Resultaat 2917–2928 van de 2989 resultaten wordt getoond

Waar ligt de toekomst van artikel 6:170: in Wenen of in Brussel?

T. Hartlief

Overig | Rode draad | Over de grenzen van het recht
januari 2011
AA20110053

Waar twee vechten …

W.M. Schrama

Post thumbnail Wie heeft als ruziënd kind niet van zijn ouders gehoord: ‘Waar er twee vechten, hebben er twee schuld’? Geldt dit gezegde alleen voor kinderen, of ook voor twee volwassenen die ruzie maken, zoals twee ouders die na een scheiding de juridische wapens oppakken en elkaar koste wat kost bestrijden?

Opinie | Amuse
september 2018
AA20180678

UCERF 6 - Actuele ontwikkelingen in het familierecht

Waarheidsvinding in familiezaken geïllustreerd

L.M. Coenraad

Aan de hand van jurisprudentie wordt in deze bijdrage ingaan op de wijze waarop de familierechter omgaat met het gebrek aan informatie en met (vermeende) bewijsnood.

Waarom the firm wel een familiestatuut kan gebruiken

L.A.G.M. van der Geld

Naar aanleiding van het interview van prins Harry en Meghan Markle met Oprah Winfrey vraagt Lucienne van der Geld zich in deze column af of de Royal Family wel een familiestatuut heeft, zoals Napoleon Bonaparte had voor zijn familie.

Opinie | Column
april 2021
AA20210373

Waarschuwen tegen beter weten in? Over labiele beleggers en klein leed

K.J.O. Jansen

Post thumbnail Kasper Jansen promoveerde op 4 april 2012 cum laude aan de Universiteit Leiden op het proefschrift Informatieplichten. In zijn proefschrift over informatieplichten (plichten tot vergaring of verstrekking van informatie) betoogt hij dat iedere mededelings- of waarschuwingsplicht logischerwijze wordt begrensd door de eigen verantwoordelijkheid van de te informeren partij, zodat normaliter geen mededeling behoeft te worden gedaan van (en ook niet behoeft te worden gewaarschuwd voor) informatie die de wederpartij reeds kent of behoort te kennen. In dit artikel illustreert hij dit aan de hand van de arrestenRabobank Vaart en Vecht/X, Van Dalfsen/Gemeente Kampen en Eurosportief/Wesselink.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
september 2012
AA20120676

Wagamama-Raja mama’s

Beschermingsomvang van merken na de Richtlijn betreffende de aanpassing van het merkenrecht der Lid-Staten

J.J. Brinkhof

High Court of Justice, Chancery Division, Londen (mr. Justice Hugh Laddie), ECLI:NL:XX:1995:AO0188, [1995] FSR 713; BIE 1996, p. 234 (Wagamama Ltd v. City Centre Restaurants PLC) De vraag is of met het intreden van het Europees merkenrecht de voorheen geldende regel van de Benelux Merkenwet (BWM) dat voor overeenstemming geen verwarring, doch slechts associatie vereist is, blijft bestaan. Om hier meer duidelijkheid over te geven wordt een uitspraak van een Engelse rechter besproken.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 1997
AA19970239

Warner Brothers

H. Cohen Jehoram

Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 17 mei 1988, ECLI:EU:C:1988:242, zaak 158/86 (Warner Brothers Inc., Metronome Video ApS/E.V. Christiansen) Uitspraak van het HvJ EG waarin aan de orde is in hoeverre een nationale auteursrechtelijke regeling met betrekking tot de verhuur van videobanden verenigbaar is met het vrij verkeer van goederen. In de noot wordt dieper op deze materie ingegaan waarbij er ook ingegaan wordt op eerdere jurisprudentie van het HvJ EG.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 1990
AA19900176

Warrantage en eigendomsvoorbehoud onder het BW

M.J.H. Halsema

Warrantage is een voor Nederland betrekkelijk nieuwe constructie. Door de constructie wordt het stille pandrecht van een kredietgevende bank op de bedrijfsvoorraden van haar kredietnemer versterkt. Zo wordt de bank een vuistpandrecht verschaft. Leveranciers zijn vrijwel zonder uitzondering slechts bereid aan bedrijven te leveren onder eigendomsvoorbehoud. Indien het door warrantage versterkte recht van de bank geconfronteerd wordt met zo'n eigendomsvoor¬behoud, zullen hoge eisen aan de goede trouw van de bank worden gesteld. Door betaling gecombineerd met subrogatie of een systeem van afstandsverklaringen kan deze confrontatie worden voorkomen.

