Maandbladartikel

Herziening van de regeling van de voorwaardelijke veroordeling en de voorwaardelijke invrijheidstelling

G.E. Ponsteen

Op 1 januari 1987 trad de Wet van 26 november 1986 (Stb. 593) tot herziening van de bepalingen betreffende de voorwaardelijke veroordeling en de voorwaardelijke invrijheidstelling in werking (KB 27 november 1986, Stb. 594). De toepassingsmogelijkheden van de voorwaardelijke veroordeling werden verruimd en de voorwaardelijke invrijheidstelling werd vervangen door de vervroegde invrijheidstelling. In dit artikel wordt ingegaan op de voorgeschiedenis van deze herziening. Vervolgens worden de belangrijkste elementen van de nieuwe regeling genoemd waarbij voorzover relevant tevens aandacht wordt besteed aan de voorstellen gedaan door de Commissies Van Veen en Van Andel ter voorbereiding van de nieuwe regeling. Tenslotte zal nog worden ingegaan op de samenhang tussen de voorwaardelijke veroordeling en de vervroegde invrijheidstelling.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
september 1987
AA19870550

Herziening van de wetgeving inzake gelijke behandeling van mannen en vrouwen bij de arbeid

M. Reinsma

De wetgeving op het terrein van de gelijke behandeling van mannen en vrouwen bij de arbeid was in een viertal wetten te vinden: de Wet gelijk loon voor vrouwen en mannen, de Wet van 25 mei 1979, houdende tijdelijke voorziening met betrekking tot de gelijke behandeling van mannen en vrouwen en van gehuwden en ongehuwden in geval van beëindiging van de dienstbetrekking, de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen en de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen in de burgerlijke openbare dienst.De Tijdelijke voorziening' had intussen veel van zijn belang verloren. Het was een spoedwetje dat een voorschot op het ingediende ontwerp voor de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen nam. Dat was vooral nodig omdat dat ontwerp was ingediend na het tijdstip waarop de wetgeving ter uitvoering van de hieronder genoemde tweede EG-richtlijn gereed had moeten zijn en er in het onderwijs ontslagen dreigden waartegen de uitvoeringswet bescherming zou hebben geboden. Bij de wet van 27 april 1989, Stb. 168, die op 1 juli 1989 in werking is getreden, is deze wetgeving op tal van punten verbeterd. Voorts is deze, met één uitzondering die hieronder besproken wordt, samengevoegd in één nieuwe Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen. In deze bijdrage komen de belangrijkste wijzigingen aan bod, evenals de verhouding met andere ontwerpen.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
december 1989
AA19890992

Herziening van het militaire straf- en tuchtrecht en van de militaire strafrechtspraak

J.J.E. Schutte

In dit artikel wordt ingegaan op de wijzigingen in 1991 in het militaire tuchtrecht en het militaire strafprocesrecht. Eerst worden de wijzigingen in het materiële recht besproken. Daarna komt de nieuwe wetgeving op het formele gebied aan de orde en tenslotte wordt ingegaan op de rechterlijke organisatie.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
maart 1991
AA19910237

Herziening van strafvonnissen op grond van uitspraken van het EHRM

B.F. Keulen

In dit artikel wordt ingegaan op de bevoegdheden en regels rondom het herzien van strafrechtelijke uitspraken op basis van uitspraken door het EHRM wanneer er sprake is van schending van het EVRM.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
april 2003
AA20030319

Herziening Vreemdelingenwet

E.A. van Vondelen

In dit artikel wordt de herziene Vreemdelingenwet besproken. Aan bod komen de vereisten voor toegang, toelating, bezwaar en administratief beroep, beroep op de administratieve rechter, hogere voorzieningen, vrijheidsbeperkende en vrijheidsontnemende maatregelen en uitzetting.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
april 1994
AA19940224

Het ‘Groninger Ontwerp’ tot herziening van het echtscheidingsprocesrecht en zijn uitgangspunten

