discretionaire bevoegdheid

Toont alle 12 resultaten

Bestuur en burgerlijke rechter II

E.M.H. Hirsch Ballin

Hoge Raad 16 mei 1986, nr. 12818, ECLI:NL:HR:1986:AC9354 (Landbouwvliegers - Spuitvliegen) Tweede deel in de serie waarin het handelen van de burgerlijke rechter in bestuursrechtelijke zaken centraal staat. In deze bijdrage komt aan de welke beoordelingscriteria de burgerlijke rechter moet aanleggen bij het beoordelen van bestuurshandelen. Daarbij wordt een groot aantal uitspraken aangehaald.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 1988
AA19880114

Ceci n’est pas une pipe

L.J.A. Damen

Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 16 januari 2004, ECLI:NL:RVS:2004:AO1836, nr. 200306088/1, NA 2004, 29, JV 2004, 84 m.nt. Olivier In deze casus draait het om de vraag of een zogenaamde 14/1-brief altijd een aanvraag is.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 2004
AA20040292

Inspraak en rechtbescherming in het milieurecht

L.J.A. Damen, R. Uylenburg

In dit artikel, behorend bij de rode draad 'Milieurecht' wordt ingegaan op de insraak en rechtsbescherming in het milieurecht. Het doel van het artikel is een inzicht te geven in de onoverzichtelijk in elkaar stekende wijzen van inspraak en rechtsbescherming in het milieurecht. Er wordt in het artikel ingegaan op inspraak en beroep bij milieuvergunningen. Vervolgens wordt er een casus gegeven op het gebied van de milieuvergunning en worden daar later nog varianten op aangebracht.

Overig | Rode draad | Milieurecht
april 1990
AA19900205

december 1998

Katern 69: Milieurecht en recht van de ruimtelijke ordening

R.A.J. van Gestel

december 2000

Katern 77: Bestuurs(proces)recht

H.B. Winter

juni 2003

Katern 87: Vreemdelingenrecht

P. Mendelts

Ontmaskering

G. Knigge

In de rubriek `recht in zicht´ wordt door een oud-redacteur teruggekeken op zijn of haar artikel dat deze redacteur destijds schreef en wat de uitwerkingen van het artikel waren.Knigge gaat in op zijn artikel voor Ars Aequi dat hij heeft gebaseerd op zijn eerder verschenen scriptie over de opportuniteit in het strafrecht waarbij hij twee niveaus onderscheidt.

Verdieping | Verdiepend artikel
oktober 2001
AA20010737

Rechtseenheid in veelvoud

Over de toenemende complexiteit van een schijnbaar eenvoudig begrip

Rechtseenheid lijkt een eenvoudig begrip: uniforme uitkomsten voor dezelfde gevallen. De tendens naar billijke oplossingen voor het concrete geval roept onherroepelijk het verwijt op dat daarmee de rechtseenheid in gevaar komt. Maar is dat wel terecht? Aan de hand van enkele recente arresten uit het burgerlijk recht en het strafrecht laat de auteur zien dat de notie van rechtseenheid complexer is dan op het eerste gezicht lijkt. Soms is het juist de aanpassing van het recht aan gewijzigde omstandigheden die bijdraagt aan de realisering van dieper liggende beginselen of doeleinden. Ook de discussie over de uniforme rechtstoepassing bij discretionaire bevoegdheden als de straftoemeting laat zien dat eenheid van recht niet los van de feitelijke context kan worden gezien. Eenheid in veelvoud is daarom niet alleen het maximaal haalbare, maar ook het meest wenselijke resultaat in het recht.

Overig | Rode draad | Raad en daad | Verdieping | Verdiepend artikel
september 2005
AA20050676

Rechtspraak Vreemdelingenrecht 2004 nr. 28

legalisatie & DNA: discretionaire en afwijkingsbevoegdheid

Rechtspraak Vreemdelingenrecht 2006 nr. 82

beslissingen op 'schrijnbrieven' niet deugdelijk gemotiveerd

Rechtspraak Vreemdelingenrecht 2008 nr. 51

borstvoeding alleen onvoldoende voor geslaagd beroep hardheidsclausule

Regels en legitimiteit: bedoelde en onbedoelde effecten van regelgeving

N.J.H. Huls

In mei 2006 besloot Rita Verdonk, de toenmalige minister voor het vreemdelingenbeleid, het paspoort van het Tweede Kamerlid voor de VVD, Ayaan Hirsi Ali, in te trekken. In een recent arrest had de Hoge Raad beslist dat het liegen over de identiteit een reden kon zijn om iemands nationaliteit met terugwerkende kracht te laten vervallen. Daarom besloot minister Verdonk het paspoort van haar partijgenoot in te trekken. Omdat Ayaan had gelogen over haar ware naam, kon de minister niet anders beslissen, zei zij, want: ‘regels zijn regels’ en die gelden voor iedereen. Vervolgens gingen kamerleden en de minister in het parlement een hele avond met elkaar in debat over de vraag over hoeveel discretionaire ruimte de minister beschikte om van een regel af te wijken. Politici en bestuurders klagen wel over rechters, die zich te veel met politiek zouden bezighouden, maar in dit parlementaire debat vond het tegenovergestelde plaats. De minister en volksvertegenwoordigers redetwistten als een soort pseudo-annotatoren met elkaar over de ruimte die de jurisprudentie van de Hoge Raad liet voor afwijking in individuele gevallen van regels die zij zelf hadden opgesteld!

Bijzonder nummer | Multidisciplinaire bestudering van de rechtswetenschap
november 2007
AA20070862

Toont alle 12 resultaten