Resultaat 37–48 van de 203 resultaten wordt getoond

De doorfinancieringsplicht van de bank

A. Grimme

Een onderneming in moeilijkheden kan niet zonder het krediet van de bank. Beëindiging van het krediet betekent de nekslag voor de onderneming. In kort geding is het de laatste tien jaar veelvuldig voorgekomen dat de bank verplicht werd door te financieren. Ook de regering wil een dergelijke doorfinancieringsplicht opnemen in een vernieuwde regeling van de surséance van betaling. Een vergelijking tussen de jurisprudentie en de voorstellen ligt voor de hand.

Verdieping | Studentartikel
januari 1995
AA19950007

De faillissementsbestendigheid van het instaprecht in projectfinanciering

E.C. Jager

Post thumbnail Het instaprecht is een specifieke contractsbepaling waar nog maar relatief weinig over geschreven is. Het instaprecht maakt het mogelijk dat een derde partij onder bepaalde voorwaarden in de schoenen van een bestaande contractpartij kan stappen. In de schaarse juridische literatuur over dit onderwerp wordt (de uitwerking van) het instaprecht omschreven als faillissementsbestendig, maar is dit wel écht zo?

Verdieping | Studentartikel
september 2022
AA20220617

De faillissementscurator en persoonsgegevens

M.D. Reijneveld

Post thumbnail Vanaf de dag van de faillietverklaring is de curator belast met het beheer en de vereffening van de failliete boedel. Op welke wijze en in welke mate is de curator verantwoordelijk voor de persoonsgegevens die hij bij de gefailleerde schuldenaar aantreft?

Bijzonder nummer | Privacy
juli 2019
AA20190614

De faillissementspauliana: revisie van een relict

G. van Dijck

Uit de literatuur kan worden opgemaakt dat de faillissementspauliana niet altijd een goed onderscheid maakt tussen wat geoorloofd is en wat ongeoorloofd. Hierdoor rijst de vraag of de bestaande faillissementspauliana adequaat is. Het onderzoek brengt in kaart welke bezwaren zich in de literatuur hebben geopenbaard en, aan de hand van empirisch onderzoek, welke problemen zich in de praktijk volgens curatoren voordoen. Verder richt het onderzoek zich op de relatie tussen de gevonden knelpunten en belangrijke ontwikkelingen in het Nederlandse vermogensrecht.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
februari 2007
AA20070164

De fiscus in het privaatrecht (Digitaal boek)

A.J. Tekstra

Post thumbnail Traditioneel gezien is de positie van de fiscus vastgelegd in fiscale en bestuursrechtelijke regels, maar de fiscus bedient zich in toenemende mate van instrumenten die privaatrechtelijk zijn. Deze ontwikkeling wordt beschreven en er wordt onderzocht in hoeverre zij positief valt te duiden, dan wel of daar grenzen aan moeten worden gesteld.

9789069165257 - 19-11-2014

De Haan (c.s.)/Mr. Hamm q.q.

C.A.J.M. Kortmann

Hoge Raad 19 mei 1999, nr. OK69-I, ECLI:NL:HR:1999:AD3053, NJ 1999, 670 en 671, nt. Ma; JOR 1999/170 en 171, nt. S.C.J.J. Kortmann (De Haan c.s./Mr Hamm q.q.) De curator van de moedervennootschap is bevoegd een enquête te verzoeken bij de dochtervennootschappen. Failliete dochtervennootschappen kunnen zich tegen een dergelijk verzoek verzetten en daarbij vertegenwoordigd worden door hun bestuurders.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 2000
AA20000102

De Hoge Raad schijnt zijn licht op de positie van de licentie bij faillissement

Th.C.J.A. van Engelen

Post thumbnail De arresten Credit Suisse/Jongepier q.q. en Curatoren/Verhuurder van de Hoge Raad van 2018 leren dat licentienemers stevig in het zadel zitten bij een faillissement van licentiegevers. Dat is goed nieuws voor de vele ondernemingen die voor hun voortbestaan van licenties afhankelijk zijn. Het slechte nieuws is dat curatoren nu aansprakelijkheidsclaims vrezen als zij gelicentieerde rechten verkopen, maar die vrees lijkt maar gedeeltelijk op zijn plaats.