J. Sap

Wie zich bezig houdt met het huidige echtscheidingsprocesrecht komt een groot aantal problemen tegen, zoals: de verplichte procesvertegenwoordiging, de naast elkaar bestaande procedures, de wijze waarop voorlopige voorzieningen gevraagd kunnen worden en de wijze waarop de echtgenoten elkaar in het proces betrekken - het betekeningsvraagstuk. In dit verband is het zogenaamde 'Groninger Ontwerp' tot herziening van het echtscheidingsprocesrecht tot stand gekomen. Dit artikel beoogt geen Memorie van Toelichting te zijn, maar probeert te ontworpen regeling te verduidelijken.

september 1983
AA19830585

Het ‘hondenhok’ van de Hoge Raad

C.J.H. Jansen

Post thumbnail

In deze aflevering van 'Bouwstenen van het recht' behandelt Corjo Jansen de huisvestingsgeschiedenis van de Hoge Raad.

Blauwe pagina's | Bouwstenen van het recht
april 2015
AA20150252

Het ‘Canadese model’ als oplossing voor de huidige asielcrisis

M.Y.A. Zieck

Het nieuws over asielkwesties is bijna altijd negatief en lang niet altijd gebaseerd op kennis van zaken. Dit academisch jaar, waarin het Vluchtelingenverdrag van 1951 75 jaar wordt, wijdt Marjoleine Zieck, hoogleraar International Refugee Law aan de UvA en hoogleraar Public International Law aan het Pakistan College of Law in Lahore, tien columns in Ars Aequi aan vluchtelingen en heldert zij enige van die misverstanden op.

Perspectief | Column
september 2025
AA20250655

Het ‘Trumpisme’ in het internationaal recht

H. Cuyckens, S. Jansen-Wilhelm

Post thumbnail Het buitenlandbeleid van de regering-Trump werd gekenmerkt door de inzet van het internationaal recht ter realisatie van doelen die passen in de ‘America First’-politiek. Deze bijdrage bekijkt in hoeverre dit ‘Trumpisme’ een invloed heeft gehad op het internationaal recht, waarbij door te kijken naar verschillende deelterreinen van het internationaal recht we laten zien waar het internationaal recht geschonden is of waar het als instrument is ingezet ten behoeve van nationale belangen.

Verdieping | Verdiepend artikel
juni 2021
AA20210605

Het (on)geduld van de Europese Commissie

M. Klompers, C.E. Ruers

In dit redactionele artikel wordt aan de hand van de actuele strijd tussen de Nederlandse regering en de Europese Commissie over het al dan niet openstellen van de Nederlandse markt voor buitenlandse aanbieders van spelen die lijken op de Lotto ingegaan op de beïnvloeding van een inbreukprocedure en een prejudiciële procedure bij het Hof van Justitie.

Opinie | Redactioneel
september 2009
AA20090525

Het aansprakelijkheidsrecht

E. Mackaay

De economische analyse van het aansprakelijkheidsrecht is in Nederland tien jaar oud (1990). In die tien jaar is de rechtseconomie in het Nederlandse taalgebied goed op gang gekomen. Wat het aansprakelijkheidsrecht betreft, is er nu een gedegen uiteenzetting in hoofdstukken 5 en 6 van Holzhauer en Teijl's Inleiding rechtseconomie. Recentelijk is er voorts van de hand van Faure en Van den Bergh een boek verschenen dat geheel aan dit onderwerp is gewijd. Uit dit laatste werk kan men opmaken hoezeer dit gebied zich de laatste tien jaar ook elders in de wereld ontwikkeld heeft. Bij zulk een overdaad van goede bronnen past het hier niet de materie nog eens grondig uiteen te zetten. Meer gaat het erom de hoofdlijnen ervan te bezien en van daaruit te overdenken wat rechtseconomie wel en niet vermag.

Bijzonder nummer | Rechtseconomie
oktober 1990
AA19900743

Het aanwezigheidsrecht in strafzaken

J.W. Ouwerkerk

Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM/ECHR) 14 februari 2017, ECLI:CE:ECHR:2017:0214JUD003074912, nr. 30749/12 (Hokkeling t. Nederland)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 2017
AA20171001