beschikking

Resultaat 1–12 van de 13 resultaten wordt getoond

Aansprakelijkheid van de overheid voor kosten van rechtsbijstand in administratieve procedures

P.J.J. van Buuren

Hoge Raad 17 november 1989, nr. 13 676, ECLI:NL:HR:1989:ZB1084, AB 1990, 81 m.nt. G.P. Kleijn; Gemeentestem 1990, 6894, nr. 5 (Velsen/De Waard) In dit arrest van de Hoge Raad gaat de cassatierechter in op de vraag of de kosten die een burger heeft gemaakt in geval er sprake is van een vernietigde AROB-beschikking voor vergoeding in aanmerking komen. De Hoge Raad beantwoordt deze vraag bevestigend, met de restrictie dat het inroepen van de juridische bijstand en de kosten daarvan in de vorm van schadevergoeding voor vergoeding in aanmerking komen mits deze redelijk zijn.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
mei 1990
AA19900310

Beschikkingen in veelvoud: mijn transformatie van legal scholar tot legal scientist

C.J. Wolswinkel

Post thumbnail Als gevolg van de Wet open overheid zullen in de toekomst steeds meer beschikkingen beschikbaar komen voor ‘eenieder’. Die schat aan (overheids-) informatie biedt nieuwe mogelijkheden voor juridisch onderzoek, maar stelt tegelijk nieuwe eisen aan de vaardigheden van een jurist om adequaat met deze enorme hoeveelheden beschikkingen om te kunnen gaan.

Opinie | Amuse
november 2024
AA20240902

De agrariër die te snel verkocht

L.J.A. Damen

Afdeling rechtspraak Raad van State (ARRvS) 4 november 1993, ECLI:NL:RVS:1993:AQ0404, ROI.92.2202, AB kort 1993, 1195. Deze zaak betreft een procedure die nog valt onder het pre-Awb-recht waarbij de intrekking van een subsidie in geding is. De Afdeling Rechtspraak van de Raad van State overweegt dat besluit tot intrekken van een subsidie complementair is aan een besluit tot subsidieverlening en dus onder het beschikkingsbegrip uit de Wet Arob valt waarmee de administratieve rechter bevoegd is. Verder wordt er ook nog ingegaan op de boete die hiermee samenhangt. In de noot wordt ook ingegaan op het Awb-recht.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 1994
AA19940231

De beschikte weekmarkt van Maassluis

L.J.A. Damen

Afdeling rechtspraak Raad van State (ARRvS) 11 juni 1992, ECLI:NL:RVS:1992:AQ1814, R03.91.4358/Y90, Gem. stem 6950.5 m.n. Hennekens (Maassluis). In deze uitspraak van de voorloper van ABRvS, de ARRvS, komt aan de orde het verschil tussen beschikking en besluit van algemene strekking onder het pre-Awb-recht. Het gaat i.c. om een besluit van de gemeenteraad dat de plaats voor het houden van een markt wijzigt. Onder het oude recht was alleen een beschikking appellabel. In de noot wordt op dit onderscheid nader ingegaan en wordt de redenering van de ARRvS gevolgd. Ook wordt er ingegaan op het Awb-recht.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 1993
AA19930732

De publiekrechtelijke titel voor schadevergoedingsbesluiten

K. van de Ven

Naast het (klassieke) schadevergoedingsrecht bestaat er het administratieve schadevergoedingsrecht. De Afdeling Rechtspraak van de Raad van State is een van de administratieve rechters die zich met schadevergoedingen bezighoudt. Voor de ontvankelijkheid bij de Afdeling is onder meer beslissend of er sprake is van een beschikking in de zin van de Wet Arob. In dit artikel wordt deze ontvankelijkheid nader bekeken voor een bepaald type besluiten, de zelfstandige compensatiebeslissing.

Verdieping | Studentartikel
januari 1990
AA19900011

De rechtstreekse werking van de communautaire beschikking

M. Verhoeven

Het ontbreekt aan eenduidige regels voor de rechtstreekse werking van EG-rechtelijke beschikkingen die zijn gericht tot de lidstaat. Recente jurisprudentie van het Hof van Justitie lijkt voor dergelijke beschikkingen van algemene strekking te duiden op een analoge toepassing van de bekende richtlijnenjurisprudentie, maar ruimte voor onzekerheid blijft bestaan. De doorwerking van de tot de lidstaat gerichte beschikking verdient derhalve meer aandacht in de literatuur.

Opinie | Opiniërend artikel
maart 2008
AA20080214

Evenementen in Stad aan Zee Rechtsvraag (343) bestuursrecht

Rechtsvraag (343) bestuursrecht

L.J.A. Damen

Stuur je antwoord op deze bestuursrechtelijke rechtsvraag in vóór 1 april 2014 en maak kans op € 50 en/of een keuze uit het Ars Aequi Libri-fonds. De beantwoording van de rechtsvraag zal worden geplaatst in het septembernummer 2014.

