Belastingrecht

Resultaat 229–240 van de 252 resultaten wordt getoond

Schurende machten

J.W. Zwemmer

Hoge Raad 12 mei 1999, nr. 33320, ECLI:NL:HR:1999:AA2756 (Arbeidskostenforfait) De verhoging van het arbeidskostenforfait is voor belastingplichtigen die van dat forfait geen gebruik maken, in strijd met het door artikel 26 IVBPR gegarandeerde discriminatieverbod. Hiervoor bestaat geen objectieve en redelijke rechtvaardiging. De Hoge Raad gaat ervan uit dat de wetgever met de nodige spoed een wetsontwerp dat aan deze discriminatie een einde maakt.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 1999
AA19990668

Simon Strik

K.H.P. Bovend'Eerdt, T.A. Keijzer

Post thumbnail Nieuwe wetsvoorstellen worden omwille van hun consequenties in de praktijk vaak uitgebreid becommentarieerd. Ars Aequi sprak met Simon Strik, voormalig hoofd van het Bureau Vaktechniek van Ernst & Young (EY) en voorzitter van de Commissie Wetsvoorstellen van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB), over bijzondere juridische ervaringen en fiscale ontwikkelingen.

Blauwe pagina's | Bijzondere juridische ervaringen
september 2014
AA20140596

Standaardvoorwaarden voor de fiscale eenheid

J.W. Zwemmer

Hoge Raad 21 maart 2001, nr. 35425, ECLI:NL:HR:2001:AB0630, BNB 2001/329 De standaardvoorwaarden voor de fiscale eenheid dienen door de rechter te worden getoetst aan de wet, ongeschreven rechtsregels en algemene rechtsbeginselen. Bij constatering van strijd dient de inspecteur opnieuw te beschikken met inachtneming van de rechterlijke uitspraak.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
mei 2002
AA20020352

Strafbelasting de Successiewet uit

R.J.B. Schutgens

In dit artikel pleit Roel Schutges voor afschaffing van de verschillende tarieven in de Successiewet bij erflatingen. Schutgens noemt het een strafbelastig en is volgens hem in strijd met het eigendomsrecht, de testeervrijheid en niet meer van deze tijd.

Opinie | Opiniërend artikel
april 2008
AA20080255

Studies over verwijzingsinstructies in belastingzaken

L.J.A. Pieterse

Op 2 juli 2019 promoveerde Rens Pieterse aan de Vrije Universiteit Amsterdam (cum laude). Zijn proefschrift is getiteld ‘Studies over verwijzingsinstructies in belastingzaken’. In dit artikel vertelt hij over zijn onderzoek.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
december 2020
AA20201208

Toepassing van het gelijkheidsbeginsel op de kosten van kinderopvang

J.W. Zwemmer

Hoge Raad 12 december 1990, nr. 27.071, ECLI:NL:HR:1990:ZC4477, BNB 1991/76 Uitspraak van de belastingkamer van de Hoge Raad over de toepassing van het gelijkheidsbeginsel op de kosten van de kinderopvang waarbij de Hoge Raad (samengevat) tot het volgende oordeel komt: 'Nu bij ministeriële resolutie is bepaald dat de vergoeding door de werkgever van de kosten van kinderopvang in een niet-gesubsidieerde instelling onbelast is voor zover zij meer bedraagt dan de eigen bijdrage voor opvang in een gesubsidieerde instelling, brengt het gelijkheidsbeginsel met zich mee dat de kosten van kinderopvang aftrekbaar zijn voor zover de werkgever deze kosten onbelast had kunnen vergoeden, tenzij voor de ongelijke behandeling een redelijke grond bestaat'. In de noot wordt hier dieper op ingegaan waarbij ook eerdere rechtspraak over de aftrekbaarheid van kosten voor kinderopvang wordt besproken.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juli 1991
AA19910582

Toerekening van leningen aan kosten

J.W. Zwemmer

Hoge Raad 22 oktober 2004, nr. 39082, ECLI:NL:HR:2004:AH9156 Rente van een lening aangegaan ter financiering van verbetering of onderhoud van de eigen woning kan pas als eigen-woningrente worden aangemerkt als het bedrag van de lening ook als zodanig is aangewend.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2005
AA20050741

Toetsing van belastingwetgeving aan het gelijkheidsbeginsel in Nederland en Duitsland

R. van der Hulle, R. van der Hulle

Post thumbnail

Zowel in Nederland als in Duitsland wordt belastingwetgeving regelmatig door belastingplichtigen met een beroep op het gelijkheidsbeginsel bij de rechter aangevochten. In deze bijdrage wordt bezien op welke wijze de Hoge Raad en het Duitse constitutionele hof beoordelen of belastingwetgeving in strijd is met dit beginsel. Hoewel beide rechtscolleges uitgaan van een ruime beoordelingsvrijheid voor de belastingwetgever, stellen zij zich niet altijd even terughoudend op.

Verdieping | Verdiepend artikel
december 2015
AA20150981

Twee feitelijke instanties in fiscalibus

M. Veldt

Redactioneel artikel waarin gepleit wordt voor belastingrechtspraak in twee feitelijke instanties. Volgens de redacteur voldoet het systeem van de bezwaar- en beroepsprocedure niet en zou naar analogie met het strafrecht ook een geschilbeslechting in twee feitelijke instanties moeten plaatsvinden. De redacteur zoekt daarbij aansluiting bij art. 14 lid 5 IVBPR

Opinie | Redactioneel
maart 1992
AA19920130

Van alles een beetje en niet echt goed

Interview met prof.mr. P.J. Wattel

B.E.M. Hertoghs, C.J.D. Warren

Post thumbnail Interview met prof.mr. Peter J. Wattel, hoogleraar Europees belastingrecht aan de Universiteit van Amsterdam en advocaatgeneraal bij de belastingkamer van de Hoge Raad der Nederlanden, waarin gesproken wordt over zijn loopbaan, zijn samenwerking met het wetenschappelijk bureau, het Europees (belasting)recht en hoe hij erin slaagt om zijn uiteenlopende interesses met zijn werkzaamheden te combineren.

Verdieping | Interview
april 2009
AA20090262

Vaststellingsovereenkomsten met de belastingdienst

J.W. Zwemmer

Hoge Raad 9 december 2005, nr. 41117, ECLI:NL:HR:2005:AU7728, LJN: AU7728 Een vaststellingsovereenkomst met de belastingdienst die op een onderdeel in strijd is met de wet, is slechts nietig indien de overeenkomst zozeer in strijd is met hetgeen de wet – over het geheel bezien – ter zake bepaalt, dat partijen niet op nakoming daarvan mochten rekenen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 2006
AA20060825

Verlies uit aanmerkelijk belang bij verkoop van aandelen in een failiete BV aan een minderjarige zoon

J.W. Zwemmer

Hoge Raad 17 april 1991, nr. 26.866, ECLI:NL:HR:1991:ZC4556, BNB 1991/180 Uitspraak van de Hoge Raad op het gebied van het belastingrecht, meer in het bijzonder de aanmerkelijk belang regeling. De Hoge Raad oordeelt daaromtrent i.c.: 'Het realiseren van een verlies uit aanmerkelijk belang in een failliete BV door verkoop daarvan voor ƒ 1,- aan een minderjarige zoon is niet in strijd met doel en strekking der wet'.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 1991
AA19911015

Resultaat 229–240 van de 252 resultaten wordt getoond