Burgerlijk recht

De rechtstreekse en onrechtstreekse werking van EG-richtlijnen

K.J.M. Mortelmans

Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 14 juli 1994, zaak C-91/92, ECLI:EU:C:1994:292 (Paola Faccini Dori/Recreb Srl) Arrest van het HvJ EG waarbij aan de orde komt in hoeverre richtlijnen die niet geïmplementeerd zijn voor burgers rechtstreeks werking hebben. Daarnaast is de uitspraak van belang in het licht van de horizontale werking van richtlijnen. In de noot wordt op beide punten ingegaan.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 1994
AA19940845

december 1994

Katern 53: Gezondheidsrecht

G.A. van Eikema Hommes

HBU-De Leeuw

R.D. Vriesendorp

Hoge Raad 25 maart 1994, nr 15268, ECLI:NL:HR:1994:ZC1307, RvdW 1994, 82 (HBU/De Leeuw) Handelsrechtelijke casus waarin de betaling via documentaire incasso aan de orde komt. Van belang in deze zaak is de rechtsbescherming bij een betalende partij te goeder trouw aan een inningsonbevoegde. In de noot wordt dieper op de documentaire incasso, derdenbeslag en bescherming tegen betaling aan onbevoegde ingegaan.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 1994
AA19940752

Het EVRM en de partij-getuige

G.R. Rutgers

Hoge Raad 19 februari 1988, nr. 13151, ECLI:NL:HR:1988:AD0203, NJ 1988, 725 (Dombo Beheer BV/Nederlandse Middenstandsbank NV) Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM/ECHR) 27 oktober 1993, Application no. 14448/88, ECLI:CE:ECHR:1993:1027JUD001444888 (Dombo Beheer BV/The Netherlands) Twee uitspraken, zowel van de Hoge Raad (19-2-1988) en het EHRM (27-10-1993) worden besproken. De uitspraak van het EHRM volgt op de uitspraak van de Hoge Raad. Het gaat i.c. om de partij als getuige. Onder het oude recht stond het OBW en het oude Wetboek van Burgerlijk Rechtsvordering niet toe. I.c. heeft de (oud) directeur van een bv niet kunnen getuigen. Volgens het EHRM is dit in strijd met de regels van een eerlijk proces. Het EHRM kent geen 'minnelijke genoegdoening' (schadevergoeding) toe omdat indien de getuigenis wel had plaatsgevonden niet zeker was of de verliezende partij in dat geval gewonnen had.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 1994
AA19940758

Interregionale beslissingsharmonie of harmonie methet internationaal privaatrecht?

J.P. de Haan

Sinds het eind van de jaren tachtig zijn in de rechtsliteratuur een aantal boeiende publicaties over het interregionaal privaatrecht verschenen. Vooral het Nederlandse interregionaal echtscheidingsrecht heeft de pennen in beweging gebracht. Dit komt doordat de Nederlandse rechter ten aanzien van veel interregionale echtscheidingen, als waren het internationale echtscheidingen, een grote rechtsmacht heeft aangenomen en veelal Nederlands recht toepasselijk heeft geacht. De centrale vraag in het navolgende artikel is of voor interregionale echtscheidingen de internationaalprivaatrechtelijke regeling volstaat, dan-wel een specifieke regeling van interregionaal echtscheidingsrecht geboden is. Deze kwestie is om twee redenen actueel. Ten eerste heeft de Hoge Raad recentelijk bepaald dat een Nederlands echtscheidings-vonnis in ieder koninkrijksdeel dezelfde rechtskracht heeft; ten tweede is betreffende het interregionaal conflictenrecht een voorontwerp van Rijkswet vervaardigd met als titel Proeve van een Koninkrijkswet Interregionaal Privaatrecht.

Verdieping | Studentartikel
november 1994
AA19940716

Koninklijke Nijverdal ten Cate NV-Mr. Wilderink q.q.

