Resultaat 265–276 van de 7226 resultaten wordt getoond
J.E. Jansen
In deze laatste Romeinen-column vraagt Jelle Jansen aandacht voor Aelius Gallus, over wie we vrijwel niets weten en van wie precies 15 woorden bewaard zijn gebleven.
Perspectief | Columnjuni 2022AA20220515
R.J.B. Schutgens, E.G.A. van der Werf
Annotaties en wetgeving | Annotatienovember 2017AA20170928
J.A. van de Hel, C.A. Oudshoorn
In dit redactionele artikel wordt ingegaan op het verschoningsrecht van een daartoe gerechtigde.
Opinie | Redactioneeljuni 2005AA20050421
D. Marongiu
Het wetsvoorstel Afgeschermde Getuigen regelt dat AIVD-informatie in de toekomst als bewijsmiddel in het strafproces kan worden toegelaten, zonder dat de verdediging en de zittingsrechter deze informatie op haar betrouwbaarheid en rechtmatigheid kunnen toetsen. Toepassing van dit wetsvoorstel zal dan ook in strijd zijn met het EVRM.
Overig | Ars Aequi-prijswinnaar | Verdieping | Studentartikeloktober 2005AA20050793
M. Bouwmeester, W.W.P. Damen
In de nasleep van het kinderopvangtoeslagschandaal wordt nog volop gedebatteerd over de vraag hoe een vergelijkbaar systeemfalen in de toekomst moet worden voorkomen. Ter verdieping van dit debat pleit deze bijdrage voor een internationaal perspectief op het fenomeen van de dystopische digitale verzorgingsstaat. Er wordt aandacht besteed aan internationale lessen voor drie concrete onderwerpen: de borging van de menselijke maat, de beheersing van overheidsalgoritmes, en de revitalisering van rechtsstatelijke checks and balances.
Opinie | Opiniërend artikelseptember 2025AA20250606
B.I. Bethlehem, D.J.W. Jongsma
Wie heeft het primaat bij de beoordeling van een motie in de kamer? De Tweede Kamer of de minister.
Opinie | Redactioneelfebruari 2007AA20070113
A.H.J. Swart
Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM/ECHR) 24 april 1990, ECLI:NL:XX:1990:AD5851 (Kruslin & Huvig) Arrest van het EHRM over het afluisteren van telefoons in een strafrechtelijke procedure in Frankrijk waarbij het de volgende algemene regel formuleert: Het afluisteren of op andere wijze onderscheppen van telefoongesprekken vormt een ernstige inmenging in het privéleven en dient daarom met bijzondere nauwkeurigheid in het nationale recht geregeld te zijn. Het is van essentieel belang dat deze regels duidelijk en gedetailleerd zijn en in hun toepassing voor de burger voorzienbaar, in het bijzonder nu de beschikbare technologie steeds verfijnder wordt. Het Franse strafprocesrecht voldoet niet aan deze eisen. Het biedt onvoldoende waarborgen tegen misbruik. Ontbrekende regelingen met betrekking tot gevallen waarin afgeluisterd mag worden, de duur van het afluisteren, het bewaren van opnamen met het oog op beoordeling door de rechter en de verdediging, het wissen of vernietigen daarvan.
Annotaties en wetgeving | Annotatiefebruari 1991AA19910160
M.S. Groenhuijsen
Marc Groenhuijsen sluit met dit artikel het bijzonder nummer ‘Privatisering van het strafrecht’ af. Hij onderzoekt in deze bijdrage eerst wat het publiekrechtelijke karakter van het straf(proces)recht inhoudt. Daarna bespreekt hij de artikelen waarin de toegenomen betekenis van slachtoffers in de strafrechtelijke context aan de orde is gesteld. Vervolgens poogt hij de eveneens gegroeide inbreng van andere burgers bij de strafrechtelijke rechtshandhaving te duiden. Hij sluit af met enkele conclusies.
Bijzonder nummer | Privatisering van het strafrecht | Overigjuli 2013AA20130606
L.S. Braaksma, K.J. de Graaf, M.M. Roggenkamp
Nederland wil af van kolencentrales vanwege de grote bijdrage die zij leveren aan de Nederlandse CO2-uitstoot. Het wetsvoorstel Wet verbod op kolen bij elektriciteitsproductie ligt bij de Tweede Kamer en moet voor de uitfasering van kolen een juridische basis bieden. In dit artikel bespreken we de voor de kolencentrales toepasselijke reguleringskaders en gaan we in op de vraag in hoeverre de overheid juridische mogelijkheden heeft om elektriciteitsproductie met behulp van kolen te verbieden ten koste van de bestaande rechten van de exploitanten.
Verdieping | Verdiepend artikeljuni 2019AA20190449
J.B. Spath
Dit artikel behandelt de juridisch verhouding tussen afscheiding, splitsing, natrekking en zaaksvorming.
Verdieping | Studentartikelfebruari 2004AA20040091
H.C.F.J.A. de Waele
Wat is de positie van delen van EU-lidstaten die ervoor kiezen zich af te scheiden van hun ‘moederland’? Blijven zij automatisch binnen de Unie, of komen ze in een juridisch vacuüm terecht? Een eventuele onafhankelijkheidsverklaring van Schotland, Catalonië of Vlaanderen roept tal van dit soort vragen op. In onderstaande bijdrage wordt gezocht naar antwoorden op basis van de relevante internationaalrechtelijke en Europeesrechtelijke uitgangspunten. De auteur benadrukt tegelijk dat de formele regels maar één kant van het verhaal zijn. Als het ooit daadwerkelijk tot afscheiding van een deelregio komt, kiezen de betrokken partijen waarschijnlijk voor een pragmatische benadering, en zal men langs politieke weg oplossingen op maat uitdenken.
Opinie | Opiniërend artikeloktober 2014AA20140722
K.L.H. van Mens
Met de fiscus valt niet te schipperen. Dat denkt de argeloze belastingbetaler en dat is ook zo. Toch sluit de fiscus jaarlijks tienduizenden overeenkomsten met belastingbetalers buiten de rechter om. Op het gevaar af van rechtsongelijkheid en wildgroei wordt zo voorkomen dat het ambtelijk apparaat en de rechterlijke macht dichtslibben. Niet minder belangrijk is dat het maatschappelijk verkeer gebaat is bij deze praktische oplossing. De opzet van dit artikel is om een overzicht te geven van de (on-)mogelijkheden om een geschil of onzekerheid over belastingheffing en de inning daarvan buiten de rechter om, op te lossen. Daarbij komen onder meer de afspraak contra legem, de twee-wegenleer, de fiscale transactie ter voorkoming van strafvervolging en mediation aan de orde.
Bijzonder nummer | Buiten de rechter omjuli 2002AA20020522