Resultaat 6037–6048 van de 6660 resultaten wordt getoond

Van den Bos-Provincial

J. Hijma

Hoge Raad 29 september 1995, nr. 15759, ECLI:NL:HR:1995:ZC1827, NJ 1996, 89 (Van den Bos/Provincial Insurance) In dit arrest en de daarbij behorende noot wordt ingegaan op het onderwerp rechtsverwerking. Dit gedeelte van het burgerlijk recht wordt vaak onder de derogerende werking van de redelijkheid en billijkheid. De annotator gaat hier dieper op in.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 1996
AA19960444

Van Den Haag tot Wenen

Wereldreis in het Nederlands privaatrecht

B.A. Kuiper-Slendebroek

Post thumbnail Deze amuse is een verkenning van het grensgebied tussen internationaal recht en privaatrecht: de internationalisering van het Nederlands privaatrecht. Deze verkenning voert langs nationale en internationale rechtsbronnen en interpretatiemethoden, langs verdragsverplichtingen en de rol van de rechter, om via twee arresten van de Hoge Raad te eindigen bij de toepassing van internationale rechtsnormen in het Nederlandse aansprakelijkheidsrecht.

Opinie | Amuse
november 2021
AA20210974

Van der Hel q.q./Edon

R.D. Vriesendorp

Hoge Raad 16 oktober 1998, nr. 16663, ECLI:NL:HR:1998:ZC2741, NJ 1998, 896 (Van der Hel q.q./Edon) Faillissement; opschorten energieleveranties; afkoelingsperiode en dwangcrediteuren.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 1999
AA19990923

Van der Meer/Gemeente Smilde

P. van Schilfgaarde

Hoge Raad 25 april 1986, nr. 12683, ECLI:NL:HR:1986:AC9329, RvdW 1986, 87 (Van der Meer/Gemeente Smilde). Ook bekend als Kettingbeding Smilde. Cai-aansluitbeding in algemene Voorwaarden. Beperkende werking van de goede trouw.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 1986
AA19860618

Van der Tuuk Adriani-Batelaan

Ongerechtvaardige verrijking

J. Hijma

Hoge Raad 15 maart 1996, nr. 16038, ECLI:NL:HR:1996:ZC2108, RvdW 1996, 74 C (Van der Tuuk Adriani/Batelaan) Uitspraak van de Hoge Raad over een geval van ongerechtvaardigde verrijking in een tijd waarin het NBW nog niet gold. Aangesloten wordt bij de Quint/ Te Poel-formule waarbij aanwijzingen voor ongerechtvaardigde verrijking gevonden dienen te worden in een publiekrechtelijke wet.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 1997
AA19970102

Van der Werf q.q.- BLG

R.D. Vriesendorp

Hoge Raad 8 juni 2007, nr. C05/329HR, ECLI:NL:HR:2007:AZ4569, LJN: AZ4569, RvdW 2007, 552 (Van der Werf q.q./BLG) De noot bij dit arrest van de Hoge Raad sluit aan bij het arrest Ontvanger/Hamm q.q. waarbij de onverschuldigde betaling in faillissement aan de orde is. De Hoge Raad stelt vast dat indien een betaling aan de gefailleerde onmiskenbaar bij vergissing is voldaan, waarbij er van de curator onderzoek mag worden gevergd naar de onverschuldigdheid van de betaling, deze betaling onmiddellijk dient te worden teruggestort aan de betalende partij. Vriesendorp vindt de regeling niet goed en er dient volgens hem meer aansluiting gezocht te worden bij de regels van het Anglo-Amerikaanse recht inzake de 'mistake'.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 2008
AA20080128

Van documenten die in tassen en fietsen verdwijnen

L.J.A. Damen

Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 6 mei 2004, ECLI:NL:RVS:2004:AO8867, nr. 200305541/1, AB 2004, 200 m.nt. Stolk, JB 2004, 242, NJB 2004, p. 1265, NA 2004, 146; 6 mei 2004, nr. 200305693/1, AB 2004, 201 m.nt. Stolk, JB 2004, 243, NJB 2004, p. 1263, NA 2004, 145 Dit arrest gaat over de verhouding tussen vrijheid van bestuur voor de overheid en de openbaarheid die ditzelfde bestuur moet nastreven aan de hand van de Wet openbaarheid van bestuur.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2004
AA20040636

Van Dooren q.q./ABN Amro

R.D. Vriesendorp

Hoge Raad 16 juni 2000, nr. C96/2308HR, ECLI:NL:HR:2000:AA6234, www.jwb.nl 2000, 98, RvdW 2000, 156C, NJ 2000, 578 (Van Dooren q.q./ABN Amro) Dit arrest lijkt een afronding te vormen van een ontwikkeling waarbij de Hoge Raad de reikwijdte van de faillissementspauliana, die van artikel 47 Fw in het bijzonder, sterk heeft ingeperkt. Een belangrijk middel om verdachte transacties aan de vooravond van een faillissement ten behoeve van de gezamenlijke schuldeisers te bestrijden lijkt langzamerhand aan de curator ontnomen te zijn. Hij zal in voorkomend geval zijn toevlucht moeten zoeken tot de onrechtmatige daadsvordering, met alle (bewijs) problemen van dien. In deze noot zal ik na een uiteenzetting van de casus en het procesverloop de belangrijkste overwegingen uit het arrest bespreken en enkele elementen daaruit nader beschouwen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 2001
AA20010159

