Burgerlijk recht

Resultaat 2821–2832 van de 3034 resultaten wordt getoond

Uitsluitingsclausule, ‘reprises’ en ‘récompenses’, kosten van de huishouding

A.J.M. Nuytinck

Hoge Raad 5 april 2019, nr. 18/00548, ECLI:NL:HR:2019:504 Huwelijksvermogensrecht. Schenking onder uitsluitings­clausule (art. 1:94 lid 2 onder a BW oud) aan vrouw. Bedrag gestort op gemeenschappelijke bankrekening van man en vrouw en daarna uitgegeven aan diverse bestedingen, waaronder huishouding en consumptieve uitgaven. Heeft vrouw recht op vergoeding jegens de gemeenschap? Bewijslastverdeling.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
mei 2019
AA20190384

Uitvoerende en niet-uitvoerende bestuurders van naamloze en besloten vennootschappen

J.B. Wezeman

In dit artikel gaat Wezeman in op het wetsvoorstel dat dient ter wijziging van de interne verhoudingen binnen bestuur en toezichthoudend orgaan (raad van commissarissen) bij een besloten of naamloze vennootschap. In de toekomst, als het wetsvoorstel daadwerkelijk wet wordt, is het voor een vennootschap mogelijk om voor een monitisch (one-tier) of dualistisch (two-tier) bestuursmodel te kiezen. In dit artikel wordt in grote lijnen het wetsvoorstel besproken. Aan de orde komen de introductie van uitvoerende en niet-uitvoerende bestuurders, de persoonlijke aansprakelijkheid van bestuurders. Ook wordt de herziening van de tegenstrijdig belang regeling besproken.

Opinie | Opiniërend artikel
februari 2009
AA20090110

Uitvoering van de EU Richtlijn over het overnamebod

G.M. ter Huurne

In dit artikel wordt de in Nederland geïmplementeerde overnamerichtlijn besproken nadat deze met enige vertraging is ingevoerd. De overnamerichtlijn regelt (onder andere) het doen van een verplicht openbaar bod bij het verwerven van een bepaald percentage van de aandelen van een vennootschap en een uitkoopregeling van minderheidsaandeelhouders.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
januari 2008
AA20080067

Uitzondering of (hoofd)regel? De uitsluiting van hoger beroep en cassatie ex artikel 7:685 BW en de derde fase van de herziening burgerlijk procesrecht

B. de Vries

De procedure betreffende de ontbinding wegens gewichtige redenen is een procedure waarbij grote financiële en menselijke belangen op het spel staan. Daarom zou tot de conclusie gekomen kunnen worden dan uitsluiting van hoger beroep en cassatie niet meer houdbaar is.

Overig | Ars Aequi-prijswinnaar | Verdieping | Studentartikel
juli 1999
AA19990515

Uitzondering of precedent? De historische dubbelzinnigheid van de Rawagede-uitspraak

W.J. Veraart

Post thumbnail Op 9 december 1947 vermoordden Nederlandse militairen zonder duidelijke militaire noodzaak het grootste deel van de mannelijke bevolking in het Indonesische dorpje Rawagede. Bijna 64 jaar later, op 14 september 2011, deed de Haagse rechtbank uitspraak in een zaak die was aangespannen tegen de Nederlandse staat door een aantal weduwen en andere nabestaanden van de slachtoffers. De Nederlandse staat beriep zich hierbij op verjaring, maar de rechtbank oordeelde dat de verjaringstermijn (deels) buiten toepassing moest worden gelaten. In dit artikel plaatst Wouter Veraart de Rawagede-zaak in perspectief.

Verdieping | Verdiepend artikel
april 2012
AA20120251

Unfair commercial practice ≠ unfair contract term ≠ void contract

The CJEU’s judgment in the case C-453/10 (Pereničová and Perenič)

J. Luzak

Post thumbnail In de relatie tussen consumenten en handelaren zijn consumenten niet zelden in het nadeel, bijvoorbeeld vanwege onredelijke voorwaarden in standaardcontracten, of door misleidende informatie over prijzen voor producten of diensten. Wat gebeurt er nu als een consument een onredelijke voorwaarde uit een standaardcontract aanvecht? Vervalt dan het hele contract? Joasia Luzak onderzoekt dit aan de hand van HvJEU-uitspraak C-453/10 (Pereničová and Perenič). Dit artikel is geschreven in het Engels.

Opinie | Opiniërend artikel
juni 2012
AA20120428

Urgenda: tijd voor een constitutioneel hof?

