Faillissementsrecht

Resultaat 25–36 van de 206 resultaten wordt getoond

Civiel (straf )recht

S.R. Damminga, R.M. Pasma

Kort redactioneel artikel over de wisselwerking tussen straftrecht en faillissementsrecht rondom een zaak waarbij de schuldsaneringsregeling een rol speelt.

Opinie | Redactioneel
juni 2003
AA20030415

Compensatie tijdens faillissement

P. van Schilfgaarde

In de rubriek `recht in zicht´ wordt door een oud-redacteur teruggekeken op zijn of haar artikel dat deze redacteur destijds schreef en wat de uitwerkingen van het artikel waren. Van Schilfgaarde schrijft over zijn scriptie over compensatie in faillissement en de beoordeling door Cleveringa die later in Ars Aequi als artikel is verschenen.

Verdieping | Verdiepend artikel
oktober 2001
AA20010728

Coöperatie Beatrixziekenhuis-ProCall

R.D. Vriesendorp

Hoge Raad 13 juni 2003, nr. C01/227HR, ECLI:NL:HR:2003:AF3413, LJN: AF3413, NJ 2004/196, RvdW 2003/108 (Coöperatie Beatrixziekenhuis/ProCall). Ook wel bekend als het ProCall-arrest. Dit arrest behandelt de zaak waarin een belanghebbende zijn geld kwijt raakt doordat degene die voor hem zijn vorderingen incasseert op een speciaal daarvoor geopende rekening, failliet gaat.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 2004
AA20040775

Crypto-faillissementen: een bijdrage naar aanleiding van het faillissement van cryptobeurs FTX

Y.S. Beerepoot

Post thumbnail De insolventieprocedure van cryptovaluta-beurs FTX is – met miljoenen gedupeerde klanten, miljarden aan (deels verdwenen) activa en een ongekend gebrekkige administratie – bijzonder te noemen. Tegelijkertijd worden cryptofaillissementen steeds gebruikelijker en zijn de oorzaken veelal hetzelfde als in traditionele insolventieprocedures. In deze bijdrage komen enkele crypto-insolventieprocedures aan de orde, wat die bijzonder maakt en wat juist niet, en de impact van de recente cryptoverordening MiCA.

Verdieping | Verdiepend artikel
december 2023
AA20230961

Curatoren BaByXL/Amstel Lease

R.D. Vriesendorp

Hoge Raad 13 mei 2005, nr. C04/075HR, ECLI:NL:HR:2005:AT2650, LJN AT2650, RvdW 2005, 72 (Curatoren BaByXL/Amstel Lease) In dit arrest en de daarbij behorende noot komt de beëindiging van een huurovereenkomst door opzegging dan wel ontbinding aan de orde. Verder wordt de schadeclaim van de verhuurder na ontbinding aan de orde. Tenslotte komt de zekerheidsstelling door de huurder met de bankgarantie aan bod.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 2005
AA20050938

Curatoren Mobell/Interplan

R.D. Vriesendorp

Hoge Raad 19-12-2003, C02/196HR, ECLI:NL:HR:2003:AN7817 (Curatoren Mobell/Interplan). Ook bekend als Van Dooren q.q./Interplan.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 2004
AA20040178

De artikelen 1639aa e.v. BW en het faillissement

D.H. Lodder

In november 1985 verscheen van de hand van Jack Linssen in Ars Aequi het artikel 'De Wet overgang van ondernemingen: artt. 1639aa e. v. BW.' Hierin schetste de auteur de problemen die zich voordeden bij de automatische overgang van arbeidsovereenkomsten op een nieuwe werkgever, die een onderneming overneemt. Centraal stond de vraag of de artikelen 1639aa-dd BW van toepassing waren in geval van faillissement. In antwoord op enkele prejudiciële vragen, gaf het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschap de uitspraak dat de Richtlijn waarop de artikelen 1639aa-dd BW gebaseerd zijn, niet van toepassing is op de overgang van een onderneming in geval van faillissement. Het Hof bepaalde echter ook dat het de lidstaten vrijstond om de werknemers een verdergaande bescherming toe te kennen. Hierdoor werd de vraag met betrekking tot de werking van de artikelen 1639aa-dd BW een kwestie van uitleg van de nationale regeling. Deze uitleg wordt voor ons land gevonden in het recente arrest van de Hoge Raad, 30 oktober 1987, RvdW 1987 nr. 196.

