Resultaat 1–12 van de 20 resultaten wordt getoond

‘(On)eerlijk duurt het langst’ of hoe het Burgerlijk Wetboek een gelegenheid tot (kunst)diefstal schept

R. Huyten, A. Piëtte

De regeling van de verkrijgende verjaring in het Burgerlijk Wetboek brengt mee dat na verloop van twintig jaar een dief van kunstvoorwerpen civielrechtelijk niets meer te duchten heeft. Hij is zelfs eigenaar geworden. Er bestaat echter de mogelijkheid dat hij door het Openbaar Ministerie (strafrechtelijk) vervolgd zou kunnen worden wegens heling indien hij het gestolen goed alsnog probeert te verkopen. Daarnaast bestaan in het strafrecht verschillende mogelijkheden om het gestolen voorwerp aan het bezit van de dief-heler en/of koper-heler te onttrekken. Het strafrecht disharmonieert op dit punt met het privaatrecht. Deze discrepantie tussen strafrecht en privaatrecht zal in het onderstaande stuk nader onderzocht worden.

Verdieping | Studentartikel
juni 1995
AA19950454

Beantwoording rechtsvraag (182) fiscaal strafprocesrecht

P.J. Wattel

Beantwoording van een rechtsvraag op het gebied van het strafvorderlijke belastingrecht. Aan de orde komen de bevoegdheid van de officier van justitie tot het toepassen van verschillende dwangmiddelen, het vragenbriefje als middel van verhoor en de betekenis daarbij van art. 29 Sv (verdachte).

Perspectief | Rechtsvraag
juni 1989
AA19890599

Betekening van een doodvonnis in het buitenland of hoe een collaborateur alsnog in verzet gaat

A.H. Klip

Hoge Raad 1 oktober 2002, nr. 00539/02, ECLI:NL:HR:2002:AE5209, LJN AE5209 In deze noot bij dit bijzondere arrest wordt ingegaan op verzet 50 jaar na veroordeling. Er wordt ingegaan op het rechtsmiddel verzet, betekening van het vonnis, uitlevering, overdracht van strafexecutie en overlevering.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2003
AA20030667

Dading in plaats van strafrecht

Een voorbeschouwing op Sorgdragers beleidsnotitie

P.G. Wiewel

Dading is het tussen dader en slachtoffer van een strafbaar feit afgesproken oordeel dat er geen behoefte is aan strafvervolging. In deze bijdrage gaat de auteur in op het gebruik van dading, de politiek hierbij, uitgangspunten bij strafrechtspleging en het verschil tussen publieke en private aangelegenheden van strafrecht en dading.

Opinie | Opiniërend artikel
juni 1997
AA19970412

De positie van het slachtoffer in het systeem van strafproces-rechtelijke rechtsbetrekkingen

T.M. Schalken

In dit artikel behorende bij de rode draad 'Slachtoffers van delicten' staat centraal in hoeverre de positie van het slachtoffer te veel ondergeschoven is aan die van de verdachte in het strafproces. In het artikel wordt de volgende vraag gesteld en wordt getracht daar een antwoord op te vinden: hoe kan de processuele positie van het slachtoffer juridisch-theoretisch worden onderbouwd?

Overig | Rode draad | Slachtoffers van delicten
april 1989
AA19890238

De zaak Thomas Lubanga: Disclosure-perikelen in de eerste Strafhof-zaak

Het OM gestraft, de verdachte beloond?

J.A. Bomhoff, B. Degelink

In dit redactionele artikel wordt ingegaan op de sanctie van niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie bij ernstige schending van rechten van de verdachte en schending van het wettelijk systeem bij strafzaken. De redactieleden betogen dat deze niet-ontvankelijkheid echter niet te snel moet worden ingezet om het openbaar ministerie te sanctioneren bij onrechtmatig handelen.

Opinie | Redactioneel
juli 2001
AA20010525

Hoe rechters uit de tunnel (proberen te) blijven

R. Horselenberg, E.F.L. Maegherman

Post thumbnail Tunnelvisie kan leiden tot een rechterlijke dwaling. Bij de actoren binnen opsporing en vervolging is veel onderzoek gedaan naar tunnelen. De zittende magistratuur lijkt daarbij buiten schot te zijn gebleven. De onderhavige studie is een eerste poging daar structureel naar te kijken. Rechters blijken verschillende opvattingen te hebben over hun taak als actieve rechter, zoals bijvoorbeeld het onderzoeken van alternatieve scenario’s.

Verdieping | Verdiepend artikel
mei 2021
AA20210455

Innovatie in het strafrecht: effectieve aanpak van cybercriminaliteit vergt brede bestrijding en verdient betere regulering

J. Bonnes, O. Divendal

Dit artikel bespreekt voorwaarden voor de inzet van strafvorderlijke bevoegdheden voor brede bestrijding van cybercriminaliteit, en hoe politie, Openbaar Ministerie en rechterlijke macht zich daartoe verhouden. Brede bestrijding is meer dan opsporen en vervolgen. Het omvat ook tegenhouden van daders, beperken van schade en beschermen van slachtoffers. Het verkrijgen van de hiertoe benodigde gegevens is onduidelijk geregeld. Die onduidelijkheid wordt vergroot doordat de rol van de rechter-commissaris in ontwikkeling is. Praktijkvoorbeelden illustreren de problematiek. Er wordt een concrete wetswijziging voorgesteld.

Verdieping | Verdiepend artikel
april 2024
AA20240320

Is niet geschoten altijd mis?

rechtsvraag (306) materieel strafrecht

G.J. Holtkamp, F. van Laanen

In deze rechtsvraag komt een materieel strafrechtelijke vraag naar voren.

Perspectief | Rechtsvraag
februari 2003
AA20030134

september 1989

Katern 32: Strafrecht

P.J. Baauw

juni 1996

Katern 59: Vreemdelingenrecht

Th. Holterman

Resultaat 1–12 van de 20 resultaten wordt getoond