G. Boogaard

Post thumbnail De opwinding over het Urgenda-arrest is vooral van staatsrechtrechtelijke aard. In het civiele recht lijkt eerder sprake van een zekere onverstoorbaarheid. Rechterlijke onverstoorbaarheid is op zich goed voor de trias politica, maar bij te veel civiele onverstoorbaarheid in grote constitutionele kwesties, wordt het misschien toch tijd voor een constitutioneel hof.

Blauwe pagina's | Recht en politiek
oktober 2020
AA20200862

UVO-Lopik

M.J.G.C. Raaijmakers

Hoge Raad 13 december 1991, nr. 7988, ECLI:NL:HR:1991:ZC0453, NJ 1992, 279 m.nt. Maeijer (UVO-Lopik) Vennootschapsrechtelijk arrest waarin de vraag aan de orde is of een dochtermaatschappij van een bv vereenzelvigd kan worden met deze bv of dat deze bv als een derde gezien moet worden in het licht van een vordering tot ontbinding van de dochter wegens (vorm)gebreken in de oprichting. In de zaak is aan de orde in hoeverre dat er sprake is van vereenzelviging, niet, en in hoeverre de verzoekers belanghebbenden zijn. Dat is volgens de Hoge Raad ook niet het geval en bestaan er voor de verzoekers andere wettelijke middelen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 1993
AA19930054

Valeo-arrest

H. Cohen Jehoram

Benelux-Gerechtshof 6 november 1993, zaken A 89/1 en A 91/1, NJ 1993, 454 (Automotive Products B.V./Valeo S.A.). Ook bekend als Valeo-arrest. Uitspraak van het Benelux Gerechtshof die volgens de annotator erg belangrijk is. Aan de orde komen de functies, strekking, concrete en beperkingen. In de noot wordt daar uitvoerig op ingegaan.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 1994
AA19940036

Van ‘waar bemoeit die rechter zich mee?’ tot ‘res loquitur ipsa’. De Urgenda-zaak bij de Hoge Raad

K.J. de Graaf, A.T. Marseille

Hoge Raad 20 december 2019, nr. 19/00135, ECLI:NL:HR:2019:2006, NJ 2020/41, m.nt. J. Spier, AB 2020/24, m.nt. Ch.W. Backes & G.A. van der Veen, JB 2020/37, m.nt. D.G.J. Sanderink, M en R 2020/8, m.nt. T.J. Thurlings-Rassa (Urgenda) Als er in de afgelopen jaren één (Nederlands) geschil zou moeten worden aangewezen waarover de rechter uitspraak deed en waarover veel juristen in de wereld verbaasd waren, vanwege de mate waarin de rechterlijke macht meende te kunnen interveniëren in het politieke domein, dan betreft dat het geschil tussen de Nederlandse Staat en de stichting Urgenda. Kars de Graaf & Bert Marseille annoteren de uitspraak in het kader van het themanummer over de rechter in de trias politica.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 2020
AA20200955

Van balenpers tot treinwagons: het conflictenrecht met betrekking tot verbintenissen uit overeenkomst

ICF/Balkenende c.s.

M.V. Polak

Hof van Justitie Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 6 oktober 2009, zaak C-133/08, ECLI:EU:C:2009:617 (ICF/Balkenende c.s.) Noot bij een arrest van het HvJ EG waarin art. 4 EVO aan de orde komt. Met name komt de vraag aan de orde welk recht van toepassing is in geval de overeenkomst aanknopingspunten met meer dan twee landen heeft. De annotator geeft enige achtergronden bij met name art. 4 EVO en over de uitleg daarvan waarbij met name het Balenpers-arrest van de Hoge Raad van belang is. De vraag is of het criterium uit het Balenpers-arrest, te weten dat alleen onder bijzondere omstandigheden toepassing gegeven kan worden aan de uitzondering van art. 4 lid 5 EVO.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 2009
AA20090830

UCERF 18 - Actuele ontwikkelingen in het familierecht

Van belangen naar verantwoordelijkheid. De juridische status van het toekomstige, nog niet-verwekte kind

L. ten Haaf

De juridische positie van het toekomstige, nog niet verwekte kind in het recht. Nieuwe voortplantingstechnieken maken het belang van die vraag duidelijk zichtbaar. Lisette ten Haaf betoogt dat de manier waarop er nu wordt omgegaan met de belangen van het nog niet-verwekte kind problematisch is. Het toekomstige kind bestaat fysiek niet, en zal door de […]

Resultaat 2821–2832 van de 3034 resultaten wordt getoond