Burgerlijk recht

De structuur van het Goederenrecht

Th.F. de Jong

In het proefschrift waarvan in dit artikel melding wordt gemaakt staat de structuur van het goederenrecht van het Nieuw-BW centraal waarbij vooral wordt ingegaan op de nieuwe regeling rondom eigendom op zaken en rechthebbende zijn op vorderingen.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
december 2006
AA20060923

De Sturgeon-uitspraak van het Europese Hof van Justitie inzake passagiersrechten in het luchtvervoer. Quod est corrigendum

P.M.J. Mendes de Leon

In deze aflevering van Onderbelicht aandacht voor internationale en Europese wetgeving op het gebied van  passagiersbescherming en de soms vreemde beslissingen in de nationale en Europese rechtspraak op dit gebied.

Blauwe pagina's | Onderbelicht
mei 2012
AA20120334

De suggestiebevoegdheid van de civiele rechter, niets nieuws onder de (Caribische) zon

F.J.P. Lock

Post thumbnail Door belijders van het beginsel van de actieve civiele rechter wordt niet zelden jaloers naar naar het Caribisch deel van het Koninkrijk gekeken. Waarom dat zo is, legt Pieter Frans Lock uit in deze bijdrage in de reeks over Caribisch recht.

Blauwe pagina's | Caribisch recht
februari 2019
AA20190092

De symbolische betekenis van de nieuwe euthanasiewet

J.P. de Haan

Veel voor- én tegenstanders van de nieuwe euthanasiewet denken dat euthanasie voorheen slechts gedoogd werd, maar dat het nu gelegaliseerd is. In werkelijkheid verandert deze wet echter, inhoudelijk gezien, zowel feitelijk als juridisch weinig aan de reeds bestaande situatie. Een belangrijk doel van de wet is dat artsen euthanasie in een groter aantal gevallen melden, opdat de maatschappelijke controle op de euthanasiepraktijk vergroot wordt. Het is echter zeer twijfelachtig of de enkele symbolische betekenis van deze wet tot een grotere meldingsbereidheid zal leiden.

Opinie | Opiniërend artikel
november 2001
AA20010882

De taak van de appelrechter als spoedeisend belang is vervallen

A.W. Jongbloed

Hoge Raad 25 oktober 2024, ECLI:NL:HR:2024:1541, RvdW 2024/1009 (DME/Dmarcian)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 2025
AA20250046

De taak van de rechter en het IPR

C. van der Plas

Kan een Nederlandse rechter met toepassing van joods recht een echtscheiding uitspreken? Wat moet hij met de regel van Marokkaans familierecht op grond waarvan een rechter zelf voogd is? Kan hij met toepassing van Engels recht de doelstellingen van een trust wijzigen? En hoe zich op te stellen in een zaak die politiek gevoelig ligt? Wat te doen met een vordering uit ongerechtvaardigde verrijking ingesteld door een buitenlandse staat tegen zijn voormalig staatshoofd? Kan de rechter op vordering van het Verenigd Koninkrijk een publicatieverbod uitvaardigen voor een autobiografie van diens oud-geheim agent? Allemaal vragen die raken aan de taak van de Nederlandse burgerlijk rechter bij de toepassing van buitenlands recht

Literatuur | Proefschriftbijdrage
januari 2006
AA20060065

De terugkeer van de actio furti?

J.E. Jansen

Post thumbnail Sinds 30 maart 2011 kunnen winkeleigenaren die het slachtoffer zijn van diefstal van de dief een ‘overlastdonatie’ (?!) vorderen van 151 euro. Regionale experimenten met de regeling gelden sinds 30 maart landelijk. Dit bedrag wordt geïnd door het Hoofdbedrijfschap Detailhandel onder voorwaarde dat de winkelier aangifte heeft gedaan van de diefstal. Het HBD houdt een kwart van de 151 euro als incassokosten in zodat de winkelier 113,25 euro kan ontvangen. Is dit bedrag te beschouwen als een privaatrechtelijke boete, en is daarmee de oeroude Romeinsrechtelijke actio furti, de zogenaamde ‘diefstalactie’, ingevoerd in het Nederlandse privaatrecht?

Opinie | Amuse
september 2011
AA20110608

De tien tafelen van de Nederlandse wet. Dat zou toch mooi zijn?

