Burgerlijk recht

Resultaat 2941–2952 van de 3034 resultaten wordt getoond

Voorkomen is beter dan genezen, ook tijdens de zwangerschap

A.C. Hendriks

Post thumbnail Over de afbreking van een zwangerschap zijn de meningen op z’n zachtst gezegd verdeeld. In Nederland heeft de zwangere vrouw tot het moment dat de foetus zelfstandig levensvatbaar is – rond de 24-wekengrens – een vrijwel absoluut zelfbeschikkingsrecht. Daarna wordt meer waarde gehecht aan de belangen van de foetus. Naarmate deze zich verder ontwikkelt komt hem meer rechtsbescherming toe. Het zelfbeschikkingsrecht van de zwangere staat echter op gespannen voet met de belangen van het ongeboren kind voordat het levensvatbaar is, indien het wordt blootgesteld aan ernstige gevaren voor zijn ontwikkeling en gezondheid omdat de moeder tijdens de zwangerschap bijvoorbeeld stug blijft doorroken. Er moeten mogelijkheden komen om toekomstige kinderen in urgente gevallen te beschermen tegen deze ‘prenatale kindermishandeling’, aldus prof. Hendriks.

Opinie | Amuse
mei 2010
AA20100304

Voorlopig getuigenverhoor: stelplicht en een zwakke rechtspositie

H.B. Krans

Hoge Raad 6 juni 2008, nr. R07/117HR, ECLI:NL:HR:2008:BC3354, LJN: BC3354, nr. R07/117HR, RvdW 2008, 595 (R/Staat der Nederlanden) In dit arrest is aan de orde welke feiten de verzoeker van een voorlopig getuigenverhoor ten aanzien van de schadevergoedingsvordering aan de dag moet leggen in het verzoekschrift ter verkrijging van verlof tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor. De Hoge Raad oordeelt dat bij het verzoek tot verlof voor een voorlopig getuigenverhoor het aan de rechter niet vrijstaat om bij de beoordeling daarvan in te gaan op de toewijsbaarheid van de aan het verlof ten grondslag liggende vordering tot schadevergoeding. In de noot wordt hier dieper op ingegaan en wordt er eerdere jurisprudentie op hetzelfde onderwerp besproken.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 2008
AA20080902

Voorlopige bewijsverrichtingen: wat kun en moet je ermee, nu en in de (nabije?) toekomst?

C.J.M. Klaassen

Post thumbnail Het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering voorziet in zogenoemde ‘voorlopige bewijsmaatregelen’. Wat is eigenlijk het nut en wat zijn de mogelijkheden hiervan? Deze bijdrage besteedt aandacht aan deze kwestie in de context van enerzijds recente rechtspraak en anderzijds ontwikkelingen rond de modernisering van het bewijsrecht.

Verdieping | Verdiepend artikel
februari 2019
AA20190097

Voorontwerp mentorschap ten behoeve van meerderjarigen

A. Snijder-Lobik, H. Wattendorff

Met het voorontwerp van wet op het mentorschap ten behoeve van meerderjarigen wordt beoogd te voorzien in de opvulling van een leemte in de regeling van de rechtspositie van de meerderjarige onbekwame persoon. In dit artikel, behorende bij de rode draad 'De positie van onbekwamen in het recht' volgt een schets van de inhoud van dit voorontwerp en van de kritiek die op het voorontwerp is geuit.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
juli 1991
AA19910565

Voorrangsregels inzake agentuurovereenkomsten

P. van Ginneken

Agentuurovereenkomsten betreffen in een zeer groot aantal gevallen contracten tussen een handelsagent van Nederlandse of vreemde en een principaal van vreemde nationaliteit. Deze contracten worden bovendien dikwijls in het buitenland gesloten. De kans dat partijen buitenlands recht op hun overeenkomst van toepassing verklaren, is daarom aanzienlijk. Aan de werking van een door de principaal gedirigeerde rechtskeuze worden evenwel weinig beperkingen gesteld. Het is maar de vraag of voor de agent enige bescherming te verkrijgen is via het leerstuk van de voorrangsregels.