Verdieping | Verdiepend artikel
mei 2019
AA20190361

De inningsbevoegdheid van de pandhouder van een vordering

R.M. Wibier

Hoge Raad 21 januari 2014, nr. 13/02185, ECLI:NL:HR:2014:415 (Immun Age/Neo-River)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 2015
AA20150126

De mislukte redding van een vallende ster

Over de verschillende fases rondom het faillissement

B.C.H. Smit

Post thumbnail

Juist in deze tijd van economische crisis spelen faillissementen een belangrijke rol.  Zowel vanuit civielrechtelijk perspectief als vanuit een fiscaalrechtelijk perspectief is de dynamiek rondom een dergelijk faillissement interessant. Zeker omdat de verhouding tussen de zekerheidshouder enerzijds en de fiscus anderzijds recentelijk op verschillende manieren is gewijzigd. Met name het Belastingplan 2013 en het programma Herijking Faillissementsrecht zorgen rondom het faillissement voor tegenstrijdige krachten tussen deze twee betrokken partijen. Deze bijdrage gaat dan ook over de discrepantie die bestaat tussen de doelstelling van beide projecten.

Verdieping | Studentartikel
december 2014
AA20140893

De onbepaaldheid van het bepaaldheidsvereiste: ING v de Curator c.s. en Lira v Ziggo c.s. in perspectief geplaatst

Th.C.J.A. van Engelen

Hoge Raad 3 april 2020, ECLI:NL:HR:2020:590, IEPT20200403, NJ 2020/152 (ING v de curator c.s.) (raadsheren: C.A. Streefkerk, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze en C.H. Sieburgh; conclusie A-G E.B. Rank-Berenschot) en Hoge Raad 2 oktober 2020, ECLI:NL:HR:2020:1548 (Lira v Ziggo) (raadsheren: C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh en H.M. Wattendorff; conclusie A-G B.J. Drijber)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 2021
AA20210284

De onmiskenbare vergissing en de bedoeling van de betaler

P.J. Neijt

Een onverschuldigde betaling aan een gefailleerde (rechts)persoon kan ongedaan gemaakt worden wanneer er sprake is van een onmiskenbare vergissing. Ik ben van mening dat van een dergelijke onmiskenbare vergissing slechts sprake is, wanneer de betaler zich vergist in de persoon aan wie betaald moet worden.

Opinie | Opiniërend artikel
oktober 2002
AA20020722

De rechtsvormende taak van de rechter in het goederen- en insolventierecht

R.M. Wibier

Post thumbnail In deze bijdrage staat de rechtsvormende taak van de Hoge Raad in het goederen- en insolventierecht centraal. Anders dan soms wordt aangenomen, stelt de Hoge Raad zich daarbij niet per se terughoudender op dan bij (bijvoorbeeld) verbintenissenrechtelijke vraagstukken. Zowel op het terrein van het insolventierecht als bij goederenrechtelijke kwesties wordt de rechtsontwikkeling voor een belangrijk deel vormgegeven in rechtspraak van de Hoge Raad. Het beste voorbeeld van terughoudendheid biedt de benadering van de problematiek van de trust en afgescheiden vermogens in het Nederlandse recht, maar zelfs daar is de Hoge Raad niet alleen maar terughoudend. Bij goederenrechtelijke figuren zoals (fiduciaire) eigendom en pandrecht is de rechtspraak van de Hoge Raad zelfs de belangrijkste bron van de rechtsontwikkeling. Gelukkig maar. De weerbarstigheid van de praktijk vraagt erom dat de Hoge Raad de moeilijke vragen niet uit de weg gaat.

Verdieping | Verdiepend artikel
december 2023
AA20230939

Resultaat 37–48 van de 203 resultaten wordt getoond