Verdieping | Studentartikel
maart 1992
AA19920131

Wat als de civiele kamer van de Hoge Raad er niet meer zou zijn?

J.M. Barendrecht

De civiele cassatierechtspraak is nog op dezelfde manier georganiseerd als 30 jaar geleden. Hoeft de Hoge Raad niet te veranderen, omdat hij het goed genoeg doet, in vergelijking tot soortgelijke organisaties? Of kan hij zich onvoldoende aanpassen aan de behoeften van deze tijd? Dat laatste lijkt waarschijnlijker. De prijs die we betalen voor onafhankelijkheid van de Hoge Raad is dat hij in zichzelf is gekeerd. Zijn maatschappelijke functies worden geleidelijk overgenomen door andere organisaties, zoals dat ook gebeurt met andere instituties uit de tijd van Thorbecke. Wat zou er gebeuren als we de Hoge Raad zouden afschaffen?

Overig | Rode draad | Raad en daad | Verdieping | Verdiepend artikel
mei 2005
AA20050335

Wat doet de Hoge Raad anno 2015 in het aansprakelijkheidsrecht?

T. Hartlief

Post thumbnail

Hoewel op het terrein van het aansprakelijkheidsrecht niet langer enkel uitdijing de klok slaat, zit er nog altijd veel beweging én potentieel in dit rechtsgebied. Méér dan de wetgever heeft de Hoge Raad de leiding. Hij geeft nadrukkelijk invulling aan zijn rechtsvormende taak. Wat doet de Hoge Raad anno 2015 in het aansprakelijkheidsrecht?

Rode draad | Rechtsvorming door de Hoge Raad
november 2015
AA20150914

Wat heb ik nu weer aan mijn fiets hangen?

F.J.L. Kaptein

Post thumbnail Voor studenten is de fiets het vervoermiddel bij uitstek. Begin van het vorige collegejaar is de gemeente Groningen op en rondom universiteitsterreinen in de binnenstad begonnen om fout geparkeerde fietsen een uur na een waarschuwing aan de fiets te hebben gehangen te verwijderen. Studenten kunnen hun fiets vervolgens ‘terugkopen’ op een industrieterrein buiten de stad. Na het verstrijken van een bepaalde termijn kan de gemeente deze fietsen zelfs verkopen aan derden. Dit project is na enkele maanden gestopt, maar op andere plaatsen in het centrum blijft de ‘wegsleepregeling’ van kracht. Ook andere Nederlandse gemeenten kennen eenzelfde regeling. Hoe steekt deze ‘onteigening’ goederenrechtelijk in elkaar?

Opinie | Amuse
november 2013
AA20130808

Wat hebben de Europese Richtlijnen in ons vennootschapsrecht aangericht?

L. Timmerman

In deze bijdrage wordt de vraag besproken of de Europese Richtlijnen inzake het vennootschapsrecht afbreuk hebben gedaan aan de systematiek van het Nederlandse vennootschapsrecht. Het antwoord op deze vraag dient naar mijn inzicht te zijn dat de systematiek van het Nederlandse vennootschapsrecht als gevolg van de impuls van de Europese Richtlijnen op een aantal punten verbeterd is. Het Nederlandse vennootschapsrecht heeft in het algemeen een heilzame invloed van de Europese Richtlijnen ondergaan. Hiervan geef ik een aantal voorbeelden in paragraaf 2. Op een beperkt aantal punten lijken de Richtlijnen aan de Nederlandse wetgever oplossingen te hebben opgedrongen die niet goed in het Nederlandse privaat- en vennootschapsrecht passen. Deze gevallen komen aan de orde in paragraaf 3.

Bijzonder nummer | Rechtsharmonie - Wetsharmonie
mei 1996
AA19960309

Resultaat 2917–2928 van de 2989 resultaten wordt getoond