waarheidsvinding

Resultaat 1–12 van de 18 resultaten wordt getoond

Corona en de civiele rechtspraak: elk nadeel heeft een voordeel?

K.G.F. van der Kraats

Post thumbnail In deze bijdrage wordt uiteengezet welke maatregelen in verband met COVID-19 zijn getroffen in civiele zaken. Vervolgens wordt nagegaan welk effect deze maatregelen hebben gehad op de kwaliteit van het civiele proces. Conclusie is dat de eerste maatregelen op sommige kwalitatieve aspecten een nadelige invloed hebben gehad, doch dat de maatregelen nu en in het post-coronatijdperk juist ook een positieve bijdrage aan de kwaliteit van het civiele proces kunnen leveren.

Perspectief | Perspectiefartikel
maart 2021
AA20210301

De publieke waakhond

J.M.M. van de Hel, D. Kaandorp

In dit redactioneel bespreken de auteurs de botsing van twee fundamentele belangen, namelijk het recht op vrije nieuwsgaring en het opsporingsbelang. Auteurs zetten uiteen wat zij van doorslaggevend belang achten.

Opinie | Redactioneel
april 1999
AA19990208

Een Tilburgse observatie van een Tilburgse observatie

T. Kooijmans

Hoge Raad 13 november 2012, nr. 10/02916, ECLI:NL:HR:2012:BW9338, LJN: BW9338

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 2013
AA20130222

Een verschoningsrecht voor mediators?

A.W. Jongbloed

Post thumbnail De juridische beroepsgroep die de laatste tien jaar het meest in omvang toenam (zowel absoluut als relatief) is die van de mediators. Per 1 juli 2009 stonden 4.270 mediators ingeschreven in een door het Nederlands Mediation Instituut (NMI) bijgehouden register, terwijl het in 1999 om nog maar 1018 mediators ging. Anders dan ‘advocaat’ of ‘notaris’ mag iedereen zich ‘mediator’ noemen, want het betreft een vrij beroep zonder dat er (nog) een wettelijke regulering bestaat, zodat het aantal personen dat zich ‘mediator’ noemt hoger ligt dan het genoemde aantal van 4.270. Dat sprake is van zo’n diverse groep ‘mediators’ heeft directe gevolgen gehad. In een uitspraak van de Hoge Raad van 10 april 2009 is duidelijk gemaakt dat een ‘mediator’ (nog) geen beroep kan doen op het verschoningsrecht. Willen we dat er een inbreuk wordt gemaakt op het verkrijgen van de ‘Waarheid’, waartoe in beginsel een spreekplicht geldt? Vinden we de werkzaamheden van mediators belangrijk genoeg om een dergelijke inbreuk te accepteren?

april 2010
AA20100246

Geen rook maar vuur. Over de waarheidsplicht van de jurist

J.E. Soeharno

Post thumbnail De jurist is een bewaker van feiten. Tegenwoordig dreigen beroepsethische plichten tot waarheidsvinding echter nog wel eens opzij te worden gezet voor politieke of morele voorkeuren. In dat licht wordt de maatschappelijke betekenis van de verantwoordelijkheid van de jurist tot waarheidsvinding almaar belangrijker.

Opinie | Amuse
maart 2020
AA20200230

Het House of Lords ’torture’ arrest en de gevolgen voor counter-terrorism door overheden: van ‘geheime vluchten’, CIA tot Guantanamo Bay

Het verschoningsrecht van de advocaat – actuele ontwikkelingen

D.J.B. de Wolff

Post thumbnail In dit artikel staat het verschoningsrecht van advocaten centraal. Nadat ratio en reikwijdte ervan zijn besproken, wordt ingegaan op enkele actuele thema’s: het verschoningsrecht van (buitenlandse) in-house-advocaten die in Nederland werken, het verschoningsrecht bij interne feitenonderzoeken en de schending door het Openbaar Ministerie van de vertrouwelijkheid van de communicatie tussen cliënt en advocaat in de geruchtmakende Box-zaak. Ten slotte wordt vooruitgeblikt op het voorstel tot modernisering van het Wetboek van Strafvordering en de wijze waarop het verschoningsrecht daarin zal worden verankerd.

Verdieping | Verdiepend artikel
oktober 2022
AA20220767

Het voortbouwend appèl in Strafvordering 2001

Enkele opmerkingen over het hoger beroep in het onderzoeksproject strafvordering 2001 en in het bestuursrecht

E.M. Witjens

In dit artikel wordt ingegaan op de werkzaamheden en bevindingen van het onderzoeksproject strafvordering 2001 over een nieuwe vorm van hoger beroep. Ook wordt er ingegaan op hoger beroep in het bestuursrecht.

Verdieping | Studentartikel
oktober 2003
AA20030730

Juridisch oordelen over medische missers

Hoe medische aansprakelijkheid de kwetsbare plekken van civiele rechtspraak blootlegt

R.W.M. Giard

Post thumbnail Dokters kunnen fouten maken, maar rechters ook. De Deense psycholoog Erik Hollnagel, die onderzoekt hoe en waarom mensen fouten maken, stelt: ‘To err is human; to understand why humans err is science’.  Als een wetenschappelijke benadering de beste manier is om uit te zoeken waarom medische professionals kunnen dwalen, heeft dat gevolgen hoe het onderzoek naar de toedracht bij medische aansprakelijkheid dient te geschieden. Die inzichten kunnen vervolgens weer helpen om gerechtelijke dwalingen bij de waarheidsvinding te voorkomen. Zo legt onderzoek van medische aansprakelijkheid de kwetsbare plekken van civiele rechtspraak bloot.

Perspectief | Perspectiefartikel
januari 2013
AA20130065

september 2004

Katern 92: Gezondheidsrecht

W.R. Kastelein

Onderbelicht: het vaststellen van de feiten

R.J.B. Schutgens

Post thumbnail

In de rechtenopleiding zou meer aandacht moeten worden besteed aan de beoordeling van feiten. In een vak ‘waarheidsvinding’ zouden rechtenstudenten kunnen leren hoe bewijs moet worden beoordeeld.

Blauwe pagina's | Onderbelicht
april 2012
AA20120246

Ondervraagd of niet, that’s the question

T. Kooijmans

Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM/ECHR) 10 juli 2012, ECLI:NL:XX:2012:BX3071, appl.nr. 29353/06, NJ 2012/649 m.nt. T.M. Schalken (Vidgen t. the Netherlands)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 2013
AA20130134

Resultaat 1–12 van de 18 resultaten wordt getoond