Interview met prof.mr. A.S. Hartkamp

M.W. Hesselink, H. Wattendorff

Hoewel zijn voorkeur uitging naar de klassieke talen, studeerde Arthur Severijn Hartkamp (1945) rechten aan de Universiteit van Amsterdam van 1962 tot 1968. Na zijn studie werd Hartkamp wetenschappelijk medewerker bij de vakgroep rechtsgeschiedenis van diezelfde universiteit, waar hij in 1971 cum laude promoveerde bij prof.mr. J.A. Ankum. De titel van zijn proefschrift was: 'Der Zwang im römischen Privatrecht'. Van 1974 tot 1989 was Hartkamp werkzaam op de Stafafdeling Wetgeving NBW van het Ministerie van Justitie als naaste medewerker van regeringscommissaris Snijders. Naast zijn werk op de Stafafdeling had Hartkamp verschillende deel tijdfuncties elders. Zo doceerde hij in Leiden gedurende zes jaar het keuzevak NBW (1977-1983). Sinds 1982 is hij raadsheer-plaatsvervanger in het Gerechtshof te Amsterdam. Een andere nevenfunctie van Hartkamp was het redacteurschap van het NJB (1985-1989). Verder had hij voor Nederland zitting in internationale commissies als Unidroit en Uncitral (1981-heden respectievelijk 1978-1989). In 1986 werd Hartkamp benoemd tot Advocaat-Generaal bij de Hoge Raad, tot 1989 voor halve tijd gedetacheerd bij het Ministerie van Justitie. Sinds 1989 is hij A-G voor de volle werktijd.Hartkamp bewerkte de Asser-Rutten (Verbintenissenrecht) naar NBW. De Asser-Hartkamp bestaat uit drie delen. In een periode van vier jaar verschijnt er ieder jaar een nieuwe druk van één van de delen. In het vierde jaar heeft Hartkamp tijd voor andere publicaties. Sinds 1989 is Hartkamp redacteur van het WPNR. De redactie van het WPNR is een rustig gezelschap en niet vergelijkbaar met de NJB-redactie, aldus Hartkamp. Het hoogleraarschap werd zijn deel in 1991. Hij werd benoemd tot deeltijd-hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Utrecht, met als leeropdracht privaatrecht, in het bijzonder burgerlijk recht. Er zijn overigens niet veel universiteiten die hem daarvóór niet voor een hoogleraarschap hadden gepolst. Eén van de weinige typisch juridische beroepen die Hartkamp nooit heeft uitgeoefend, is dat van advocaat. Doordat zijn vader advocaat was, maakte hij dit beroep als kind van te dichtbij mee om het nog aantrekkelijk te vinden, zo zegt hij zelf. Wij spraken met Hartkamp onder meer over zijn verschillende functies, over het NBW en over de Asser-Hartkamp.

Verdieping | Interview
december 1991
AA19911109

De Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid

P.W.S. Boer, T.C. Borman, E.A. Brijder, C.C.M. van Deudekom, P. van der Grinten, D.J. Hesemans, T. Heukels, J. van der Hoeven, F. van Laanen, H.M. van Maurik, M. Meinema, C.R. van Strijen, L.J. Vester, J.M.I. Vink, J.H. van der Winden

Op 24 april 2020 trad de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid in werking. De wet bevat diverse spoedeisende tijdelijke voorzieningen in verband met de coronacrisis. In deze bijdrage geven vijftien wetgevingsambtenaren van het Ministerie van Justitie en Veiligheid die een bijdrage hebben geleverd aan deze spoedwet, een beschrijving van de inhoud en het totstandkomingsproces.


Advertorial

Volop online leren met een webinarbundel

Wilt u in de komende periode meerdere webinars volgen? Met een
CPO Webinarbundel kunt u een jaar lang volop online leren en geregeld uw kennis aanscherpen. Zo kunt u flexibel en voordelig deelnemen aan CPO-webinars. U kunt kiezen uit twee webinarbundels: de Webinarbundel 10 punten en de Webinarbundel Onbeperkt. Met de Webinarbundel 10 punten kunt u voor een totaal aan 10 PO-punten webinars volgen (€ 595,-). Wilt u een jaar lang onbeperkt webinars kunnen volgen? Kies dan voor de Webinarbundel Onbeperkt. Voor € 895,- (btw-vrij) kunt u hiermee 12 maanden lang volop online leren.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
juni 2020
AA20200598

De Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie: een lege huls

S. Renssen

Post thumbnail In deze bijdrage wordt de Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie onder de loep genomen. Er wordt ingegaan op de gevolgen voor de achterblijvende schuldeisers na een turboliquidatie, alsmede op de gevolgen voor het bestuur van een turbogeliquideerde rechtspersoon. Deze beschouwing zal leren dat de wet niet meer is dan een lege huls.

Opinie | Opiniërend artikel
februari 2024
AA20240120

De toegang tot het medisch tuchtrecht

J. Legemaate

Post thumbnail In het medisch tuchtrecht zouden te veel klachten belanden die daar eigenlijk niet thuishoren. Recente aanpassingen van dat tuchtrecht beperken de toegankelijkheid daarvan. De vraag is hoe deze aanpassingen moeten worden gewaardeerd: gaat het om terechte beperkingen van de toegankelijkheid van het tuchtrecht of juist niet? De analyse laat een gemengd beeld zien.

Rode draad | Toegang tot het recht
april 2019
AA20190317

De toegevoegde waarde van de Wet extern klachtrecht

R. Ortlep

Dit artikel geeft een omschrijving van de Wet extern klachtrecht en waarom die belangrijk is voor consumenten.

Verdieping | Verdiepend artikel
maart 2004
AA20040169