Intellectuele-eigendomsrecht

Raamuitzetter

H. Cohen Jehoram

Hoge Raad 31 mei 1991, nr. 14253, ECLI:NL:HR:1991:ZC0259, NJ 1992, 391 (Borsumij/Stenman). Ook bekend als Raamuitzetter. Uitspraak van de Hoge Raad en daarbij behorende noot op het gebied van het octrooirecht. In de uitspraak komt aan de orde wat de verhouding is tussen de leer van de slaafse nabootsing en de modernere prestatieontlening. De Hoge Raad oordeelt dat de laatste leer de eerdere heeft geabsorbeerd. In de noot wordt dieper op deze problematiek ingegaan.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 1993
AA19930680

Rechtbank Amsterdam: Studeersnel niet aansprakelijk voor grootschalige auteursrechtinbreuken op haar platform

R. Leuyerink

Op 24 juli jl. heeft de rechtbank Amsterdam vonnis gewezen in de door de Erasmus Universiteit Rotterdam aangespannen procedure tegen Studeersnel BV en Tentamentrainingen BV. In de kern draait deze zaak om de vraag of Studeersnel BV aansprakelijk is voor de door haar gebruikers zonder toestemming van de rechthebbende geüploade auteursrechtelijk beschermde content. De rechtbank beantwoordt deze vraag ontkennend. In deze bijdrage zal ik betogen dat dit oordeel onjuist is.

Verdieping | Verdiepend artikel
november 2024
AA20240931

Rechten schenden vanaf de zeepkist

Ch. Alberdingk Thijm

De opkomst van internet en cameratelefoons brengt een grote meningsuiting op internet met zich mee die vaak gepaard gaat met een schending van rechten van de afgebeelde of benoemde persoon.

Opinie | Amuse
december 2006
AA20060855

Rechtsbeschermingsmogelijkheden van het stemgeluid onder Nederlands portretrecht in de context van audio-deepfakes

E. Valk

Post thumbnail Recente ontwikkelingen van AI-technologie maken het mogelijk de menselijke stem geheel waarheidsgetrouw na te bootsen. Potentiële inbreuk op ieders privacyrechten en de IE-rechten van makers is hiermee een nieuwe realiteit. Dit artikel bespreekt de mogelijkheden om ter bescherming van het stemgeluid aansluiting te vinden bij het portretrecht, op basis van de wet, relevante jurisprudentie en literatuur.

Verdieping | Studentartikel
september 2023
AA20230627

Rechtsverwerking, de oudere en de nog oudere handelsnaam in het merkenrecht

A.M. Verduijn, D.J.G. Visser

Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU) 2 juni 2022, C-112/21, ECLI:EU:C:2022:428 (Classic Coach Company)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 2022
AA20220791

Rechtsvraag (198) Intellectuele Eigendom

Th.C.J.A. van Engelen

Rechtsvraag behorende betreffende Intellectuele eigendom. De casus betreft ansichtkaarten waarop zonder toestemming van de licentiehouder afbeeldingen werden gedrukt. De vraag wordt gesteld in hoeverre een verbodsactie kan slagen.

Perspectief | Rechtsvraag
november 1990
AA19900882

Rechtsvraag (232) Intellectuele eigendom-Europees recht

W.A. Hoyng

Rechtsvraag op het gebied van het Europese intellectuele eigendomsrecht, meer in het bijzonder het merkrecht waarbij merkinbreuk bij een internationaal (gedeeltelijk) geregistreerd merk aan de orde is.

Perspectief | Rechtsvraag
april 1994
AA19940252

Rechtsvraag (294) Intellectuele eigendom

M.S.C. Bakker

Rechtsvraag op het gebied van het intellectueel eigendomsrecht, in het bijzonder auteurs-, tekening- en modellenrecht.

Perspectief | Rechtsvraag
maart 2001
AA20010181

Refererend merkgebruik: is het Tanderil-arrest achterhaald na Hölterhoff-Freiesleben?

W. de Haan, W. Huizer, R. Span

Mag een arts op een recept de naam van een bekend merk vermelden, terwijl hij eigenlijk een minder bekend, maar veel goedkoper middel voorschrijft? En is het de apotheker vervolgens toegestaan om een goedkoper middel aan de patiënt te leveren, ondanks het feit dat op het recept het bekende merk staat vermeld? Deze vragen werden in 1984 negatief beantwoord door het Benelux Gerechtshof in het Tanderil-arrest. Eind 2002 wees het Europese Hof van Justitie (HvJEG) arrest in de zaak Hölterhoff/Freiesleben, een kwestie waar het eveneens over refererend merkgebruik ging. In de literatuur is inmiddels de vraag opgeworpen of dit arrest in een andere richting wijst dan de oude Benelux-jurisprudentie. Mede in het licht van een ander arrest van het HvJEG, inzake Arsenal/ Reed, wordt in deze bijdrage onderzocht wat nu de stand van zaken is met betrekking tot refererend merkgebruik.

Verdieping | Studentartikel
november 2003
AA20030814

Resolution v AstraZeneca en Shionogi: met gezichtspunten zonder uitgangspunten wordt rechtszekerheid een wasen neus

Th.C.J.A. van Engelen

Hoge Raad 8 juni 2018, nr. 16/02891, ECLI:​NL:​HR:​2018:​854, IEPT20180608, NJ 2018/410, m.nt. Ch. Gielen, BIE 2018/20, m.nt. P.L. Reeskamp (Resolution/AstraZeneca en Shionogi)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 2019
AA20190492

Schweppes of import-Schweppes: het beeld van één enkel globaal merk

D.J.G. Visser

Hof van Jusitie Europese Unie (HvJ EU) 20 december 2017, C-291/16, ECLI:​EU:​C:​2017:​990 (Schweppes/Red Paralela)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
mei 2018
AA20180402

Silhouette

Geen uitputting van merkrecht voor waren die buiten de Europese Economische Ruimte door de houder of met zijn toestemming in de handel zijn gebracht

H. Cohen Jehoram

Hof van Justitie Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 16 juli 1998, zaak C-355/96, ECLI:EU:C:1998:374 (Silhouette International Schmied GmbH & Co KG t. Hartlauer Handelsgesellschaft mbH) Geen uitputting van merkrecht voor waren die buiten de Europese Economische Ruimte door de houder of met zijn toestemming in de handel zijn gebracht.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 1999
AA19990061