Van Doren/Lifestyle

Ch.E.F.M. Gielen

Hof van Justitie Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 8 april 2002, zaaknr. C-244/00, ECLI:EU:C:2003:204 (Van Doren/Lifestyle) Hof van Justitie Uitleg van artikel 7 lid 1 Merkenrichtlijn; bewijslast bij beroep op uitputting van het merkrecht en de verhouding met artikel 28 en 30 EG-verdrag. De verplichting van degene die zich op uitputting beroept om te bewijzen dat uitputting zich voordoet, is in overeenstemming met artikel 28. Echter, wanneer de derde erin slaagt aan te tonen dat er een reëel gevaar bestaat dat de nationale markten worden afgeschermd, wanneer hij dit zelf moet bewijzen, met name, wanneer de merkhouder zijn waren binnen de Europese Economische Ruimte in de handel brengt door middel van een exclusief distributiesysteem, moet de merkhouder aantonen dat de waren aanvankelijk door hemzelf of met zijn toestemming buiten de Europese Economische Ruimte in de handel zijn gebracht. Indien dat bewijs wordt geleverd, is het vervolgens aan de derde om aan te tonen dat de merkhouder met het daarna in de handel brengen binnen de Europese Economische Ruimte heeft ingestemd.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 2004
AA20040185

Van een advocaat die vergeet in hoger beroep te gaan

M.F.J. Haak

De advocaat die heeft verzuimd hoger beroep aan te tekenen blijft in een beroepsaansprakelijkheidsprocedure veelal buiten schot. Zijn cliënt slaagt er doorgaans niet in het causaal verband tussen de fout en de schade te bewijzen. Daarvoor moet hij aantonen dat hij zonder de fout in hoger beroep een beter resultaat zou hebben behaald. HR 24 oktober 1997 (Baijing/Mr H) komt de cliënt tegemoet en voorziet in de mogelijkheid tot vergoeding van het verlies van een proceskans. In dit artikel wordt besproken hoe deze mogelijkheid in de praktijk kan worden gebruikt. Mijn inziens dient een vergoeding te worden toegewezen naar evenredigheid van de geschatte waarde van de verloren kan. Aan vergoeding worden enkele voorwaarden verbonden.

Verdieping | Studentartikel
maart 1998
AA19980138

Van een goede buur tot een verre vriend: wie mag er over het slachtoffer spreken?

A.K. Bosma

Post thumbnail

Slachtoffers van ernstige misdrijven kunnen spreekrecht uitoefenen ter terechtzitting. Wanneer het slachtoffer door het misdrijf is overleden, mogen nabestaanden het woord voeren. Met de term ‘nabestaande’ wordt een familielid bedoeld. De Wet uitbreiding slachtofferrechten verruimt deze term door inclusie van stieffamilie. Is de keuze voor verwantschap als maatstaf voor spreekgerechtigdheid de juiste?


Advertorial

PAO cursus Actuele ontwikkelingen in het straf(proces)recht

Op 21 december kunt u bij de VU Law Academy nog op de valreep voor het kerstreces uw opleidingspunten halen. Van 13.30-17.30 geven mr. dr. Klaas Rozemond en mr. Abhijit Das u de gelegenheid om in één cursusdagdeel kennis te nemen van de actuele stand van zaken op het terrein van het materiële strafrecht en het strafprocesrecht. De belangrijkste arresten van het afgelopen jaar worden op een rij gezet, samengevat en van deskundig commentaar voorzien. Ook wordt, voor zover relevant en actueel, ingegaan op de belangrijkste wijzigingen op het terrein van de strafrechtelijke wetgeving. Meer informatie en het inschrijfformulier vindt u via deze link van de PAO cursus Actuele ontwikkelingen in het straf(proces)recht Strafrechtelijke activiteiten in 2022 Leergang Strafrechtelijk bewijsrecht aan de VU: aanvallen door effectief te verdedigen Als uw cliënt strafrechtelijk vervolgd wordt, wilt u hem optimaal ondersteunen. Deze ondersteuning begint bij een effectief verweer in de rechtszaal. Hiervoor is het van groot belang dat u de relevante regels uit de wet en de jurisprudentie kent. Met de leergang Strafrechtelijk bewijsrecht vanuit verdedigingsperspectief verzamelt en verscherpt u die kennis. Deze interactieve en praktijkgerichte leergang start op 12 april 2022 en wordt verzorgd docenten uit de wetenschap en gerenommeerde advocatenkantoren en rechtelijke macht. De leergang is afgelopen jaar beoordeeld met weer ruim een 8! Volgens de deelnemers zijn de ervaringen van een (plv) rechter, advocaat en deskundigen zeer interessant en goed bruikbaar voor in de praktijk. Het succesvol afronden van deze leergang biedt u toegang tot de leergang Specialisatie Strafrecht. Met het diploma van de leergang Specialisatie Strafrecht voldoet u aan één van de voorwaarden voor lidmaatschap van de NVSA (Nederlandse Vereniging van Strafrecht Advocaten). Meer informatie vindt u op de site van de leergang Strafrechtelijk bewijsrecht

Opinie | Opiniërend artikel
december 2021
AA20211074

Van eeuwigheid tot (n)amen duren

Eindelijk op weg naar een nieuw naamrecht?

G.R. de Groot, R.P.J. Ritsema

Post thumbnail Het naamrecht: veel bereik, doch weinig bemind. Hoewel iedereen met het naamrecht te maken krijgt, heeft de wetgever er weinig aandacht voor. Anders dan in de rest van het personen- en familierecht is hier nog sprake van een beperkte keuzevrijheid voor het individu en een ferm normerende overheid. Dit artikel poogt de belangrijkste pijnpunten aan te geven.

Verdieping | Verdiepend artikel
januari 2022
AA20220036

Resultaat 6037–6048 van de 6660 resultaten wordt getoond