Resultaat 6013–6024 van de 6660 resultaten wordt getoond

Vadertje staat op de sofa

H.D.S. van der Kaaij, A. Kristic

In dit redactionele artikel wordt allereerst de freudiaanse zienswijze op leiderschap in een land geschetst. Vervolgens wordt ingegaan op de uitwerking daarvan in de democratische rechtsstaat Nederland.

Opinie | Redactioneel
september 2008
AA20080595

Vakantie en ziekte

W.H.A.C.M Bouwens

Hof van Justitie Europese Unie (HvJ EU) 24 januari 2012, ECLI:EU:C:2012:33, zaak. C-282/10 (Dominguez)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
mei 2012
AA20120385

Valeo-arrest

H. Cohen Jehoram

Benelux-Gerechtshof 6 november 1993, zaken A 89/1 en A 91/1, NJ 1993, 454 (Automotive Products B.V./Valeo S.A.). Ook bekend als Valeo-arrest. Uitspraak van het Benelux Gerechtshof die volgens de annotator erg belangrijk is. Aan de orde komen de functies, strekking, concrete en beperkingen. In de noot wordt daar uitvoerig op ingegaan.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 1994
AA19940036

VALS

A. Verbeke

Volgens columnist zijn mannen en vrouwen niet gelijk aan elkaar, maar ook niet gelijkwaardig.

Opinie | Column
maart 2003
AA20030143

Valse noot

M.V. Polak

Martijn Polak doet uit de doeken wat voor een vals plannetje hij had in de tijd dat hij annotator voor Ars Aequi was.

Opinie | Column
september 2019
AA20190656

Valt een internationale organisatie onder het EG-mededingingsrecht?

K.J.M. Mortelmans

Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 19 januari 1994, ECLI:EU:C:1994:7, zaak C-364/92 (SAT Fluggesellschaft en Eurocontrol) In deze uitspraak van HvJ EG wordt ingegaan op ondernemingsbegrip uit het Europese Gemeenschapsverdrag. Het HvJ EG formuleert daarbij de volgende rechtsregel: De artikelen 86 en 90 EEG moeten aldus worden uitgelegd, dat een internationale organisatie zoals Eurocontrol geen onderneming in de zin van deze artikelen is.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 1994
AA19940450

Van ‘Hoevelaken-doctrine’ naar ‘jurisprudence of consequences’

M.L.M. Hertogh

Post thumbnail De meeste (bestuurs)rechters besteden veel tijd aan de totstandkoming van hun oordeel, maar zijn niet geïnteresseerd in de gevolgen van hun uitspraak. Hetzelfde geldt voor veel rechtswetenschappers. Maar juist in een tijd waarin het gezag van de rechter bijna dagelijks ter discussie staat, is het belangrijk dat er meer wetenschappelijk onderzoek wordt verricht naar de doorwerking van jurisprudentie in het overheidsoptreden en dat ook de rechter zich meer gevoelig toont voor de effecten van zijn oordeel.

Opinie | Amuse
februari 2013
AA20130096

Van ‘waar bemoeit die rechter zich mee?’ tot ‘res loquitur ipsa’. De Urgenda-zaak bij de Hoge Raad

K.J. de Graaf, A.T. Marseille

Hoge Raad 20 december 2019, nr. 19/00135, ECLI:NL:HR:2019:2006, NJ 2020/41, m.nt. J. Spier, AB 2020/24, m.nt. Ch.W. Backes & G.A. van der Veen, JB 2020/37, m.nt. D.G.J. Sanderink, M en R 2020/8, m.nt. T.J. Thurlings-Rassa (Urgenda) Als er in de afgelopen jaren één (Nederlands) geschil zou moeten worden aangewezen waarover de rechter uitspraak deed en waarover veel juristen in de wereld verbaasd waren, vanwege de mate waarin de rechterlijke macht meende te kunnen interveniëren in het politieke domein, dan betreft dat het geschil tussen de Nederlandse Staat en de stichting Urgenda. Kars de Graaf & Bert Marseille annoteren de uitspraak in het kader van het themanummer over de rechter in de trias politica.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 2020
AA20200955

Van alles een beetje en niet echt goed

Interview met prof.mr. P.J. Wattel

B.E.M. Hertoghs, C.J.D. Warren

Post thumbnail Interview met prof.mr. Peter J. Wattel, hoogleraar Europees belastingrecht aan de Universiteit van Amsterdam en advocaatgeneraal bij de belastingkamer van de Hoge Raad der Nederlanden, waarin gesproken wordt over zijn loopbaan, zijn samenwerking met het wetenschappelijk bureau, het Europees (belasting)recht en hoe hij erin slaagt om zijn uiteenlopende interesses met zijn werkzaamheden te combineren.

Verdieping | Interview
april 2009
AA20090262

Van auteursrecht tot omroeppolitiek

F. de Waal

Als men in Nederland abonnee wordt van een omroep, is men automatisch lid van die omroep. Leden betekenen voor de omroep zendtijd. Om zoveel mogelijk abonnees te krijgen, kan men het best exclusieve informatie bieden. Dit doen de omroepen dan ook doordat zij het auteursrecht bezitten op de uitgebreide programmagegevens. De Auteurswet, de Omroepwet en de jurisprudentie maken dit mogelijk. Een kort geding in 1982 maakt hierop een uitzondering. Velen vinden het niet terecht dat dit omroepbladenmonopolie (pseudo-)auteursrechtelijk wordt beschermd en waren blij verrast met het betreffende kort geding. Maar als we deze bescherming opheffen, zagen we dan niet de poten door van ons, in Hilversum en Den Haag zo geliefde, omroepbestel?

januari 1983
AA19830051

Van balenpers tot treinwagons: het conflictenrecht met betrekking tot verbintenissen uit overeenkomst

ICF/Balkenende c.s.

M.V. Polak

Hof van Justitie Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 6 oktober 2009, zaak C-133/08, ECLI:EU:C:2009:617 (ICF/Balkenende c.s.) Noot bij een arrest van het HvJ EG waarin art. 4 EVO aan de orde komt. Met name komt de vraag aan de orde welk recht van toepassing is in geval de overeenkomst aanknopingspunten met meer dan twee landen heeft. De annotator geeft enige achtergronden bij met name art. 4 EVO en over de uitleg daarvan waarbij met name het Balenpers-arrest van de Hoge Raad van belang is. De vraag is of het criterium uit het Balenpers-arrest, te weten dat alleen onder bijzondere omstandigheden toepassing gegeven kan worden aan de uitzondering van art. 4 lid 5 EVO.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 2009
AA20090830

Van Berkels derdenbeslag

J.L.P. Cahen

Hoge Raad 25 januari 1991, nr. 14108, ECLI:NL:HR:1991:ZC0122, RvdW 1991, 41 (Van Berkel/Tribosa) In deze uitspraak die nog gewezen is ten tijde van het oude Burgerlijke Wetboek wordt ingegaan op de werking van het derdenbeslag op huurvorderingen bij vervreemding van het object waar de huur uit voortvloeit. De Hoge Raad oordeelt met verwijzing naar het destijds nieuwe art. 475b Rv dat een vervreemding van het object waar de vorderingen waar beslag op is gelegd uit voortvloeien geen invloed heeft op het beslag en dat dit in overeenstemming is met het destijds geldende recht. Ook het feit dat het object waar de huurvorderingen uit voortvloeien executoriaal verkocht is door de eerste hypotheekhouder doet hier niets aan af. In de noot wordt hier dieper op ingegaan.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 1991
AA19910498

Resultaat 6013–6024 van de 6660 resultaten wordt getoond