Burgerlijk recht

Royal & Sun Alliance-Universal Pictures: redelijkheid en billijkheid als fundament voor een proportionele benadering

T. Hartlief

Hoge Raad 17 februari 2006, nr. C04/322HR, ECLI:NL:HR:2006:AU9717, LJN: AU9717, NJ 2006, 378 (Royal & Sun Alliance/Universal Pictures) Uitleg van overeenkomsten. Beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 2007
AA20070358

Ruime opvatting van alternatieve causaliteit: als kans op veroorzaking van gehele schade. Amerikaanse toestanden?

J.M. van Dunné

Hoge Raad 31 januari 2003, nr. C01/174HR, ECLI:NL:HR:2003:AF1301, NJ 2003, 346, m.nt. Vranken, RvdW nr. 30 (Drewel c.s./AMEV Schadeverzekering N.V.) In deze noot bij dit arrest wordt ingegaan op het leerstuk van de alternatieve causaliteit in het geval dat de causaliteit moeilijk kan worden vastgesteld maar waarbij causaliteit wel een voorwaarde voor aansprakelijkheid is.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 2003
AA20030765

Ruimte & tijd

Conflit mobile in het IPR-goederenrecht

J.A. van der Weide

Post thumbnail In open economieën zoals de Nederlandse, doet zich een voortdurende migratie van goederen voor, waarbij goederen van het ene land (rechtsstelsel) naar het andere land (rechtsstelsel) worden verplaatst. Door deze ruimtelijke mobiliteit ontstaan rechtsconflicten die hun oplossing vinden in het leerstuk van het conflit mobile of Statutenwechsel. Wat behelst dit leerstuk, waarin de dimensies van ruimte en tijd elkaar complementeren?

Opinie | Amuse
januari 2020
AA20200006

Ruimte voor islam in het Nederlandse familierecht?

M.S. Berger

Post thumbnail

Moet het Nederlands familierecht rekening houden met islamitische regels die Nederlandse moslims graag toegepast zien? Hoogleraar Susan Rutten bepleit in haar oratie de acceptatie van culturele en religieuze normen in het Nederlands recht, maar wel vanuit Nederlands juridisch perspectief. Hoe realistisch is deze benadering? Een kritische bespreking.

Opinie | Opiniërend artikel
december 2017
AA20170974

Ruimtetoerisme: terra incognita

P.M.J. Mendes de Leon

Post thumbnail

Ruimtetoerisme is in ontwikkeling. Er zijn diverse initiatieven genomen, maar geen daarvan heeft tot dusverre tot een commerciële bemande reis naar de ruimte geleid. Zo’n reis spreekt tot de verbeelding en daarom hebben honderden personen zich hiervoor ingeschreven bij ondernemingen die deze reizen aanbieden. Daarbij rijzen juridische vragen, bijvoorbeeld het gebied van toepassing van veiligheidsregels en aansprakelijkheid, die op zijn best gedeeltelijk kunnen worden beantwoord.

Rode draad | Te land, ter zee en in de lucht
januari 2017
AA20170059

Rv aan de kant? De toelaatbaarheid van procesovereenkomsten onder de loep genomen

M.W. Knigge

Post thumbnail In hoeverre kunnen partijen bij procesovereenkomst afwijken van het burgerlijk procesrecht? Is het bijvoorbeeld mogelijk om de toegang tot de rechter bij overeenkomst geheel uit te sluiten? Is een geheimhoudingsbeding, op grond waarvan het partijen niet is toegestaan om bepaalde mededelingen aan de rechter te doen, toelaatbaar? Op deze vragen wordt in deze proefschriftbijdrage ingegaan.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
april 2013
AA20130336

S BV

M.J.G.C. Raaijmakers

Hoge Raad 9 juli 1990, nr. 26, ECLI:NL:HR:1990:AC0960, RvdW 1990, 147 (S/S BV) In deze uitspraak van de Hoge Raad is het de vraag of het indienen van een verweerschrift gezien kan worden als vertegenwoordiging van de rechtspersoon en of deze op rechtsgeldige wijze is gedaan. De Hoge Raad beantwoordt deze vraag bevestigend. Verder is aan de orde in hoeverre het niet aanpassen van de statuten waardoor er jaren achter elkaar een groot gedeelte van de jaarwinst op grond van een statutaire reserve wordt gereserveerd, in plaats van deze uit te keren als dividend, wat geen enkele functie meer voor de vennootschap heeft, een reden is om een enquêteverzoek in te dienen welk verzoek aangemerkt kan worden als 'gegronde redenen om aan juist beleid te twijfelen'. De Hoge Raad beantwoordt deze vraag eveneens bevestigend. In de noot wordt dieper ingegaan op de vertegenwoordigingsbevoegdheid en de mogelijkheden tot het indien van een enquêteverzoek.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 1991
AA19910083

Saelman/Academisch Ziekenhuis VU: wanneer begint de korte verjaringstermijn van artikel 3:310 BW te lopen?

T. Hartlief

Hoge Raad 31 oktober 2003, nr. C02/234HR, ECLI:NL:HR:2003:AL8168, RvdW 2003, 169 (Saelman/Academisch Ziekenhuis VU) Het gaat hier om een belangrijk verjaringsarrest dat ook vanuit rechtsvindingsperspectief interessant is.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 2004
AA20040266

Samen met je wederhelft een juridische eenheid?

Dagdromen over een hedendaagse visie op huwelijk en ongehuwd samenwonen

L.A.G.M. van der Geld

Post thumbnail Koppels gaan naar verloop van tijd steeds meer op elkaar lijken en geven vaak zelfs hun eigen identiteit op. [email protected] en samen in lycra op de profielfoto van Strava. Maar zijn ze ook een rechtseenheid? Voor samenwoners is er niks geregeld, laat staan voor polyamoureuzen. Hoog tijd voor een hedendaagse visie over de juridische positie van alle koppels.

Opinie | Amuse
december 2020
AA20201104

Samenlevingsovereenkomst vernietigbaar op grond van dwaling?

A.J.M. Nuytinck

Hoge Raad 21 februari 2014, nr. 12/05846, ECLI:NL:HR:2014:416

Annotaties en wetgeving | Annotatie
mei 2014
AA20140363

Samenlevingsvormen en de wetgever

M. van Hoeken

In dit artikel wordt ingegaan op de verschillende samenlevingsvormen die bestaan in de Nederlandse samenleving. Waar vroeger alleen het huwelijk de enige gelegitimeerde was, bestaan er tegenwoordig veel meer. In dit artikel worden deze samenlevingsvormen, haar kenmerken en haar rechtsgevolgen besproken. Er wordt gekeken vanuit het privaat recht en sociaal zekerheidsrecht. Ook worden de gesignaleerde problemen besproken alsmede een mogelijk registratiesysteem en de aanpassing van het huwelijksrecht.

Verdieping | Studentartikel
februari 1993
AA19930078

Samenloop in het verdelingsrecht

A.J.M. Nuytinck

Hoge Raad 19 januari 2007, nr. C05/273HR, ECLI:NL:HR:2007:AZ1488, LJN: AZ1488, NJ 2007, 62 Verdeling huwelijksgoederengemeenschap bijwege van echtscheidingsconvenant; onrechtmatige daad (verzwijging); samenloop; de aan de bevoegdheid tot vernietiging van een verdeling (art. 3:196 BW) verbonden vervaltermijn van artikel 3:200 BW staat niet eraan in de weg dat na het verstrijken daarvan een deelgenoot jegens de ander een vordering tot schadevergoeding op grond van onrechtmatige daad instelt.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 2007
AA20070515