Verdieping | Studentartikel
juni 1995
AA19950460

Voortbestaan Kinderrechtswinkel Amsterdam door financiële problemen bedreigd

E. Florijn, T.B. Trotman

In dit artikel wordt destijds in geldnood verkerende Kinderrechtswinkel Amsterdam besproken en de goede zaken die zij met name op het gebied van het jeugdrecht verricht. In dit artikel wordt de wijze waarom de Kinderrechtswinkel aan financiering tracht te komen beschreven en de initiatieven worden ondersteund.

Opinie | Opiniërend artikel
juli 1990
AA19900439

Voortgezette verknochtheid en zaaksvervanging in het huwelijksvermogensrecht

A.J.M. Nuytinck

Hoge Raad 26 september 2008, nr. C07/048HR, ECLI:NL:HR:2008:BF2295, LJN: BF2295 Uitspraak van de Hoge Raad en bijbehorende annotatie over een geschil tussen voormalige echtelieden bij 'verdeling' van hun fictieve ontbonden huwelijksgemeenschap over de vraag of het tijdens het huwelijk aan de vrouw uitgekeerde bedrag ter zake van vergoeding van immateriële schade, waarmee zij een perceel grond heeft gekocht waarop later de voormalige echtelijke woning is gebouwd, in de gemeenschap is gevallen dan wel wegens verknochtheid 'op enigerlei bijzondere wijze' daarbuiten is gebleven.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 2008
AA20080806

Voortvluchtige slaven en lege bierflesjes

J.E. Jansen

Wat hebben voortvluchtige slaven uit het oude Rome en lege bierflesjes uit het heden met elkaar gemeen? Jelle Jansen legt het uit in deze column.

Opinie | Column
september 2013
AA20130645

Voorwaardelijke verbintenissen (Digitaal boek)

M.R. Ruygvoorn

Post thumbnail Cahier over het aangaan van voorwaardelijke verbintenissen waarbij contractspartijen vooraf een bepaalde risicoverdeling overeenkomen voor het geval zich een bepaalde situatie zal gaan voordoen.

9789069168883 - 12-06-2017

Voorwoord Bijzonder Nummer Gezondheidsrecht

J.J. Wolfhagen

Voorwoord van het bijzonder nummer 2011: 'Gezondheidsrecht'.

Bijzonder nummer | Gezondheidsrecht
juli 2011
AA20110498

Voorwoord NBW SPECIAL

P. van der Grinten, F. van Maasakker, I. Reuder

Voorwoord bij de special over het NBW in dichtvorm waarin vele karakteristieken van het nieuwe burgerlijk recht naar voren komen.

Opinie | Redactioneel
december 1991
AA19911058

Vreemdelingenbeleid en kinderrechten

E. Kruijen, S. Meuwese

Terwijl we discussiëren of Nederlandse biologische grootouders evenveel recht hebben op omgangmet de (klein)kinderen als de sociale ouders, vragen we wel van juridische ouders met een niet-Nederlandse nationaliteit de ‘feitelijke gezinsband’ te bewijzen. Daar waar we Nederlandse jongerenop drift, weggelopen en dakloos, onmiddellijk in de crisisopvang plaatsen, stoppen we minderjarigevluchtelingen die in Nederland terechtkomen in de terugkeervariant. En hoewel we eenaantal jaren geleden de onwettigheid van kinderen hebben afgeschaft, noemen we kinderen zondergeldige verblijfsstatus ‘illegale’ kinderen. Het lijkt wel of de balans tussen familierecht envreemdelingenrecht zoek is: we meten duidelijk met twee maten, een voor Nederlanders en eenvoor vreemdelingen.

Verdieping | Verdiepend artikel
september 2002
AA20020610

Resultaat 2941–2952 van de 3034 resultaten wordt getoond