Resultaat 277–288 van de 349 resultaten wordt getoond
K.G.F. van der Kraats
Met dit artikel beogen de auteurs bij te dragen aan de praktijk van de mondelinge einduitspraak in civiele zaken en de eerdere discussie daarover in dit blad. Daartoe wordt stilgestaan bij de redenen om een mondelinge uitspraak na te streven dan wel ervan af te zien en de praktische vragen wanneer en hoe die mondelinge uitspraak kan worden gedaan.
Opinie | Opiniërend artikeloktober 2022AA20220750
M.J.A.M. Ahsmann
Perspectief | Perspectiefartikelnovember 2015AA20150939
L. Münchow, D.B. Sander
Het wetsvoorstel Wet bevordering mediation kent aan beëdigd mediators een functioneel verschoningsrecht toe. Hoe kan deze toekenning, in het licht van enerzijds de beperkingen die dit functionele verschoningsrecht voor de waarheidsvinding in civiele procedures met zich brengt en anderzijds de voordelen die daaraan verbonden zijn, gewaardeerd worden?
Opinie | Redactioneelmei 2019AA20190339
A.C. van Schaick
In het septembernummer 2021 van Ars Aequi verscheen de opinie ‘De omvang van een memorie’ van hoogleraar, cassatieadvocaat en rechter Bert van Schaick. Hoogleraar en advocaat Bas van Zelst heeft gereageerd op die opinie. Dit is het naschrift van Van Schaick.
Opinie | Reactie/nawoordfebruari 2022AA20220108
A.J.M. Nuytinck
Prof. Nuytinck geeft na de reactie van Vrieze een nuancering van volgens hem de bewijslastregel van art. 150 Rv en stelt als nieuw adagium 'wie moet stellen, moet bewijzen'.
Opinie | Reactie/nawoordmei 2006AA20060352
E.A. Messer
In het meinummer van Ars Aequi pleitte Ward Messer ervoor ook in complexe civiele zaken een mondeling eindvonnis te geven. Margreet Ahsmann en Hans Hofhuis zijn het niet met hem eens en legden in een reactie uit waarom dat zo is. Dit is het nawoord van Messer bij die reactie.
Opinie | Reactie/nawoordjuni 2022AA20220487
Th.G. Drupsteen
Nawoord bij een reactie over proceskostenvergoeding in het ambtenarenrecht.
Opinie | Reactie/nawoordjanuari 1993AA19930028
H. Verrijn Stuart
Artikel waarin Verrijn Stuart reageert op een artikel in de reeks behorende bij de rode draad `Op zoek naar gefeminiseerd recht´ waarin een advocaat pleit voor de civilisering van het strafrecht voor wat betreft seksuele delicten in de relationele sfeer.
Opinie | Reactie/nawoordjuni 1992AA19920334
R.Ch. Verschuur
Artikel waarin de verandering van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering centraal staat voor wat betreft de wijziging van het bewijsrecht in burgerlijke zaken. In het artikel wordt ingegaan op de parlementaire geschiedenis en vervolgens wordt de regeling inhoudelijk besproken. Verderop komt de veranderde terminologie aan de orde. Daarna wordt de vrijheid en de lijdelijkheid van de rechter besproken in de nieuwe wet. Vervolgens komen de verschillende bewijsmiddelen aan de orde zoals schriftelijk bewijs, de partij als getuige en het getuigenbewijs in het algemeen.
Annotaties en wetgeving | Wetgevingapril 1988AA19880244
G.R. Rutgers
Hoge Raad 31 oktober 1997, nr. 16373, ECLI:NL:HR:1997:ZC2476, RvdW 1997, 213C Noot bij arrest over de omkering van de bewijslast op grond van de redelijkheid en billijkheid waarbij er volgens de Hoge Raad geen zwaardere motiveringsplicht geldt. Bewijsnood is een onvoldoende grond voor omkering van de bewijslast.
Annotaties en wetgeving | Annotatieapril 1998AA19980301
J.M. van Dunné
De ‘omkeringsregel’, door de Hoge Raad aan het begin van deze eeuw aanvaard en in een reeks arresten nader uitgewerkt, is nog steeds onderwerp van heftig debat tussen voor- en tegenstanders. De wetgever koos onlangs voor een beperkte variant in artikel 6:177a BW (mijnbouwschade). Hoe bijzonder is die regel eigenlijk, is het wel een regel, en wat vindt Asser/Asser Procesrecht 3 Bewijs uit 2017 ervan?
Rode draad | Kansen & Risico'soktober 2018AA20180840
J.M. Barendrecht
Column waarin Barendrecht ingaat op de door hem gewenste nieuwe vormgeving en verantwoordelijkheden van de rechterlijke macht daar waar het de civiele rechtspleging betreft. Hij gaat in op het griffierecht, het procesrecht dat door de rechterlijke macht geregeld wordt en de verantwoordelijkheid en toezicht op de rechterlijke macht door een organisatie van niet-juristen.
Opinie | Columndecember 2009AA20090817