum

Een uiteenzetting van de tot stand koming van art 5:2 BW, te beginnen bij de Romeinse tijd en eindigend bij de huidige tijd.

Overig | Rode draad | Digesten
november 2006
AA20060784

De Historische School in het privaatrecht

Misschien wisten zij alles

F. Brandsma

In dit artikel, deel 9 behorende bij de Rode draad 'Canon van het recht' wordt het verschil tussen natuurrechtelijke juristen en juristen van de Historische School, aangevoerd door de Duitser Von Savigny behandeld en de invloed daarvan op de codificatie van het burgerlijk recht in Duitsland.

Overig | Rode draad | Canon van het Recht
juni 2009
AA20090417

De Hoge Raad der Nederlanden: een zetel met bijzetstoeltjes?

P.H.M. Broere

Eerder dit jaar deed emeritus hoogleraar migratierecht Hans Ulrich Jessurun d’Oliveira aangifte tegen de voltallige Hoge Raad. De aangifte zag op de deelname van reservisten aan de beraadslaging bij de Hoge Raad, wat een stelselmatige schending van het geheim van de raadkamer en schending van het ambtsgeheim zou vormen. Volgens de Hoge Raad is deze wijze van raadkameren noodzakelijk, nu het de consistentie en rechtseenheid bewaakt. Bij deze praktijk kunnen vraagtekens geplaatst worden.

Opinie | Redactioneel
september 2017
AA20170667

De invloed van de Japanse denkwijze op het Japanse constitutionele recht

T. de Wit

In dit artikel wordt ingegaan op de wijze van het Japanse denken op het constitutionele recht aldaar. Japan heeft Westers recht overgenomen. Deze overname en met name de wijze waarop dit recht vervolgens wordt toegepast, is pas te begrijpen vanuit het oogpunt van de Japanse denkwijze. Naast de Japanse denkwijze wordt er ingegaan op de grondtrekken van de Japanse samenleving.

Verdieping | Studentartikel
september 1991
AA19910609

De invloed van de rechtswetenschap op de ontwikkeling van het Anglo-Amerikaanse recht

J.M. van Dunné

In een common law-stelsel neemt de rechtspraak een centrale plaats in bij de ontwikkeling van het recht, met de rechter als krachtfiguur die de dienst uitmaakt. Vrij algemeen wordt aangenomen dat in het Engelse recht opvattingen van schrijvers weinig gewicht in de schaal leggen en in de rechtszaal zelfs niet aangehaald mogen worden: de non-citation rule. In de afgelopen decennia is die regel echter in onbruik geraakt en is de wisselwerking tussen rechtspraak en rechtswetenschap tot bloei gekomen. Op dit punt valt veel van het Engelse recht te leren.

Bijzonder nummer | Anglo-Amerikaans recht
mei 1998
AA19980387

De invloed van het Bürgerliches Gesetzbuch (1900) op de Nederlandse beoefening van het privaatrecht in de eerste decennia van de 20e eeuw

C.J.H. Jansen

Het Bürgerliches Gesetzbuch heeft na zijn afkondiging op 1 januari 1900 een niet te onderschatten invloed uitgeoefend op het begin 20e-eeuwse Nederlandse burgerlijk recht (zaken-, overeenkomsten- en buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht). Dit was geen nieuw verschijnsel. Het Duitse recht vormde al vanaf de 19e eeuw een inspiratiebron voor Nederlandse juristen.

Bijzonder nummer | Duits recht
juli 2014
AA20140516

De invloed van politiek-economische voorkeuren op de besluitvorming van het Gerecht inzake EU-mededingingsrecht

W. Wijtvliet

Dit artikel bespreekt een nieuwe methode om politiek-economische voorkeuren van EU-rechters te meten, analyseert de invloed van deze voorkeuren op de rechtspraak van het Gerecht inzake EU mededingings- en staatssteunrecht en gaat kort in op een mogelijke normatieve implicatie van statistisch onderzoek naar rechterlijke besluitvorming.

Verdieping | Verdiepend artikel
januari 2020
AA20200037