Resultaat 37–48 van de 55 resultaten wordt getoond

Politie, gangsters, hondepoep?

M.M. Dolman, R. Glas

Redactioneel artikel waarin de geschiedenis over de zeggenschap over de Nederlandse politie wordt besproken. Berust de zeggenschap nu bij de gemeente of bij justitie?

Opinie | Redactioneel
maart 1990
AA19900136

Reactie op de reactie inzake Notarissen-Curatoren THB

F.P. van Koppen

Verdere reactie van Koppen op eerder in Ars Aequi verschenen artikelen over de bevoegheden van een curator.

Opinie | Reactie/nawoord
juli 1998
AA19980678

Rechten en plichten van Europese instellingen

de actieve legitimatie van het Europees Parlement en de openbaarheid van het Commissiebestuur

A.P. Koburg, A.P. Krijnen, K.J.M. Mortelmans

Hof van Justitie Europese Gemeenschappen (HvJ EG), 27 september 1988, ECLI:EU:C:1988:461, zaak 302/87 (Europees Parlement tegen de Raad van de Europese Gemeenschappen). Ook bekend als Comitologie-arrest. Hof van Justitie Europese Gemeenschappen (HvJ EG), 22 mei 1990, ECLI:EU:C:1990:217, zaak C-70/88 (Europees Parlement tegen de Raad van de Europese Gemeenschappen). Ook bekend als Tsjernobyl-arrest. Hof van Justitie Europese Gemeenschappen (HvJ EG), 13 juli 1990, ECLI:EU:C:1990:315, verzoek om rechtshulp van de rechter-commissaris van de arrondissementsrechtbank te Groningen, belast met het gerechtelijk vooronderzoek in een strafzaak, zaak C-2/88, Imm (J.J. Zwartveld e.a.),. Ook bekend als Zwartveld-beschikking. In deze noot bij een een drietal uitspraken van 27 september 1988, 22 mei 1990 en 13 juli 1990 komen de verschillende rechten en plichten van Europese instellingen aan de orde. Zo wordt de bevoegdheid van het Europees Parlement om een vordering tot nietigverklaring in te stellen besproken. Vervolgens komt de plicht van de Europese Commissie tot informatieverschaffing aan bod waarbij veel rechtsoverwegingen van het HvJ EG worden behandeld. Tenslotte wordt er een beschikking besproken die gaat over het verzoek om rechtshulp door een nationale rechterlijke autoriteit. Deze annotatie is als volgt opgezet. Eerst worden de algemene lijnen geschetst van de procedure die gevolgd werd in de Tsjemobyl-en comitologie-arresten (nr. 2) en in de Zwartveld-beschikking (nr. 3). Daarna wordt uitvoerig ingegaan op de actieve legitimatie van het Europees Parlement (nrs. 4-14). In dit deel van de annotatie worden ook enkele parallellen getrokken met de Zwartveld-beschikking. In de drie uitspraken komen immers goed vergelijkbare constitutionele vragen aan de orde. Vervolgens wordt nader ingegaan op de problemen van openbaarheid van bestuur die in de Zwartveld-beschikking worden besproken (nrs. 15-16). Ten slotte worden, geïnspireerd door drie uitspraken van het Hof, enkele kritische opmerkingen gemaakt over de plaats van het Hof van Justitie in het Europese integratieproces (nr. 17).

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 1990
AA19900974

Rechtspraak Vreemdelingenrecht 2001 nr. 87

Rechtsvraag (178) burgerlijk procesrecht-wetgeving

R.Ch. Verschuur

Rechtsvraag op het gebied van de nieuw voorgestelde (1988) wettelijke regeling inzake de kantonrechtersprocedure.

Perspectief | Rechtsvraag
mei 1988
AA19880340

Rechtsvraag (205) gegevens uit CID-privacyreglement

H.Ph.J.A.M. Hennekens

Rechtsvraag op het gebied van het snijvlak tussen bestuurs- en strafprocesrecht. Aan de orde is in hoeverre dat gegevens uit het CID-database opgevraagd kunnen worden die vallen onder de regels van het CID-privacyreglement.