S.C.J.J. Kortmann

Hoge Raad 18 februari 1994, nr. 15263, ECLI:NL:HR:1994:ZC1270, NJ 1994, 462, nt. WMK (Koninklijke Nijverdal ten Cate NV/Mr. Wilderink q.q.) In dit arrest van de Hoge Raad en de daarbij behorende noot staat het recht centraal zoals dat nog gold voor de invoering van het NBW in 1992. De rechtsvraag is of een tot zekerheid overgedragen goed accessoir is met de vordering waar deze zekerheid voor biedt. De Hoge Raad overweegt in lijn met eerdere rechtspraak dat dat niet het geval is. Kortmann verduidelijkt in zijn noot de zekerheidsoverdracht en typeert deze als een eigendomsoverdracht onder ontbindende voorwaarde van algehele voldoening.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 1994
AA19940745

Mattern-VHS

M.J.G.C. Raaijmakers

Hoge Raad 17 september 1993, nr. 15077, ECLI:NL:HR:1993:ZC1061, RvdW 1993, 179 (R.G.F. Meier Mattern/VHS Onroerend Goed Maatschappij NV) In dit arrest en de daarbij behorende noot komt duidelijk naar voren dat rechtspersonen handelen door haar organen. In dit arrest is in het geding of een stichting die prioriteitsaandelen houdt van een vennootschap ook kan besluiten zonder dat daartoe het aantal vereiste bestuursleden aanwezig is en welke regels van vertegenwoordiging er spelen. In de noot wordt hier dieper op ingegaan.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 1994
AA19940765

Rechtsvraag (236) Huwelijksvermogensrecht

M.J.A. van Mourik

Rechtsvraag op het gebied van het huwelijksgoederenrecht. Een huwelijks goederengemeenschap wordt verdeeld om op die manier fiscale aanspraken uit de weg te gaan. Vervolgens slaat de Ontvanger de vrouw in kwestie wel aan voor de helft van de belastingschuld op grond van 1:102 BW. De vraag is hoe dit mogelijk is na verdeling van de gemeenschap.

Perspectief | Rechtsvraag
november 1994
AA19940771

Beantwoording rechtsvraag (234) casus voor eerstejaars

G.R. de Groot

Beantwoording van een rechtsvraag voor eerstejaars waarbij de onder curatele stelling in combinatie met algemeen verbintenissenrecht aan de aan de orde komt.

Perspectief | Rechtsvraag
oktober 1994
AA19940690

De blauwe bijbel en het rode boekje

Het grensverkeer tussen privaatrecht en strafrecht: symposium 3 juni 1994 Leiden

M.A. Leijten

Bespreking van een symposium in 1994 waarbij de raakvlakken tussen het burgerlijk recht en het strafrecht besproken werden. In dit artikel komen de onderwerpen aan de orde die op het symposium besproken werden; dit waren onder meer: de overlapping tussen beide grensgebieden of zelfs het ontbreken van het strafrecht in het Romeinse recht, punitive damages in het Angelsaksische recht, onschuldpresumptie in het privaatrecht en zorgplichten in het privaatrecht.

Verdieping | Studentartikel
oktober 1994
AA19940645

De ontbinding wegens wanprestatie aan banden gelegd

T. Hartlief

In dit artikel wordt het proefschrift van mr. T. Hartlief door hemzelf besproken. Het proefschrift heeft als onderwerp 'de ontbinding wegens wanprestatie'. Hartlief bepleit in zijn proefschrift een wijziging van de ontbindingsregeling.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
oktober 1994
AA19940697

Kabeltv III

H. Cohen Jehoram

Hoge Raad 24 december 1993, nr. 15185, ECLI:NL:HR:1993:ZC1201, RvdW 1994, 16 (Centraal Antennesysteem Pastoor Schelstraeteweg UA, Coöperatieve Serviceflat 'Zandbergen' UA en Woningbouwvereniging Sint Joseph/Vereniging BUMA). Ook bekend als Kabeltv III. In dit derde Kabeltv-arrest is aan de orde in hoeverre de doorgifte van een radio- of televisie-uitzending door een gemeenschappelijke antenne-inrichting een vorm van openbaarmaking is. De Hoge Raad beslist hier dat dit niet het geval is als de doorgifte geschiedt binnen een groep mensen die een 'gemeenschap' vormen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 1994
AA19940670