Burgerlijk recht

Resultaat 2869–2880 van de 3034 resultaten wordt getoond

Vennootschapsrechtelijke aspecten bij de beoordeling van joint ventures in de Europese mededingingsregelgeving

M.E. Honée

Vanuit het oogpunt van de toepasselijke mededingingsregelgeving heeft de concentratieve joint venture over het algemeen de voorkeur boven de coöperatieve joint venture. In hoeverre speelt de statutaire inrichting van de joint venture hierbij een rol? Wat bepalen de oude en de nieuwe Mededeling hieromtrent?

Bijzonder nummer | Joint Ventures
mei 1995
AA19950420

Venture-capitalcontracten

P.E. Wateler

Venture capital (risicodragend vermogen) wordt door participatiemaatschappijen aan ondernemingen die willen groeien. Om de risico`s verbonden aan de verstrekking van dat risicodragend vermogen tot een minimum te beperken, indien de investering toch niet de verwachte groei bewerkstelligt, worden vaak risicobeperkende bepalingen uit zo`n venture-capitalcontract die kunnen leiden tot problemen, zullen in dit artikel centraal staan.

Overig | Ars Aequi-prijswinnaar | Verdieping | Studentartikel
maart 2002
AA20020124

Venus Mars en koekoekskinderen

L.M. Coenraad

Post thumbnail

Met enige regelmaat doen (inventieve advocaten van) met name bedrogen mannen een beroep op indirecte juridische sancties op overspel. Zo slaagt in HR 21 februari 2014, NJ 2014/265 het beroep op dwaling van een man vanwege het door zijn vrouw verzwegen overspel. In hoeverre is overspel eigenlijk juridisch relevant?
 

Opinie | Opiniërend artikel
februari 2015
AA20150122

Verandering van omstandigheden en de uitleg van overeenkomsten

Naar aanleiding van 'Rebus sic stantibus' door prof.mr. P. Abas

M.W. Hesselink, B. Oosting, C.E. du Perron

Verleden jaar verscheen van de hand van prof. mr. P. Abas het boek 'Rebus sic standibus, een onderzoek naar de toepassing van de clausule rebus sic standibus in de rechtspraak van enige Europese landen'. Naar aanleiding van het verschijnen van deze monofrafie organiseerde het Amsterdams juridische dispuut 'Johannes van der Linden' in oktober 1989 een debat tussen de auteur en prof. mr. H.C.F. Schoordijk. In dit artikel wordt aan de hand van de studie van Abas en een verslag van het debat ingegaan op het vraagstuk van de verandering van omstandigheden en - in samenhang daarmee - op de controverse die op het gebied van de uitleg van overeenkomsten bestaan tussen voorstanders van de beperkende werking van goede trouw, zoals Abas, en aanhangers van de methode van de normatieve uitleg, zoals Schoordijk. Daarbij wordt tevens aandacht besteed aan de rol in de discussie van de door Suijling en Bregstein ontwikkelde leemtetheorie.

Literatuur | Boekbespreking
september 1990
AA19900563

Verbetering kennelijke verschrijving in uitspraak

G.R. Rutgers

Hoge Raad 15 mei 1998, RvdW 1998, 107C, ECLI:NL:HR:1998:ZC2656 (Zevenbergen/NV Interpolis Schade) Geen hogere voorziening is toegelaten tegen een beslissing op een verzoek tot verbetering van een kennelijke vergissing in een uitspraak, tenzij de rechter ten onrechte de regel dat een kennelijke verschrijving tot verbetering moet kunnen leiden niet heeft toegepast of buiten zijn toepassingsgebied is getreden, dan wel zodanige essentiële vormen niet in acht heeft genomen dat niet kan worden gesproken van een eerlijke en onpartijdige behandeling. Het verzoek is niet aan termijn gebonden.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 1998
AA19980976

Verbintenissenrecht geschetst

R.J.Q. Klomp, H.N. Schelhaas

Post thumbnail Een heldere inleiding in de hoofdlijnen van het verbintenissenrecht. De tekst wordt waar mogelijk verduidelijkt in schema's. Een studiehulp bij het bestuderen en doorgronden van de leer- en handboeken.

9789069167893 - 12-08-2016

UCERF 6 - Actuele ontwikkelingen in het familierecht

Verblijfsarrangementen na scheiding: een sociologische analyse

A. Poortman

Hoe vaak komen bepaalde verblijfsarrangementen voor na scheiding? Wat zijn de gevolgen van verschillende verblijfsarrangementen voor de betrokkenen? Welke factoren spelen een rol bij de totstandkoming van verblijfsarrangementen?

Verbod van grootouderadoptie

A.J.M. Nuytinck

Hoge Raad 24 september 2004, nr. R03/122HR, ECLI:NL:HR:2004:AP1439, JOL 2004, 477, RvdW 2004, 106 In deze noot van Nuytinck wordt ingegaan op de het verbod van adoptie door grootouders. In de noot wordt ingegaan op de de verhouding met EVRM (family life) en gezag als alternatief voor adoptie.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 2005
AA20050028

Verboden affectie

J. Broekhuizen, R. de Winter

Redactioneel artikel waarin wordt ingegaan op een uitspraak van de Rechtbank Amsterdam waarin een immateriële schadevergoeding wordt toegekend voor 'gederfde levensvreugde en confrontatie met het leed van de zoon van de eisers'. Volgens de auteurs is hier sprake van een verboden toekenning van schadevergoeding voor affectieschade welke volgens de auteurs op grond van de wetsgeschiedenis niet voor vergoeding in aanmerking komt.

Opinie | Redactioneel
december 1995
AA19950921

Verboden rechtspersonen

S.C.H. Koning

In dit artikel komt de in eind jaren tachtig ingevoerde regeling van verboden rechtspersonen aan de orde. Nederland kent de grondwettelijk verankerde verenigingsvrijheid. De in de wet neergelegde beperkingen daarvan kennen een civielrechtelijke (art. 2:15 BW (oud)) en een strafrechtelijke (art. 140 Sr) en zijn aan strenge grenzen gebonden. In het artikel komt de voorgeschiedenis en totstandkoming van de regeling aan de orde net als de criteria voor een verbodenverklaring en strafrechtelijke vervolging wegens lid zijn van een criminele organisatie.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
november 1988
AA19880762

Verboden rechtspersonen: een reactie en naschrift

S.C.H. Koning, J.H.B. van der Meer

Reactie op een eerder in Ars Aequi verschenen artikel over verboden rechtspersonen. De auteur onderscheidt enige juridische onjuistheden en doet enige aanbevelingen ten aanzien van het leerstuk van het verboden verklaren van rechtspersonen.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
juni 1989
AA19890565

Verboom-De Staat

S.C.J.J. Kortmann

Hoge Raad 27 januari 1989, nr. 13451, ECLI:NL:HR:1989:AD0613, RvdW 1989, 53 (mrs. Ras, De Groot, Hermans, Verburgh, Boekman; A-G Franx) (Verboom/De Staat) In deze uitspraak van de Hoge Raad oordeelt de het hoogste rechtscollege dat onder bepaalde omstandigheden het profiteren van wanprestatie een toerekenbare onrechtmatige daad kan opleveren jegens de partij tegen wie wordt gewanpresteerd. In de noot wordt hier dieper op in gegaan en komt de relatieve werking van overeenkomsten aan de orde waarbij eerdere jurisprudentie wordt aangehaald en een 'tussenbalans' wordt opgehaald.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 1989
AA19890572

Resultaat 2869–2880 van de 3034 resultaten wordt getoond