Burgerlijk recht

Art. 843a Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering ont(k)leed (Digitaal boek)

J.R. Sijmonsma

Post thumbnail Inzicht in artikel 843a Rv, waarbij het materiële recht en de historie worden besproken. Aan de hand van jurisprudentie wordt het artikel inhoudelijk besproken en ontleed.

9789069168418 - 11-04-2007

Article 25 CISG: The Problem of Finding a Uniform Meaning in a Uniform Wording

H. Halbhuber

Dit engelstalige artikel behandelt art. 25 van het Weens Koopverdrag (CISG) in navolging op het vak European Contract Law dat destijds aan de Universiteit Utrecht werd aangeboden. Het behandelde artikel betreft contractbreuk en wordt in het eerste artikel uit de reeks behandeld.

Verdieping | Studentartikel
juni 1994
AA19940404

Artikel 2:2 BW: een uitschakelbepaling

J.M. Blanco Fernández

Post thumbnail

In een reeks over schakelbepalingen is artikel 2:2 BW misschien een vreemde eend in de bijt. Het artikel gaat over kerkgenootschappen en bepaalt dat deze organisaties door hun eigen statuut, en niet door het Nederlandse recht, worden geregeerd. Het artikel is daarom meer een uitschakel- dan een schakelbepaling.

Blauwe pagina's | Ode aan de schakelbepalingen
mei 2017
AA20170360

Artikel 3:78 en 3:79 BW

Vooral een kwestie van gezond verstand

A.C. van Schaick

Post thumbnail

Aan het slot van titel 3.3 BW (volmacht) staan artikel 3:78 en 3:79 BW, twee schakelbepalingen met een verschillend karakter: de eerste ziet op andere vertegenwoordigingsvormen dan volmacht, de tweede op niet vermogensrechtelijke volmachtsvormen. De schakelbepalingen hebben gemeen dat ze de wetstoepasser op het verkeerde been kunnen zetten.

Blauwe pagina's | Ode aan de schakelbepalingen
oktober 2017
AA20170772

Artikel 3:86 BW en de legitimatieleer

E.F. Verheul

Post thumbnail

Algemeen wordt aangenomen dat in artikel 3:86 BW de zogenoemde legitimatieleer van Scholten is gecodificeerd: de door de vervreemder uitgeoefende feitelijke macht over de zaak schept een vermoeden dat hij eigenaar is en de verkrijger te goeder trouw die daar op afgaat, wordt beschermd als de vervreemder niet beschikkingsbevoegd blijkt te zijn. In dit artikel wordt daarentegen betoogd dat de wet niet zozeer rechtsgevolgen verbindt aan feitelijke macht aan de zijde van de vervreemder, maar aan de door de verkrijger verworven feitelijke macht.

Verdieping | Verdiepend artikel
september 2016
AA20160590

Artikel 3.4.2.3.a Nieuw BW: Het nieuwe zakelijke recht op retro-overdracht?

P. Cronheim

Aan de hand van een vergelijking met de revindicatie ex art. 2014 lid 2 BW zal in dit artikel onderzocht worden, of de kwalificatie ‘persoonlijk recht’ op juiste gronden aan het recht op overdracht van art. 3.4.2.3a lid 2 NBW gegeven is.

september 1981
AA19810465

Artikel 35 lid 3 Fw: een impliciete maar noodzakelijke schakelbepaling met een aantal knelpunten

H.J. de Kloe

Post thumbnail

De schakelbepaling van deze maand is artikel 35 lid 1 Fw, waarin is opgenomen dat (de voltooiing van) een levering door de failliet vanaf de dag van de faillietverklaring niet geldig meer kan geschieden. Deze bepaling kent een aantal knelpunten.

Blauwe pagina's | Ode aan de schakelbepalingen
november 2017
AA20170938

Artikel 6:211 BW en de Engelse law of restitution

H.J. van Kooten

Kan hetgeen ter nakoming van een nietige overeenkomst is gepresteerd, uit onverschuldigde betaling worden teruggevorderd? Onder het oude BW beantwoorde de Hoge Raad deze vraag bevestigend. Immers, een nietige overeenkomst doet geen verbintenissen ontstaan en hetgeen uit doen hoofde is betaald, kan daarom ongedaan worden gemaakt. Dat is ook de hoofdregel onder het huidige BW. De terugvorderingsactie zal echter niet slagen voor zover deze in strijd komt met de redelijkheid en billijkheid. In deze bijdrage wordt onderzocht wat redelijkheid en billijkheid in artikel 6:211 BW eisen. Het Engelse restitutierecht dient daarbij als bron van inspiratie.

Bijzonder nummer | Rechtsvergelijking
mei 1994
AA19940311

Artikel 6:230u BW: het draagkrachtbeginsel in het contractenrecht

A.G. Castermans

Post thumbnail Artikel 6:230u BW is op 13 juni 2014 in werking getreden. Zij vraagt om twee redenen de aandacht. Ten eerste geeft zij uiting aan het draagkrachtbeginsel in het contractenrecht. De vraag is hoe bijzonder dat is. Ten tweede verbiedt zij de handelaar een aanbod te doen aan een consument die dreigt boven zijn stand te gaan leven; de vraag is op straffe waarvan. Beide vragen houdt Alex Geert Castermans tegen het licht. Hij sluit af met enige uitlegkwesties.

Blauwe pagina's | Bijzondere bepalingen | Verdieping
september 2016
AA20160576

Artikel 6:258 BW: voorziene of onvoorziene omstandigheden?

A. van Plateringen

Dit artikel is een proefschrift waarbij de vraag centraal staat of om een beroep te kunnen doen op art 6:258 BW er sprake moet zijn van onvoorziene omstandigheden of dat ook voorzienbare omstandigheden voldoende zijn.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
januari 2002
AA20020047

Artikel 61 Fw: weg ermee?

R.E. Brinkman

Post thumbnail De echtgenoot van een schuldenaar die failliet is, kan alle goederen terugnemen die hem toebehoren en niet in de huwelijksgemeenschap vallen, aldus artikel 61 Fw. Vaak voegt de faillissementswet iets toe aan het algemene vermogensrecht en in casu het huwelijksvermogensrecht, of beperkt de toepassing daarvan. Doet artikel 61 Fw dat ook? De voorzichtige conclusie is dat dit artikel niet of nauwelijks iets toevoegt aan hetgeen ook al uit het algemene vermogensrecht en huwelijksvermogensrecht voortvloeit.

Rode draad | Snijvlakken & Kruisbestuivingen
november 2023
AA20230890

Artikel 7:2 BW: Koper en verkoper op de weegschaal

B.E.M. Hertoghs, D.F.H. Stein

In deze redactionele bijdrage wordt ingegaan op art. 7:2 BW waarin is bepaald dat de koopovereenkomst m.b.t. een woonhuis door een consument als koper schriftelijk dient te worden aangegaan. Dit artikel brengt, samen met de bedenktermijn van de koper van drie dagen, een behoorlijke onevenwichtig criterium met zich mee. Hier gaan redacteuren op in. Zij pleiten voor een notarieel koopcontract waarbij de notaris de belangen van zowel de consumentkoper als de (consument)verkoper kan beschermen.

Opinie | Redactioneel
juni 2009
AA20090361