Perspectief | Rechtsvraag
februari 2014
AA20140155

Kolenvergassing op de Maasvlakte

Th.G. Drupsteen

College van Beroep voor het Bedrijfsleven (CBb) 4 januari 1991, ECLI:NL:CBB:1991:ZG1527, 185 (mr. Bakker), AB 1991, 185, nr. 90/2849/062/211. In deze uitspraak van de Voorzitter van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven wordt aan de hand van vier stappen een uitspraak gedaan over een kwestie die economische en milieurechtelijke belangen met zich meebrengt. Aan de orde komen onder andere de vraag of het bestreden besluit een (appellabele) beschikking is, het belang van degene die in beroep gaat, de toepasselijkheid van een Europese richtlijn en het spoedeisend belang van degene die in beroep gaat. In de noot wordt hier dieper op ingegaan, net als op de het College van Beroep voor het Bedrijfsleven, haar bevoegdheden en werkzaamheden.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juli 1991
AA19910576

Ne bis in idem

P.W.C. Akkermans

Afdeling geschillen van bestuur Raad van State (AGRvS) 19 augustus 1988, ECLI:NL:RVS:1988:AN0101, nr. G02.88.0019.-189E.88, AB 1988, nr. 514 met nt. PJS. In deze bestuursrechtelijke uitspraak en bijbehorende annotatie staat een herhaalde aanvraag/ verzoek van een burger aan een overheidsorgaan centraal. I.c. gaat het om vrijstelling van de dienstplicht. In de noot wordt ingegaan op de algemene leerstukken van ontvankelijkheid, toegang tot de administratieve rechter en bescherming tegen de overheid.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 1989
AA19890147

Ontkenning van het vaderschap en artikel 8 EVRM

M.H. van der Woude

Hoe verstaan de huidige regeling omtrent de zogenaamde ontkenning van het vaderschap en de in het wetsvoorstel Herziening afstammingsrecht voorziene regeling van deze materie zich met het in artikel 8 EVRM gewaarborgde recht op eerbiediging van het 'gezinsleven'? Een beschikking van de Hoge Raad gewezen op 16 november 1990 vormt de aanleiding tot de hierna volgende korte beschouwing.

Verdieping | Verdiepend artikel
juni 1991
AA19910480

Politieke beslissing en buitengewoon verlof

P.W.C. Akkermans

Centrale Raad van Beroep (CRvB) 8 augustus 1991, ECLI:NL:CRVB:1991:ZB4527, AW 1988/644, AB 1991, nr. 576 (met nt. HH) Uitspraak van de CRvB over een leraar die wenst te gaan doceren aan de Universiteit van Kaapstad ten tijde van het apartheidsregime. Het college van B&W, dat inzake het verzoek om onbezoldigd verlof ten behoeve van de tijd om onderwijs te gaan geven in Zuid-Afrika bevoegd was, wijst het verzoek af met een beroep op haar anti-apartheidsbeleid. De CRvB meent dat hierdoor de het grondrecht van vrijheid van onderwijs van de docent in kwestie wordt beknot. In de noot wordt dieper op deze problematiek in gegaan. Met name wordt de vraag gesteld of het hier wel gaat om het grondrecht neergelegd in art. 23 Gw.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 1992
AA19920112

Rechten en plichten van Europese instellingen

de actieve legitimatie van het Europees Parlement en de openbaarheid van het Commissiebestuur

A.P. Koburg, A.P. Krijnen, K.J.M. Mortelmans

Hof van Justitie Europese Gemeenschappen (HvJ EG), 27 september 1988, ECLI:EU:C:1988:461, zaak 302/87 (Europees Parlement tegen de Raad van de Europese Gemeenschappen). Ook bekend als Comitologie-arrest. Hof van Justitie Europese Gemeenschappen (HvJ EG), 22 mei 1990, ECLI:EU:C:1990:217, zaak C-70/88 (Europees Parlement tegen de Raad van de Europese Gemeenschappen). Ook bekend als Tsjernobyl-arrest. Hof van Justitie Europese Gemeenschappen (HvJ EG), 13 juli 1990, ECLI:EU:C:1990:315, verzoek om rechtshulp van de rechter-commissaris van de arrondissementsrechtbank te Groningen, belast met het gerechtelijk vooronderzoek in een strafzaak, zaak C-2/88, Imm (J.J. Zwartveld e.a.),. Ook bekend als Zwartveld-beschikking. In deze noot bij een een drietal uitspraken van 27 september 1988, 22 mei 1990 en 13 juli 1990 komen de verschillende rechten en plichten van Europese instellingen aan de orde. Zo wordt de bevoegdheid van het Europees Parlement om een vordering tot nietigverklaring in te stellen besproken. Vervolgens komt de plicht van de Europese Commissie tot informatieverschaffing aan bod waarbij veel rechtsoverwegingen van het HvJ EG worden behandeld. Tenslotte wordt er een beschikking besproken die gaat over het verzoek om rechtshulp door een nationale rechterlijke autoriteit. Deze annotatie is als volgt opgezet. Eerst worden de algemene lijnen geschetst van de procedure die gevolgd werd in de Tsjemobyl-en comitologie-arresten (nr. 2) en in de Zwartveld-beschikking (nr. 3). Daarna wordt uitvoerig ingegaan op de actieve legitimatie van het Europees Parlement (nrs. 4-14). In dit deel van de annotatie worden ook enkele parallellen getrokken met de Zwartveld-beschikking. In de drie uitspraken komen immers goed vergelijkbare constitutionele vragen aan de orde. Vervolgens wordt nader ingegaan op de problemen van openbaarheid van bestuur die in de Zwartveld-beschikking worden besproken (nrs. 15-16). Ten slotte worden, geïnspireerd door drie uitspraken van het Hof, enkele kritische opmerkingen gemaakt over de plaats van het Hof van Justitie in het Europese integratieproces (nr. 17).

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 1990
AA19900974

Resultaat 1–12 van de 13 resultaten wordt getoond