Resultaat 277–288 van de 365 resultaten wordt getoond
H.B. Krans
Hoge Raad 8 juni 2007, nr. R06/002HR, ECLI:NL:HR:2007:AZ6096, LJN: AZ6096, RvdW 2007, 550 In deze noot bij dit arrest is de berusting in het burgerlijk proces aan de orde. De Hoge Raad spreekt over het feit of er door de rechter ambtshalve moet worden vastgesteld of er sprake is van berusting; deze vraag beantwoord zij ontkennend. Het is aan de procespartijen of zij het geding wensen voort te zetten.
Annotaties en wetgeving | Annotatiedecember 2007AA20070977
A.W. Jongbloed
Annotaties en wetgeving | Annotatieapril 2016AA20160268
R. de Bock
De artikelen 24 en 25 Rv geven een richtsnoer voor de taakverdeling tussen rechter en partijen. De rechter is enerzijds gebonden aan wat partijen aan hun stellingen ten grondslag hebben gelegd, maar moet anderzijds wel de rechtsgronden aanvullen. Dat levert voor de rechter een complex spanningsveld op. Misschien kunnen we ook zonder deze bepalingen.
Blauwe pagina's | Liever kwijt dan rijkoktober 2023AA20230724
R.C. Hartendorp
In dit artikel komt aan de orde wat maatschappelijke effectieve rechtspraak inhoudt en dat het als een vorm van responsieve rechtspraak kan worden gezien. De auteur duidt de opkomst van maatschappelijke effectieve rechtspraak en betoogt dat het een antwoord van de Rechtspraak is op de grotere positie die rechtzoekenden in gerechtelijke procedures hebben gekregen. Dit stelt rechters voor nieuwe vragen. Maatschappelijk effectieve rechtspraak biedt ruimte om op gezaghebbende wijze invulling te geven aan die grotere rol van rechtzoekenden
Literatuur | Oratieoktober 2023AA20230806
N.E. van den Berg, R.R.A. Henkemans, A.S.H. Timmer
Bijdragen aan het debat over massaclaims en class actions.
9789069167213 - 28-11-2007
R.P. Wijne
De werking van het civiele aansprakelijkheidsrecht in medische kwesties. Aan welke voorwaarden moet zijn voldaan wil de patiënt via het civiele aansprakelijkheidsrecht zijn schade kunnen verhalen op de hulpverlener?
9789492766526 - 25-02-2019
Is de rechterlijke oordeelsvorming in een meervoudige kamer echt beter dan een enkelvoudig gewezen beslissing? Ruth de Bock vraagt het zich af in deze column.
Opinie | Columnnovember 2020AA20201047
K.J. Krzeminski
Een schuldeiser moet soms zelf op zoek naar voor verhaal vatbare vermogensbestanddelen van een schuldenaar. De vraag dringt zich op of het niet veel makkelijker is als de schuldenaar wordt verplicht te vertellen of, en zo ja, waar hij bronnen van inkomsten en vermogen heeft. Kan een schuldenaar worden verplicht openheid te geven over zijn inkomens- en vermogenspositie in Nederland en daarbuiten? Of mag de schuldenaar dit weigeren met een beroep op privacy of een variant op het nemo-tenetur-beginsel? Deze vragen geven aanleiding voor een korte ronde langs de wettelijke en buitenwettelijke informatieplichten in het Nederlandse beslag- en executierecht.
Opinie | Amusemei 2022AA20220350
H. Donner, M.J. Jacobs, J.M.I. Vink
Annotaties en wetgeving | Wetgevingdecember 2016AA20160971
Hoge Raad 25 mei 2018, nr. 17/00847, ECLI:NL:HR:2018:773, RvdW 2018/627 (Avonwick Holdings/VI Holding)
Annotaties en wetgeving | Annotatieseptember 2018AA20180726
M.J.A.M. Ahsmann, H.F.M. Hofhuis
In het meinummer van Ars Aequi pleitte Ward Messer ervoor ook in complexe civiele zaken een mondeling eindvonnis te geven. Margreet Ahsmann en Hans Hofhuis zijn het niet met hem eens en leggen in deze reactie uit waarom dat zo is. Met nawoord van Messer.
Opinie | Reactie/nawoordjuni 2022AA20220484