Perspectief | Rechtsvraag
april 1991
AA19910352

Rechtsvraag (215) strafrecht

Binnentreden en huiszoeking door de politie

P.A.M. Mevis

Rechtsvraag op het gebied van het strafprocesrecht waarbij opsporingsbevoegdheden aan de orde komen, meer in het bijzonder huiszoeking en binnentreden van een woning.

Perspectief | Rechtsvraag
mei 1992
AA19920297

Rechtsvraag (235) Staatsrecht

L.F.M. Besselink

Rechtsvraag op het gebied van het staatsrecht waarbij onder andere aan de orde komt de rechtsmacht van de Nederlandse rechter om in het buitenland gepleegde oorlogsmisdrijven met terugwerkende kracht te beoordelen.

Perspectief | Rechtsvraag
september 1994
AA19940619

Regels voor beveiligingsdiensten

P.W.C. Akkermans

Afdeling rechtspraak Raad van State (ARRvS) 13 december 1990, ECLI:NL:RVS:1990:AN1810, nr. RO3.88.1366, AS 1991, nr. 253 met nt. JHvdV In deze uitspraak van de Afdeling Rechtspraak Raad van State wordt aan de hand van een casus die ziet op de Wet op de Weerkorpsen ingegaan op de problematiek die speelt rondom delegatie van bevoegdheden in combinatie met medebewind. Daarnaast wordt er nog ingegaan op de wijziging van de Wet op de Weerkorpsen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 1991
AA19911005

S BV

M.J.G.C. Raaijmakers

Hoge Raad 9 juli 1990, nr. 26, ECLI:NL:HR:1990:AC0960, RvdW 1990, 147 (S/S BV) In deze uitspraak van de Hoge Raad is het de vraag of het indienen van een verweerschrift gezien kan worden als vertegenwoordiging van de rechtspersoon en of deze op rechtsgeldige wijze is gedaan. De Hoge Raad beantwoordt deze vraag bevestigend. Verder is aan de orde in hoeverre het niet aanpassen van de statuten waardoor er jaren achter elkaar een groot gedeelte van de jaarwinst op grond van een statutaire reserve wordt gereserveerd, in plaats van deze uit te keren als dividend, wat geen enkele functie meer voor de vennootschap heeft, een reden is om een enquêteverzoek in te dienen welk verzoek aangemerkt kan worden als 'gegronde redenen om aan juist beleid te twijfelen'. De Hoge Raad beantwoordt deze vraag eveneens bevestigend. In de noot wordt dieper ingegaan op de vertegenwoordigingsbevoegdheid en de mogelijkheden tot het indien van een enquêteverzoek.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 1991
AA19910083

Sluiting koffieshop

C.A.J.M. Kortmann

Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 15 januari 2001, ECLI:NL:RVS:2001:AA9718, nr. 200002818/1, AB 2001, 71, m.nt. J.G. Brouwer/A.E. Schilder In deze noot bij deze uitspraak wordt ingegaan op het ambt van burgemeester, de vervulling daarvan en de bevoegdheden.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 2001
AA20010468

Toezicht op het internet

G. Theuws

‘DNB waarschuwt voor Mercurius’, ‘Klachten klanten bij NMa: UPC misbruikt monopolie als drukmiddel’, ‘NMa vindt dat LOI macht misbruikt’. Vrijwel dagelijks sieren dit soort krantenkoppen de economische pagina’s van de verschillende dagbladen. Dit geeft blijk van het feit dat toezichthouders zoals de OPTA, de NMa, DNB en de Autoriteit-FM een steeds prominentere rol spelen bij de handhaving van verschillende wettelijke bepalingen. Maar welke autoriteit richt zich waarop?Aan welke regels zijn zij gebonden? Wat is hun beleid ter zake van de aan hen opgedragen taken? Dit zijn vragen die voor de juridische student van belang zijn. Voor het antwoord hierop kan men maar het beste de betreffende toezichthouder zelf aan het woord laten. Daarom zal ik mij in deze bijdrage toeleggen op het bespreken van de websites van de twee toezichthouders die mijns inziens het meeste gewicht in de schaal leggen, te weten de NMa (www.nmanet.nl) en de Autoriteit-FM(www.autoriteit-fm.nl).

Overig | Website
juni 2003
AA20030490

Resultaat 37–48 van de 55 resultaten wordt getoond