Verdieping | Studentartikel
april 1988
AA19880223

De Bont-Bannenberg q.q.

S.C.J.J. Kortmann, N.S.G.J. Vermunt

Hoge Raad 16 september 2005, nr. C04/128HR, ECLI:NL:HR:2005:AT7797, LJN: AT7797, RvdW 2005, 101; JA 2005/109, m.nt. F.M.J. Verstijlen; JOR 2006/52, m.nt. SCJJK; NJ 2006, 311, m.nt. PvS (De Bont/Bannenberg q.q.) De vraag is aan de orde in hoeverre een curator ontvankelijk is bij een onrechtmatige daadsvordering (voor benadeling van schuldeisers) indien deze slechts voor één of een kleine groep schuldeisers is ingesteld. De vraag is ook nog aan wie de opbrengst toekomt indien de curator voor de gezamenlijke schuldeisers in rechte optreedt.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 2006
AA20060732

De Conservatrix-casus: pionieren met resolutie

J. Altunian, F.L.P. Vulto

Post thumbnail Dit artikel is gewijd aan het faillissement van de Nederlandsche Algemeene Maatschappij van Levensverzekering Conservatrix N.V. In dit artikel ontleden de auteurs de spraakmakende Conservatrix-casus en wordt onderzocht hoe de afwikkelingsinstrumenten van De Nederlandsche Bank N.V. in een faillissement van een levensverzekeraar werken. In hoeverre bieden de ruime kaders waarbinnen de rol van De Nederlandsche Bank N.V. als toezichthouder wordt vormgegeven, houvast en welke lering kan getrokken worden uit deze in het oog springende casus?

Verdieping | Studentartikel
november 2022
AA20220841

De curator

J.C. van Apeldoorn

In dit artikel wordt ingegaan op het werk van de curator bij faillissementen en zijn belanrijke taak en functie.

Perspectief | Perspectiefartikel
september 2003
AA20030703

De curator als stakeholder

Over financiële belangen van curatoren bij de aanpak van onregelmatigheden

J.M.W. Pool

Sinds de inwerkingtreding van de Wet versterking positie curator is er veel te doen over de fraudesignalerende rol van de curator. Critici zijn van mening dat deze rol niet in het belang is van de gezamenlijke schuldeisers en dat curatoren om die reden niet altijd bereid zijn om onregelmatigheden aan te pakken. Een andere en misschien wel belangrijkere reden, is dat de aanpak van onregelmatigheden strijdig kan zijn met het financiële belang van de curator. Zijn salaris wordt immers betaald uit de boedel en als de boedel onvoldoende middelen bevat, krijgt de curator geen vergoeding voor zijn werkzaamheden. In deze bijdrage, die is gebaseerd op mijn promotieonderzoek, ga ik in op de rol die financiële belangen van curatoren in de praktijk spelen bij de aanpak van onregelmatigheden.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
maart 2023
AA20230230

De derdenwerking van niet-ingeschreven pandrechten op geregistreerde IE-rechten

Een verkenning van verleden, heden en toekomst

J. Brugman

Post thumbnail Uit de diverse IE-regelgeving op Nederlands, Benelux- en EU-niveau blijkt dat een pandrecht op een geregistreerd IE-recht pas jegens derden kan worden ingeroepen na inschrijving ervan in het register. De reikwijdte van deze derdenwerkingbepalingen is niet geheel duidelijk en verschilt per IE-recht. Wat kunnen de totstandkomingsgeschiedenissen en de jurisprudentie ons leren over de positie van rechtsopvolgers, latere beperkt gerechtigden, beslagleggers en de faillissementscurator? Een blik op het Draft Common Frame of Reference biedt mogelijk aanknopingspunten voor een uniforme interpretatie van de derdenwerking.

Overig | Ars Aequi-prijswinnaar | Verdieping | Studentartikel
juni 2021
AA20210529

Resultaat 25–36 van de 206 resultaten wordt getoond