J.S. Kortmann, A. van Veen
Wij studenten zien van onze docenten doorgaans niet veel meer dan een wekelijks collegepraatje, een strenge surveillantenblik en een meewarig nee-geschud als wij proberen onze ruime vijf naar een krappe zes 'omhoog te klagen'. Niet zelden vragen wij ons af waar een docent in 's hemels naam mee bezig is (geweest) als hij met wallen onder de ogen voor de collegebanken verschijnt, in gedachten verzonken door de gang marcheert, of met een het zichtveld ontnemende stapel boeken de bibliotheekdeur tracht open te 'ellebogen'. De Commissie Onderzoekbeoordeling Rechtsgeleerdheid draagt het antwoord aan: in zijn 'vrije tijd' doet de docent aan onderzoek. En, als we de commissie mogen geloven, niet onverdienstelijk: het rechtswetenschappelijk onderzoek kenmerkt zich immers door een goede productiviteit, een brede oriëntatie en is, gezien het feit dat slechts één onvoldoende is uitgedeeld, van een zeer hoge kwaliteit. Dit alles is te lezen in het Visitatierapport van de Commissie Onderzoekbeoordeling Rechtsgeleerdheid (verder: 'het rapport' respectievelijk 'de commissie').
Perspectief | Perspectiefartikel
juli 1996
AA19960493
Rechten gevisiteerd
Het rapport van de Commissie Visitatie Rechtsgeleerdheid bekeken in het schemerlicht van eigen ervaringen
W. Duk
Op gezette tijden worden de Nederlandse universiteiten gevisiteerd door commissies die de opdracht hebben het onderwijs te evalueren. Onlangs verscheen het rapport van de Commissie Visitatie Rechtsgeleerdheid. De redactie vroeg professor Duk, emeritus-hoogleraar bestuursrecht van Amsterdam, om dit rapport van zijn commentaar te voorzien.
Perspectief | Perspectiefartikel
april 1997
AA19970207
Maandbladartikel